Zelftoetsvragen Inleiding Strafrecht 2015-2016
Strafrecht met mate – Jörg/Kelk/Klip
1. Karakter en plaats van het strafrecht
Waarom neemt de overheid het recht tot straffen over?
Het recht van straffen door de overheid dient om de eigenrichting tegen te gaan. Men mag niet voor eigen rechter
spelen.
Welke functies heeft het strafrecht?
Het strafrecht voorkomt ernstige gedragingen en buitensporigheden van particulieren door zijn eigenrichting-
kerende en vergeldende functie, en legt sancties op die door regels worden beheerst. Het formele strafrecht
behandelt het procedure waarlangs het materieel strafrecht dient te worden gehandhaafd. Wat van belang is, is
dat de wetgever de wetsbepalingen zo heeft neergelegd, dat de rechter vrij is om het te bestraffen feit te
interpreteren aan de hand van de naar de plaats en tijd heersende opvattingen.
Wat is straf?
De straf is door de overheid ingevoerd om leed toe te brengen aan iemand die een norm heeft geschonden en laat
dan ook weinig ruimte over voor herstel. Straf is dus leedtoevoeging.
Waarin onderscheiden straffen zich ten opzichte van andere sancties?
Het verschil met civielrechtelijke straffen is dat deze niet uitsluitend als zodanig punitief zijn bedoeld. Omdat de
strafrechtelijke sancties wel uitsluitend zijn bedoeld om iemand leed toe te brengen, wordt het ook wel een
ultimum remedium genoemd, het alleruiterste redmiddel. Echter blijkt dit in dat praktijk nogal anders te zijn.
Aan welke voorwaarden dient het strafrecht in een rechtsstaat te voldoen?
De burger dient als justitiabele en het welzijn van de maatschappij wordt als uitgangspunt gebruikt. Het
repressieve karakter en de macht van het strafrecht dienen dus te worden beperkt en moeten met
terughoudendheid en zuinigheid worden toegepast.
Wat is de verhouding tussen de rechtsorde en de sociale orde in de legistische zienswijze op de strafwet?
Het individu heeft aan de wet te gehoorzamen, veranderingen in maatschappelijke opvattingen omtrent hetgeen
behoort, zullen eerst in een wetswijziging moeten worden opgenomen voordat de rechter deze veranderingen
mag honoreren. Volgens de theorie van de machtenscheiding behoort de rechter zo strikt mogelijk de woorden,
de bedoeling en het systeem van de wet te interpreteren. Daar waar hij vrij is zijn beleid te voeren, dient hij zich
zo veel mogelijk te informeren naar de maatschappelijke effecten van zijn beslissingen, om zo goed mogelijke
beslissingen te kunnen maken binnen de grenzen van zijn bevoegdheid. Dit streven naar het afstemmen van de
rechtsorde en de sociale orde brengt met zich mee dat met het toepassen van het strafrecht er door niemand
betwist onrecht moet worden vermeden. Het is dus niet de bedoeling dat een complete groep mensen een vorm
van onrecht niet als zodanig aanschouwt. Wat betreft dit aspect is bovengenoemde zienswijze dus niet compleet
legistisch.
Waarom geldt binnen de visie die uit gaat van de individu-beschermende functie van het strafrecht, een
andere opvatting over de rechtsorde dan binnen de legistische zienswijze?
Het is van belang dat het individu in zijn rechtsobject wordt gerespecteerd. In de individu-beschermende
zienswijze wordt uitgegaan van het feit dat individuen moeten worden beschermd door de machtspositie van de
overheid. Voor zover deze zienswijze ervan uitgaat dat het misdaadprobleem onoplosbaar is, komt het overeen
met de legistische wijze. Het verschil berust echter in de mate waarop de bescherming van de individu voorop
staat. Het recht dient ter versterking van de rechtspositie van de individu.
Wat is depenalisering en hoe past dit binnen de welzijn georiënteerde denkwijze?
Pagina 1 van 61
, Depenalisering is het zo veel mogelijk vermijden van schadelijke effecten van straffen door middel van
alternatieve straffen of bestuurlijke sancties. Hier is het dus van belang dat het welzijn centraal staat, en dat er
rekening wordt gehouden van de ernstige effecten die straffen zoals langdurige vrijheidsbeneming kunnen
hebben op de individu.
Plaats de namen van de verschillende zienswijzen in de piramide op pg. 12.
