Bestuurskunde
Hoorcollege 12-09-2023
Prof. Dr. Lars Tummers
Aantekeningen:
Kenmerken staat:
- Territorium: Een staat heeft een afgebakend grondgebied.
- Bevolking: Er woont een groep mensen op dat grondgebied.
- Wetten: De staat heeft wetten en regels die het gedrag van zijn burgers reguleren.
- Erkend: Andere staten erkennen de soevereiniteit van deze staat.
Kenmerken rechtstaat:
- Geen willekeur: In een rechtstaat heerst geen willekeur, wetten worden consistent
toegepast.
- Machtenscheiding: De machten (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk) zijn gescheiden
en in evenwicht.
- Verkiezingen: Burgers hebben het recht om hun leiders via vrije en eerlijke
verkiezingen te kiezen.
- Grondrechten: Burgers genieten fundamentele rechten en vrijheden die door de staat
worden beschermd.
- Onafhankelijke media: Er is persvrijheid, en media-operaties zijn vrij van
staatstoezicht en -inmenging.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat en het Huis van Thorbecke (1848)
- Eenheidsstaat: primaat van landelijke overheid (rijk)
- Gedecentraliseerd: voor bepaalde onderwerpen zelfstandige bevoegdheden van
gemeente en provincies.
- Ambiguïteit: centraal maar toch variatie mogelijk
Drie kernbegrippen voor de gedecentraliseerde eenheidsstaat
- Autonomie: verwijst naar de mate van zelfbestuur en onafhankelijkheid die aan de
deelstaten, regio's of andere decentrale eenheden wordt toegekend binnen een
eenheidsstaat. Decentrale eenheden hebben het recht om hun eigen beslissingen te
nemen en beleid te ontwikkelen op gebieden die binnen hun bevoegdheid vallen,
zonder directe inmenging van de centrale regering.
- Medebewind: houdt in dat de centrale en decentrale overheden samenwerken bij het
nemen van beslissingen en het uitvoeren van beleid op bepaalde terreinen. Op
bepaalde gebieden, zoals onderwijs of gezondheidszorg, kunnen zowel de centrale
als de decentrale overheden betrokken zijn bij het ontwikkelen en uitvoeren van
beleid, waarbij ze hun middelen en verantwoordelijkheden delen.
- Toezicht: Toezicht verwijst naar de rol van de centrale regering bij het controleren en
beoordelen van de activiteiten en beslissingen van de decentrale eenheden om
ervoor te zorgen dat ze in overeenstemming zijn met de nationale wetten en
beleidsrichtlijnen. De centrale regering behoudt het recht om toezicht te houden op
de activiteiten van de decentrale eenheden om ervoor te zorgen dat ze geen beleid
voeren dat in strijd is met nationale belangen of grondwettelijke bepalingen. Dit
toezicht kan variëren in intensiteit, afhankelijk van de grondwet en wetgeving van het
land.
Regering en kabinet
- Regering: kroon: koning en ministers
- Kabinet: ministeres en staatssecretarissen
- Ministerpresident: voorzitter van de ministerraad
, Niet: minister van staat, eretitel
Wel: minister zonder portefeuille
- Staten-Generaal: parlement
Eerste kamer:
75 leden
Getrapte verkiezing
Parttime
Tweede kamer
150 leden
Directe verkiezingen
Full time
De regering is de uitvoerde macht op nationaal niveau.
Nederland heeft een parlementair stelsel: uitvoerende macht niet direct gekozen, maar via
het parlement.
Eerste en Tweede kamer zijn verschillend samengesteld, verschillende gekozen hebben
verschillende bevoegdheden.
Ontwikkelingen in het openbaar bestuur door de tijd
Fase 1. Nachtwakerstaat 1648-1930
- 1648 vrede van munster: macht bij provincies
- 1795 Bataafse republiek: meer eenheid
- 1814 koninkrijk der Nederlanden: eenheidsstaat, Willem I
- Garandeer veiligheid
- Kernministeries J&V, defensie, BuZa
Fase 2. Groeiende verzorgingsstaat 1930-1973
Verzuiling: religie en klasse
- Eigen werelden: zuilen
- Industrialisatie
- Opbouw verzorgingsstaat
- Sociale rechten
Fase 3. Van zorgen voor naar zorgen dat 1983-nu
- Beheersing sociale zekerheid
- Privatisering
- Government naar governance
Agentschappen
Agentschap: uitvoerend onderdeel van een ministerie dat intern verzelfstandigd is, met een
eigen sturingsmodel en financiële administratie.
Het doel van een agentschap is vergroting doelmatigheid.
ZBO: Zelfstandige bestuursorgaan van de centrale overheid dat met openbaar gezag is
bekleed en niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister (verschil met agentschap)
1. Orgaan, niet per se organisatie
2. Wettelijke basis
3. Niet ondergeschikt aan minister
Rechtspersoon met wettelijke taak (RWT’S) & ZBO’S
RWT: wel rechtspersoon met wettelijk taak maar geen ZBO want geen bestuursorgaan.
Ondergeschikt aan bevoegd gezag.
RWT & ZBO: bestuursorgaan en rechtspersoon
ZBO: wel bestuursorgaan maar geen rechtspersoon
GS: gedeputeerde staten, In Nederland verwijst GS naar het dagelijks bestuur van een
provincie. Gedeputeerde staten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van provinciaal
beleid.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sofiekevanderveer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.