Hoofdstuk 10 – Oppositioneel-opstandige
gedragsstoornis
ODD en Conduct Disorder (CD) vallen onder de bredere categorie van de
agressieve, disruptieve gedragsstoornissen met als kenmerken, oppositioneel,
agressief en antisociaal gedrag. Deze kinderen hebben moeite met hun emoties
(woede) en impulsen te beheersen; het normoververschrijdende gedrag vormt
het belangrijkste kernmerk.
ODD is de milde variant van de antisociale, agressieve gedragsstoornis CD. Bij
ODD is er, anders dan bij CD, geen sprake van ernstig agressief, gewelddadig
gedrag; de fundamentele rechten van anderen worden minder geweld
aangedaan. Ongehoorzaamheid en verbale agressie zijn gewoon, maar de sterke
antisociale gedragsvormen van de gedragsstoornis doen zich niet voor. Bij ODD is
er een patroon van negativistisch, vijandig en openlijk ongehoorzaam, opstandig
gedrag, gedurende minstens een half jaar.
Deze kinderen geven vaak anderen de schuld, nemen geen verantwoordelijkheid
voor hun daden, zijn niet snel bang en testen voortdurend grenzen uit, ze kiezen
vaak voor oplossingen die passen bij jongeren kinderen, zoals schoppen en slaan
om hun zin te krijgen, kunnen zich niet verplaatsen in anderen en handelen uit
jaloersheid.
Vaak is oppositioneel-opstandig gedrag te zien binnen de gezinscontext of op
school, terwijl het storende gedrag van kinderen met CD in meerdere
omgevingen voorkomt; het is pervasiever.
Diagnostisering criteria
A. Er bestaat ten minste een half jaar een patroon van negativistisch, vijandig
en opstandig gedrag, waarbij tenminste vier van de volgende gedraging
aanwezig zijn:
Is vaak driftig
Maakt vaak ruzie met volwassenen, gaat steevast met volwassenen
in discussie
Daagt uit of doet dikwijls ‘lekker’ niet wat volwassenen van hem
vragen
Doet regelmatig expres dingen om anderen te ergeren
Geeft anderen de schuld van zijn fouten of wangedrag
Is vaak kribbig, overgevoelig of snel op zijn teentjes getrapt
Is dikwijls boos, gepikeerd en wrokkig
Is vaak hatelijk en wraakzuchtig, doet nogal eens iets vervelends
alleen maar om iemand dwars te zitten of terug te pakken
Al deze gedragingen kunnen ook ‘normaal’ zijn en tellen alleen als bewijs
voor de aanwezigheid van een stoornis als ze ernstige problemen
veroorzaken, minstens 6 maanden aanhouden en niet passen bij de
ontwikkelingsfase van het kind op dat moment.
B. De stoornis in het gedrag veroorzaakt ernstige beperkingen in het sociaal
functioneren, thuis, op school of op het werk
C. Het gedragsprobleem is niet beperkt tot een periode van een psychose of
een stemmingsstoornis
D. De criteria horen niet in de categorie antisociale, agressieve
gedragsstoornis
Oorzaken
Biologische factoren: moeilijk temperament, negatieve stemming,
heftigheid in reageren, moeizame aanpassing, onregelmatig eten en
slapen en impulsiviteit