De bestuurlijke kaart van Nederland Samenvatting
Belangrijk:
Volksvertegenwoordiging / parlement
- Nationaal niveau = Staten-Generaal (1e + 2e kamer)
- Provinciaal niveau = provinciale staten
Regering = alle ministers + koning
Kabinet = alle ministers + staatssecretarissen
H3 De politiek-bestuurlijke instituties
Democratische politieke stelsels:
Presidentiële stelsels: regering en parlement ontlenen hun positie direct aan een
verkiezingsuitspraak (VS)
Parlementaire stelsels:
- Monistisch
- Dualistisch: volksvertegenwoordiging (Staten-Generaal) onafhankelijk van de regering
Conventionele stelsels (Zwitserland)
3.1 De regering (Koning + ministers)
3.1.1 De koning en de kabinetsformatie
Functie van de koning door de tijd heen verandert: vroeger heel invloedrijk (ministers ongeschikt aan
koning), sinds grondwet 1848: ministeriële verantwoordelijkheid en parlementair stelsel ingevoerd
ministers meer macht gevolg: koningschap kreeg symboolfunctie
Koning heeft onlangs zijn invloedrijke rol tijdens kabinetsformaties verloren 2e kamer heeft de
benoeming van de (in)formateur naar zich toegetrokken.
- Informateur = onderzoekt één specifieke coalitie (bij succesvolle coalitie ontstaat het
regeerakkoord: behelst de afspraken tussen de coalitiepartijen over het te voeren
regeringsbeleid)
- Formateur = Zoekt de ministers en staatssecretarissen bij elkaar die ieder
verantwoordelijk zijn voor een beleidsterrein (portefeuille)
Hoewel de invloed van de koning afneemt, is hij tijdens de kabinetsperiode nog wel direct betrokken
bij het regeringsbeleid (wekelijks gesprek, ontvangt notulen)
3.1.2 De ministers
Vroeger waren ministers dienaren van de koning. Nu: ministeriële verantwoordelijkheid
ministers zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de onder hen vallende
ambtenaren.
- Minister zonder portefeuille = minister zonder eigen ministerie (zoals ministerie van
landbouw)
Minister-president / premier = voorzitter ministerraad
1. Beschikt over een aantal bevoegdheden zoals het zelfstandig vaststellen van de agenda van
de ministerraad
2. Maakt deel uit van de Europese Raad
3. Geeft persconferentie en televisie-interview na afloop van de wekelijkse vergaderingen van
de ministerraad
4. Verantwoordelijk voor de Rijksvoorlichtingsdienst en de Wetenschappelijke Raad voor het
regeringsbeleid.
, Ministerraad gevormd door de gezamenlijke ministers Taak: het beraadslagen en
namens het kabinet te besluiten over het algemene regeringsbeleid en de eenheid van het
regeringsbeleid bevorderen.
Naast de ministerraad kunnen er onderraden en permanente of tijdelijke commissies
bestaan een onderraad heeft een meer blijvend karakter en een commissie blijft vaak
voor de duur van de zittende regering. Alle besluiten die door een onderraad / commissie
worden genomen moeten door de ministerraad worden goedgekeurd.
De Staatssecretaris maakt geen deel uit van de ministerraad De staatssecretaris heeft een
zelfstandige verantwoordelijkheid tegenover het parlement, maar moet de aanwijzingen van
de minister opvolgen.
Eretitel: ministers van Staat = dienen in bepaalde situaties het staatshoofd of de regering
van advies
Overheid beschikt over 3 soorten wet- en regelgeving:
1. Wetten (gezamenlijke verantwoording van de regering en de Staten-Generaal)
- Eerst leggen indieners van het wetvoorstel ter advisering voor aan de Raad van State (=
hoogste adviescollege van de regering)
- Wetsvoorstel naar 2e kamer Recht van amendement (wijzigingen aan te brengen)
- Na goedkeuring wetsvoorstel naar 1e kamer GEEN recht van amendement: óf
verwerpen óf aannemen
- Na goedkeuring 1e kamer koning en betrokken ministers tekenen de wet
2. Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB) = ‘Koninklijke Besluiten’ besluiten van de
Kroon of de regering die voor iedereen geldend zijn: algemeen verbindend.
