Ethiek
Week 1 (h1)
Moreel oordeel: in een moreel oordeel spreek je uit wat je behoorlijk vindt van
jezelf en van anderen. Je geeft aan hoe je verwacht dat die ander met jou of
anderen om zou moeten gaan.
Intuïtief moreel oordeel: een moreel oordeel dat vanzelf komt. Je oordeel gaat
automatisch. Je weet achteraf wel wat je gedaan hebt, maar je hebt er niet over
nagedacht voordat het gebeurde.
Om te kunnen begrijpen wat er gebeurt als je intuïtieve morele oordeel plotseling
bewust wordt, maken we een onderscheid tussen 3 verschillende processen die
zich in je bewustzijn afspelen:
- je oordeelt dat iets of goed slecht is. Je vindt iets.
- je kent je oordeel. Je weet dat het je mening is en je kent het standpunt van de
ander.
- je voelt dat je het oneens bent met de ander. Het oordeel brengt een bepaald
gevoel met zich mee.
Oordelen: je beoordeelt een handeling van een ander. Dit oordeel over het
gedrag leer je kennen als je het uitspreekt, of als iemand erop reageert. Je wordt
er dan bewust van wat je mening is. Je kent je mening en je leert wellicht die van
de ander kennen. je kunt je oordeel ook voelen. Er klinkt dan verontwaardiging
in je stem, boosheid of een andere emotie.
Het oordelen is dus iets anders als je het kenen van je oordeel of het voelen van
je oordeel. Als je oordeelt neem je een standpunt voor je rekening. Jij verbindt je
met je standpunt en staat ervoor als persoon en bent erop aanspreekbaar. Als je
kent, dan blijf e neutraal ten opzichte van je eigen standpunt. Je beschrijft alleen
wat je weet van jezelf. En als je voelt, dan ervaar je het oordeel in je binnenste.
Niemand kan daar bij. Het is alleen van jou.
Objectiveren: als je de wereld kent, plaats je dat wat er gebeurt buiten jezelf en
beschrijft het vervolgens. Het proces heet dan objectiveren en het resultaat van
dit proces is kennis van de buitenwereld.
Subjectiveren: als je de wereld beleeft, richt je je op wat er innerlijk met je
gebeurt. Je voelt wat je meemaakt alsof de wereld zich in jou afspeelt. Dit proces
heet subjectiveren en het resultaat is een gevoel in je binnenwereld. In
tegenstelling tot kennis zijn gevoelens niet uitwisselbaar. Ik kan bijv. jouw
teleurstelling niet voelen als jij de trein mist. Ik kan wel indenken hoe het zou
voelen en ik kan jouw gevoelens leren kennen, maar dan nog heb ik niet
hetzelfde gevoel als jou.
Normeren: als je de wereld beoordeelt, richt je je op gedrag van mensen en wat
jij daarvan vindt. Je verbindt gedrag van anderen met je eigen oordeel; je vindt
dat gedrag goed of slecht. Dit proces heet normeren en het resultaat is een
verbinding van jezelf met anderen ofwel een tussenwereld. Normatieve
uitspraken zijn beter uitwisselbaar dan gevoelens, omdat ze niet louter
persoonlijk zijn. Je kunt het namelijk eens zijn met elkaar en dat van elkaar
weten. Maar is minder goed uitwisselbaar dan kennis, omdat ze wel aan de
persoon gebonden zijn die het uitspreekt. Morele oordelen zijn dus niet
persoonlijk, maar wel persoonsgebonden.
,Je benadert als persoon altijd op 1 van deze 3 manieren.
Benadering van de Wat doe je? Resultaat van de Centrale vraag?
wereld: omgang:
Kennen Objectiveren: je Feiten (kennis) Wat is waar?
plaatst het buiten
jezelf
Beoordelen Normeren: je verbindt Morele oordelen Wat juist?
jezelf met anderen
Voelen Subjectiveren: je Gevoelens Hoe voel ik me?
plaatst het binnen
jezelf
5 kenmerken van morele oordelen:
1 het gaat over menselijk gedrag. – zijn een oordeel over gedrag van
mensen.
2 overstijgt het individuele (is veralgemeniseerd)- universaliteitsprincipe,
houdt in dat morele oordelen inherent veralgemeniseerbaar zijn. Een morele
uitspraak over iemand in een situatie is meteen een uitspraak over alle mensen
in dezelfde situatie.
3 is normatief (schrijft voor hoe het moet). het gaat er om hoe je behoort te
handelen. Schrijft voor hoe de wereld zou moeten zijn.
4 is gericht op het goede. Het is gericht op zaken die op zichzelf goed of
nastrevenswaardig zijn. Dus niet zaken die wenselijk zijn vanwege een erbuiten
gelegen doel, maar zaken die om zichzelf nastrevenswaardig zijn. Op zichzelf
nastrevenswaardige zaken noemen we morele uitgangspunten.
