Hoofdstuk 9 – Aandachtstekortstoornissen met en
zonder hyperactiviteit
Kinderen met ADHD hebben aandachts- en concentratieproblemen en zijn
impulsief en overbeweeglijk. ADHD is een neurobiologische stoornis, een
ontwikkelingsstoornis van het inhibitiesysteem, het remsysteem. De executieve
regelfuncties van de hersenen werken niet goed, waardoor problemen ontstaan
in het functioneren van het werkgeheugen, de aandacht, het organiseren,
plannen, afmaken van taken, het reageren op prikkels, flexibel aansturen van de
motoriek.
Het kind heeft moeite met het reguleren van zijn gedrag en het goed organiseren
en plannen van zijn werk. Hij kan zijn aandacht niet lang genoeg op één prikkel
richten en kan moeilijk onbelangrijke prikkels negeren. Dit kind doet eerst
voordat hij denkt, heeft geen rem, is snel opgewonden, gefrustreerd en
chaotisch.
In de puberteit verandert ook de aard van de kernsymptomen: de impulsiviteit
wordt gekenmerkt door een lagere frustratietolerantie – ze kunnen minder
hebben – en er treden grotere schommelingen in stemming op – ze vertonen
meer angst. De overbeweeglijkheid verandert in minder opvallend, onrustig
friemelen. Daarentegen blijven de aandachts- en concentratieproblemen meestal
gedurende het hele leven aanwezig.
Het heeft comorbiditeit met oppositioneel-opstandig gedrag en agressieve
gedragsstoornissen, angst- en stemmingsstoornissen, pervasieve
ontwikkelingsstoornissen, leerstoornissen, ticstoornissen
ADHD kent vier subtypen:
Het gecombineerde type, met zowel aandachts- als hyperactiviteits-en
impulsiviteitsproblemen. Dit type komt het meest voor > ADHD
Het overwegend onoplettende type, met ernstige en aanhoudende
aandachtsproblemen, bij wie vooral onder activiteit, apathie en
slaperigheid opvallen > ADD
Het overwegend hyperactieve-impulsieve type, met vooral ernstige en
aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit. Dit type komt het minst voor.
ADHD-NAO: er is wel sprake van uitgesproken aandachtsproblemen of
hyperactiviteit-impulsiviteit, maar deze zijn niet zo ernstig als bij een van
de andere ADHD-typen.
Diagnostisering criteria:
A. Er is sprake van aandachtsproblemen of van hyperactiviteit-
impulsiviteit.
1. Aandachtsproblemen
Zes of meer van de volgende symptomen van aandachtstekort zijn
gedurende ten minste 6 maanden aanwezig geweest in een mate
die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau. Deze
symptomen horen vooral bij het subtype ADD, het inattente,
onoplettende type.
Aandachtstekort
Slaagt er niet in voldoende aandacht aan details te geven
Heeft vaak moeite de aandacht bij taken te houden
Lijkt vaak niet te luisteren als hij aangesproken wordt
Volgt aanwijzingen dikwijls niet op, slaagt er vaak niet in
verplichtingen na te komen
Heeft vaak moeite met het organiseren van taken en
activiteiten