- Algemeen bindend
- Wettelijke grondslag
- Niet alle Koninklijke Besluiten zijn algemeen verbindende AMvB’s: Beschikkingen =
koninklijke besluiten die een individuele strekking hebben (vooral benoemingen van
ministers, burgemeesters en hoge ambtenaren)
3. Ministeriële regelingen = bindende besluiten die een individuele minister kan nemen
Wetten zijn het meest algemeen, ministeriële regeling is het meest specifiek
In NL: geen constitutioneel hof aanwezig die de wetten toets aan de grondwet het parlement doet
dit zelf
3.2 De Staten-Generaal (volksvertegenwoordiging: 1e + 2e kamer)
Staten-Generaal leden worden gekozen op grondslag van evenredige vertegenwoordiging:
- 2e Kamerleden: rechtstreeks gekozen door de kiesgerechtigde bevolking
- 1e Kamerleden: getrapt gekozen door de leden van de provinciale staten (die wel
rechtstreeks worden gekozen door kiesgerechtigde bevolking)
Kiesdeler = het totaal aantal uitgebrachte stemmen delen door 150 (aantal Kamerzetels)
In de praktijk: kiesdeler = kiesdrempel
Kamerleden: parlementaire onschendbaarheid = kunnen niet gerechtelijk vervolgd worden wegens
uitspraken die zij tijdens een vergadering gedaan hebben.
Regering kan elk van beide kamers ontbinden (tussentijds) nieuwe verkiezingen komen
3.2.1 De Tweede Kamer
Hoofdtaken:
1. Wetgeving
- Recht van initiatief = wetsvoorstellen indienen
- Recht van amendement = wijzigingen aanbrengen
2. Controle
- Recht van interpellatie = Discussie aangaan met een bewindspersoon over een
onderwerp dat niet op de agenda staat
, - Recht van enquête (zwaarste controlemiddel) = commissie die met het onderzoek wordt
belast heeft de bevoegdheid om getuigen en deskundigen te verhoren en (indien
noodzakelijk) te gijzelen.
- Budgetrecht = regeringen controleren door begrotingsbehandeling
3.2.2 De Eerste Kamer (ook wel: senaat)
Overeenkomst: de Eerste Kamer heeft net als de Tweede Kamer als hoofdtaken wetgeving en
controle.
Verschillen:
- Wetgevende taak: Eerste Kamer bezit niet over het recht van initiatief en het recht van
amendement
- Controlerende taak: Eerste Kamer bezit niet over het Recht van enquête en Recht van
interpellatie
Tegenstanders Eerste Kamer: dubbel werk, wetgevingsproces vertraagd en de wijze van verkiezingen
zou niet democratisch zijn.
Voorstanders Eerste Kamer: nut van heroverweging van regeringsvoorstellen, Eerste Kamer bestaat
uit parttime politici wat iets wezenlijks toevoegt aan de beraadslagingen.
3.3 Overig Hoge Colleges van Staat en vaste colleges van advies
Hoge Colleges van Staat zijn ingesteld om de democratische rechtsstaat goed te laten functioneren:
3.3.1 De Raad van State
Benoeming Raad van State: De Raad doet een aanbeveling voor de benoeming van de leden
Formeel is de koning de voorzitter van de Raad van State
De Raad van State heeft 3 taken:
1. Tijdelijke uitoefening van het koninklijk gezag wanneer een troonopvolger ontbreekt
2. Adviestaak: advisering over wetsvoorstellen, ontwerpen van algemene maatregelen van
bestuur, voorstellen tot goedkeurig / opzeggen van een verdrag en ontwerpen van
koninklijke besluiten tot vernietiging.
