Arbeidsovereenkomstenrecht
Inhoudsopgave
Module 1 – Introductie, elementen arbeidsovereenkomst en kwalificatie 7 september 2021 ........................ 2
Module 2 – Flexibele arbeidsrelaties 14 september 2021 ............................................................................. 5
Module 3 – Zieke werknemer, zorgplicht en aansprakelijkheid van de werkgever; overheidswerknemer 21
september 2021 ......................................................................................................................................... 9
Module 4 – Wijziging van arbeidsvoorwaarden 28 september 2021 ............................................................ 12
Module 5 – Ontslagrecht I: systematiek, ontslaggronden a en b, opzegging 5 oktober 2021 ......................... 15
Module 6 – Ontslagrecht II: ontslaggronden c t/m i, ontbinding, vergoedingen 12 oktober 2021 ................. 18
Module 7 – Ontslagrecht III: ontslag op staande voet, beëindiging in onderling overleg, vernietiging en
herstel, arbeidsprocesrecht 26 oktober 2021 ............................................................................................. 23
Module 8 – Overgang van onderneming 2 november 2021 ......................................................................... 26
Module 9 – Bijzondere bedingen 9 november 2021 .................................................................................... 28
Module 10 – Privacy; Vrijheid van meningsuiting 16 november .................................................................. 32
Oefententamen ........................................................................................................................................ 37
1
,Module 1 – Introductie, elementen arbeidsovereenkomst en kwalificatie 7 september 2021
Hoofdstuk 1: paragraaf 1.3, par. 1.8.5, par. 1.9.1, par. 1.10, par. 1.11.
E. Verhulp, ‘Een arbeidsovereenkomst? Dat maak je zelf niet uit!’, TRA 2021/55.
Kennisclip: elementen van de arbeidsovereenkomst
Overeenkomst tot aanneming Opdrachtgever – aannemer. Werk van stoffelijke aard
van werk art. 7:750 BW
Overeenkomst tot opdracht Opdrachtgever – opdrachtnemer. Niet: werk van stoffelijke aard,
art. 7:400 BW het bewaren van zaken, uitgeven van werken, het (doen)
vervoeren van personen of zaken. Soort restcategorie.
Arbeidsovereenkomst art. Overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich
7:610 BW verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon
gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.”
Voorbeelden van werk buiten het arbeidsrecht: werk verricht door zelfstandig ondernemers,
freelancers, vrijwilligers, stagiaires, ambtenaren (zie echter Wnra), werk in bijstand, door
gedetineerden, huishouden en zorg voor kinderen/familie.
• Arbeid kan zijn ‘vrijwel iedere willekeurige bezigheid, moeite kostend of niet, van geestelijke
of lichamelijke aard’. Beschikbaar zijn om arbeid te verrichten kan ook arbeid zijn. Wel moet
er sprake zijn van een reële prestatie aan de werkgever. En: persoonlijke arbeid art. 7:659
BW: ‘De werknemer is verplicht de arbeid zelf te verrichten; hij kan zich daarin niet dan met
toestemming van de werkgever door een derde doen vervangen.’ Zie bv. PostNL-uitspraken
over het al dan niet bestaan van een arbeidsovereenkomst. Zij konden zich laten vervangen,
dus geen verplichting om de arbeid zelf te verrichten.
• Loon zie HR Huize Bethesda, ook kost en inwoning kan loon zijn.
• Gezag (in dienst van) bij dit element moet er onderscheid worden gemaakt tussen de
materiele (eenzijdig instructies geven) en de formele (organisatorische inbedding)
gezagsverhouding.
• (Gedurende zekere tijd) heeft geen zelfstandige betekenis.
Gezag door werkgever Zelfstandig werk
Betaald werk Arbeidsovereenkomst Ondernemerschap, zzp-ers,
freelancers
Onbetaald werk Vrijwilligers, stagiaires Huishoudelijk werk, zorg voor
kinderen
Kwalificatie: hoe bepaal je of er sprake is van een arbeidsovereenkomst?
HR 14 november 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2495, JAR 1997/263 (Groen/Schroevers) p. 48
Welke rechten en plichten tussen partijen hebben te gelden, wordt bepaald door hetgeen hun bij het
sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij de
overeenkomst feitelijk hebben uitgevoerd en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Daarbij is niet
een enkel kenmerk beslissend, maar moeten deze in onderling verband worden bezien.