5 kan morele verontwaardiging veroorzaken. Het kan een heel specifiek soort
emotie, morele verontwaardiging, los maken bij mensen. Deze verontwaardiging
moet je niet verwarren met het oordeel. De verontwaardiging is ene gevolg van
het oordeel en niet van het oordeel zelf. De wijze waarop je behandelt wordt, is
niet immoreel omdat je er verontwaardigd over bent. Je bent verontwaardigd,
omdat je immoreel behandeld werd. De verontwaardiging is een gevolg van het
oordeel. Een moreel oordeel is geen gevoel. Het brengt wel vaak een bepaald
gevoel met zich mee.
Moreel oordeel: een waardering van menselijk gedrag aan de hand van morele
uitgangspunten.
Morele oordelen zijn niet persoonlijk, maar wel aan personen gebonden.
Moraal: het geheel van gedeelde morele oordelen van een groep dat ontstaat in
een gesprek. Het is het geheel van morele regels waaraan wij onszelf en anderen
in redelijkheid gehouden achten.
Ethiek: de wetenschap die moraal bestudeert en die tracht de moraal verder te
helpen door nieuwe argumenten te ontwikkelen en te gebruiken in afwegingen.
Elke organisatie en elk vakgebied heeft zijn eigen verzameling morele oordelen,
zijn eigen moraal.
De moraal van een familie, organisatie of cultuur wordt vaak aangeduid met de
normen en waarden. Dit is een misleidende term want het zijn niet de normen en
waarden die verschillen, maar de morele oordelen van die groep. Normen en
waarden zijn universeel. Het is de afweging tussen de verschillende normen en
waarden in specifieke situaties, i.e. het morele oordeel in een actuele situatie, die
kan verschillen tussen groepen mensen. Het zijn dus niet de normen en waarden
, die verschillen, maar de moraal, d.w.z. de verzameling morele oordelen in
concrete situaties, die verschilt tussen (groepen) mensen.
Moraal is het product van een gesprek in een groep. De moraal van een groep is
nauw verbonden met het voeren van een gesprek. Niet alleen is een gesprek de
methode om het gedeelde morele oordeel te vinden. Het is ook een direct gevolg
van de kenmerken van morele oordelen.
Een moreel oordeel nodigt heel sterk uit om te reageren, om een gesprek aan te
gaan. (lees voorbeeld blz. 20)
De betekenis van het woord gesprek is hiermee zo opgerekt, dat we een nieuw
woord voor dit verschijnsel hebben. We gebruiken het woord ‘vertoog’ om aan te
geven dat een groep mensen interactie heeft en daarmee haar moraal vormt.
Moreel vertoog: het geheel aan communicatie en interactie waarin mensen hun
morele oordelen, en daarmee hun moraal, vormen en op elkaar afstemmen.
in onze cultuur en in ons werk is de moraal doorlopend onderwerp van gesprek
en daarmee is de moraal doorlopend in ontwikkeling.
Als je in een situatie terecht komt waarover een moreel oordeel mogelijk is, dan
komt dat oordeel ook meestal vanzelf. (intuïtief oordeel). Je weet het dus meteen.
Ieder mens heeft een morele intuïtie waarmee hij in staat is direct en zonder al te
veel na te denken te oordelen over een situatie. Met deze morele intuïtie word je
niet geboren. Je leert in de loop van je leven aan door middel van ervaringen die
je op doet.
Er zijn een aantal redenen waarom dit oordelen met behulp van je morele intuïtie
tekortschiet in je functioneren als professional:
1 je morele intuïtie is niet uit te leggen aan anderen.
2 als je alleen intuïtief oordeelt, kun je niet leren van je fouten en successen.(van
een intuïtief oordeel kun je niet uitleggen welk aspect in de situatie nu de
doorslag gaf tot dit oordeel. Dus weet je ok niet wat je de volgende keer in een
iets andere situatie zult oordelen. Dus geen ruimte op verbetering.)
3 je intuïtie bereidt je niet voor op nieuwe situaties.
Aantekeningen les:
Moraliteit: moraal is het geheel van opvattingen, beslissingen ne handelingen
waarmee mensen uitdrukken wat zij goed of behoorlijk vindt.
Beredeneert moreel oordeel maar eerst:
- een moeilijke vraag stellen
- morele analyse
Moreel oordeel:
- menselijk gedrag
- overstijgt het individu
- normatief zijn (hoe je je zou behoren te gedragen naar een bepaalde norm)
- kan verontwaardiging oproepen (de morele emotie die ermee opgeroepen
wordt)
Morele competentie: word je intuïtie/emotie de baas
Week 2 (h2)