3. Rechtsprekende taak: uitspraken in geschillen van bestuur (Geschillen tussen burgers en de
overheid en geschillen tussen verschillende overheden)
Voor de laatste 2 taken beschikt de Raad over de Afdeling advisering en de Afdeling
bestuursrechtspraak (naast de leden van de Raad van State staatsraden = burgers die hun
bekwaamheid of deskundigheid hebben bewezen op het gebied van wetgeving, bestuur of
rechtspraak).
Positie van de Raad van State: discussie over de rechtsprekende taak
3.3.2 De Algemene Rekenkamer
Taak Algemene Rekenkamer = rechtmatigheids- en doelmatigheidscontrole (van beleid en
uitvoering)
Andere taken: betrekking op de controle op andere rechtspersonen dan de staat en Algemene
Rekenkamer kan op eigen initiatief of op verzoek van de Staten-Generaal bijzondere onderzoeken
instellen.
Bestuur van de Algemene Rekenkamer: wordt gevormd door het college telt drie leden (door de
Tweede Kamer opgemaakte voordracht van Drie Personen benoemd bij Koninklijk Besluit)
3.3.3 De Nationale ombudsman
1. Klachtenbehandeling van burgers en waar mogelijk op te lossen. De taak van de Nationale
ombudsman vult de bestaande rechtsbescherming aan er kan pas in beroep worden
gegaan bij de Nationale ombudsman als alle andere vormen van bestuursrechtelijke
rechtsbescherming zijn benut
2. Informerende taak (over de relatie tussen overheid en burger en het bijdrage aan de
verbetering van die relatie door openbare rapportages)
, De benoeming van de ombudsman: voor zes jaar benoemd door de Tweede Kamer (na aanbeveling
van de Raad van State, de president van de Hoge Raad en de president van de Algemene
Rekenkamer)
3.3.4 Vaste colleges van advies
1. De Sociaal-Economische Raad (SER): behoort tot de belangrijkste adviesorganen.
Taken SER: advisering van de regering over sociale en economische aangelegenheden en het
bevorderen van het bedrijfsleven
Leden SER: De raad is tripartiet samengesteld (2/3 van de leden wordt benoemd door de bij
Koninklijk Besluit aangewezen algemeen erkende centrale organisaties van ondernemers en
werknemers en de overige leden worden benoemd door de regering (kroonleden)
2. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WWR):
Taken WWR:
1. De regering wetenschappelijk gefundeerde informatie verschaffen over ontwikkelingen
die de samenleving op langere termijn kunnen beïnvloeden en over de problemen die
daarbij te verwachten zijn
2. De ontwikkeling van een wetenschappelijk kader dat de regering in staat stelt
prioriteiten te stellen en een samenhangend beleid te voeren
3. De bevordering van toekomstonderzoek en planning op lange termijn
Door de toename van overheidstaken en de complexiteit van beleid is het aantal adviescolleges
van de rijksoverheid drastisch toegenomen. De kern van dit stelsel wordt gevormd door de scheiding
van advies en overleg en de versterking van de politieke aansturing van adviescolleges Kaderwet
adviescolleges
Het Centraal Planbureau (CPB): verricht werkzaamheden ten behoeve van de jaarlijkse
opstelling van het Centraal Economisch Plan. Verder brengt het adviezen uit over de
algemene vragen die zich bij de verwezenlijking van het Centraal Economisch Plan kunnen
voordoel
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP): = het onderzoeksinstituut van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport wetenschappelijke verkenningen verrichten en de
verwachte ontwikkelingen schetsen. bijdrage leveren aan een verantwoorde keuze van
beleidsdoeleinden
Planbureau voor de Leefomgeving = nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op
het gebied van milieu, natuur en ruimte het verricht verkenningen, analyses en evaluatie
ten behoeve van het overheidsbeleid ten aanzien van kwaliteit van milieu, natuur en ruimte
Centraal Bureau voor de Statistiek: leveren onpartijdige, statische informatie, zowel voor
het ondersteunen van de besluitvorming in de overheidsinstanties en het bedrijfsleven als
behoeve van maatschappelijke discussie. Daarnaast publiceert het CBS statistische informatie
over de Nederlandse samenleving
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ctvanderlinden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.