De kwalificatie van partijen zelf is van belang, maar niet doorslaggevend. Het gaat om het ‘totale
plaatje’ (= holistische benadering)
HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746, NJ 2021/116 (X/Gemeente Amsterdam) TRA 2021/55
Anders dan uit Groen/Schoevers wel is afgeleid, speelt de bedoeling van partijen geen rol bij de vraag
of de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. De partijbedoeling
speelt geen rol meer bij de kwalificatie, maar speelt nog slechts een rol bij de uitlegfase. De
kwalificatie van een overeenkomst moet worden onderscheiden van de – daaraan voorafgaande –
vraag welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen. Die vraag dient te worden
2
,beantwoord aan de hand van de Haviltexmaatstaf. Nadat de rechter met behulp van die maatstaf de
overeengekomen rechten en verplichtingen heeft vastgesteld (uitleg), kan hij beoordelen of die
overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst (kwalificatie).”
Dus twee stappen:
1. Eerst uitleg van de overeengekomen rechten en plichten met Haviltexnorm.
2. Dan kwalificatie (beoordelen of die overeenkomst de kenmerken heeft van een
arbeidsovereenkomst). -> Arbeid, loon, gezag.
Hoe zit het bijv. met platformwerk? Bijeenbrengen van vraag en aanbod op een platform. Zij willen
niet als werkgever gezien worden. Vb. deliveroo-zaken.
• Ktr. A’dam 23 juli 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:5183 > Deliveroo-bezorger ≠ werknemer.
Vrijheid om te bepalen of en wanneer je wilt werken.
• Rb A’dam15 januari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:198 >Deliveroo-bezorger = werknemer. Wel
vrijheid om te beslissen om rit aan te nemen, maar bij rit aangenomen dan wel sprake van
gezag en sprake van een arbeidsovereenkomst.
• Hof Amsterdam 16 februari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:392 > Deliveroo-bezorger =
werknemer. Tendens - ook in andere landen - is dat er wel sprake is van een
arbeidsovereenkomst.
Gezagscriterium (in dienst van)
Het is niet noodzakelijk dat werkgever de inhoud van de werkzaamheden bepaalt. Voldoende is dat
werkgever aanwijzingen kan geven die de werknemer moet opvolgen = instructiebevoegdheid. Of
bijv. dat de werknemer gebonden is aan de orderegels van de organisatie. Niet alleen partijen zelf,
maar ook ‘derden’ kunnen claimen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Denk aan de
Arbeidsinspectie, een pensioenfonds, de fiscus, etc. Anders lopen zij premies mis.
Rechtsvermoeden bestaan arbeidsovereenkomst
Art. 7:610a BW: Arbeid tegen beloning, 3 achtereenvolgende maanden, iedere week of 20 uur per
maand werken. Maar: Weerlegbaar rechtsvermoeden. Derde kan zich er niet op beroepen. Artikel
wordt niet vaak gebruikt en werkgever is vaak in staat het vermoeden te weerleggen.
Europees werknemersbegrip
De kwalificatie werknemer of zelfstandige is in de eerste plaats een nationale zaak, maar door
rechtspraak van HvJ EU over EU Richtlijnen ontstaat er een Europees werknemersbegrip. Dit is ook in
beweging! Zie bijv. de Yodel-zaak (april 2020). Kwalificatie ‘zelfstandige’ naar nationaal recht sluit
niet uit dat een persoon aangemerkt wordt als ‘werknemer’ naar Unie-recht. Ook hier is essentieel
dat gedurende zekere tijd in een ‘gezagsverhouding’ arbeid wordt verricht. Pennings: ‘iemand is
werknemer indien hij onder leiding van een ander handelt wat betreft onder meer de vrijheid om zijn
tijdschema en de plaats en de inhoud van zijn werk te kiezen, tegen loon prestaties verricht, en
tijdens de duur van de arbeidsverhouding is opgenomen in de onderneming van die werkgever,
waarmee hij een economische eenheid vormt.’
Casus
Vraag 1: (1) Hij zal willen weten hoe vrij Thijmen was om de uitvoering van zijn werk naar eigen
inzicht in te richten. Hij zal dit willen weten om vast te stellen of er sprake is van een
gezagsverhouding. (2) Hij zal willen weten of Thijmen zich mocht laten vervangen. Immers artikel
7:659 BW luidt: ‘De werknemer is verplicht de arbeid zelf te verrichten; hij kan zich daarin niet dan
met toestemming van de werkgever door een derde doen vervangen.’ Werknemers mogen zich
doorgaans niet zomaar laten vervangen. (3) Werkte Thijmen uitsluitend voor Omroep Brabant of had
hij ook andere opdrachtgevers? Meer opdrachtgevers duidt op echt ondernemerschap.
3
, Vraag 2: Hij kan een beroep doen op art. 7:610a BW. Weerlegbaar rechtsvermoeden. Voorwaarden:
Arbeid tegen beloning. 3 achtereenvolgende maanden. Iedere week of 20 uur per maand hebben
gewerkt.
4