Kort samengevat berust de eerste visie dus op de gehoorzaamheid van de gerechtelijke autoriteiten en de burger
aan de wet. De tweede visie ziet op het strafrecht in de advocatuur, waarbij juridische argumentatie ten behoeve
van de burger voorop staat, en de derde visie draait om het strafrecht van de gedragskundige en de hulpverlener,
waarbij het proces van conflictoplossing en van gedragingsbeïnvloeding voorop staat.
Waarom zijn de auteurs van mening dat het slachtoffer niet de derde partij binnen een strafproces dient te
zijn?
Het strafrecht is primair een rechtsgebied dat de rechtsbetrekkingen tussen de staat en zijn justitiabelen regelt.
Hierbij kan de positie van een slachtoffer een zwaarwegende factor zijn voor de strafoplegging, iets wat juist niet
de bedoeling is. De zuiverheid van het strafprocesrecht mag niet worden vermengd met extra sentiment.
Waaruit kan men afleiden dat het strafrecht publiekrecht is?
Het publieke karakter van het strafrecht komt met name tot uiting in het feit dat de benadeelde burger geen
vervolgingsrecht toekomt. De vervolging van een misdaad berust bij de staat.
Welke personen of organen zijn betrokken bij de strafrechtspleging? Welke taak vervullen deze partijen?
De strafrechtspleging bestaat uit de opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten en tenuitvoerlegging
van straffen en maatregelen. Bij de opsporing zijn de opsporingsambtenaren van belang. Zij zijn belast met het
opsporen van strafbare feiten. Dit is hun justitiële taak. De preventieve taak bestaat uit de zorg voor de openbare
orde, de rust en de veiligheid. De politie staat met betrekking tot de justitiële taak onder supervisie van de Leden
van het OM, die tot taak hebben als representant van de gemeenschap over het algemeen belang te waken en een
verdachte te dagvaarden voor het gerecht. Hierover roept de rechter dan een oordeel uit. De rechter is lid van de
zittende magistratuur, terwijl het OM lid is van de staande magistratuur. De belangen van de verdachte worden
door de raadsman behartigd. Wat betreft de sociale hulpverlening kan de reclasseringsfunctionaris worden
ingeschakeld. De rechter heeft afhankelijk van de fase waarin de strafzaak zich bevindt, verscheidene taken. Bij
de rechterlijke verhoren en de zittingen is ook een griffier aanwezig die tot taak heeft om al wat voorvalt en
gesproken wordt op te tekenen in een proces-verbaal. Een particulier kan aangifte doen van een begaan strafbaar
feit. Het doen van de aangifte is verplicht indien iemand kennis heeft genomen van een moord, mensenroof,
doodslag, verkrachting of andere zeer ernstige misdrijven. Een klacht kan worden ingediend door een slachtoffer
of diens vertegenwoordiger, om verzoek tot vervolging aan te geven. Tot slot houdt het ministerie van Veiligheid
en Justitie een deel van de strafrechtspleging in stand. Ook kan de EU een rol spelen bij de strafrechtspleging.
Hoe heten degene die verantwoordelijk zijn voor de vervolging bij de rechtbank, het gerechtshof en de
Hoge Raad?
Bij de rechtbank zijn de Officieren van Justitie verantwoordelijke voor de vervolging. Bij het gerechtshof zijn
dat de Advocaten-Generaal.
Hoe is het OM georganiseerd? Wat is het opportuniteitsbeginsel? Wat is de tegenhanger van het
opportuniteitsbeginsel?
Het Openbaar Ministerie staat onder leiding van het College van Procureurs-Generaal. Het OM heeft tot taak de
strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, en is daartoe belast met het vervolgen van strafbare feiten. Het
vervolgen kan op drie manieren aanvangen, namelijk door dagvaarding, vordering van onderzoekshandelingen
van de rechter-commissaris of vordering van voorlopige hechtenis. Wat van belang is om te onthouden is dat er
bij het OM geen vervolgingsplicht berust. Dit wordt het opportuniteitsprincipe genoemd, en betekent dat een OvJ
op goede gronden mag afzien van vervolging. Hij is dominus litis. In landen waarbij er wel een vervolgingsplicht
geldt wordt gesproken van een strafvorderlijk legaliteitsprincipe. Dit is dan ook de tegenhanger van het
opportuniteitsbeginsel.
Pagina 2 van 61