Socialezekerheidsrecht
Inhoudsopgave
College 1 – Introductie socialezekerheidsrecht 6 september 2021................................................................. 2
Hoofdstuk 1 en 2 .................................................................................................................................................. 2
College 2 – Personele werkingssfeer werknemersverzekeringen 13 september 2021 ..................................... 3
Hoofdstuk 3.1 en 3.2 ............................................................................................................................................ 3
College 3 – Ontstaansvoorwaarden van het recht op WW-uitkering 20 september 2021................................ 6
Hoofdstuk 6.1 t/m 6.3.3 en 6.3.7 en 6.4 .............................................................................................................. 6
College 4 – Geldend maken van het recht op WW-uitkering 27 september 2021 ........................................... 8
Hoofdstuk 6.3.4 t/m 6.4 en H13........................................................................................................................... 8
College 5 – Bijstand en bestaansminimumuitkeringen 4 oktober 2021 ........................................................ 11
Hoofdstuk 3.5, 11, 12.3 t/m 12.5 en 13.5 .......................................................................................................... 11
College 6 – Volksverzekeringen: AOW en Anw 11 oktober 2021.................................................................. 15
Hoofdstuk 3.3, 7, 8.1 t/m 8.3, 8.8, 8.9 en 9.1, 9.2, 9.7 ...................................................................................... 15
College 7 – Oefencollege 25 oktober 2021 ................................................................................................. 18
College 8 – Kortdurende arbeidsongeschiktheid, de ZW en loondoorbetaling bij ziekte 1 november 2021 .... 20
Hoofdstuk 4 ........................................................................................................................................................ 20
College 9 – Invloed internationale normen op het socialezekerheidsrecht (in Nederland) 8 november 2021 . 24
Hoofdstuk 15 ...................................................................................................................................................... 24
College 10 – Langdurende arbeidsongeschiktheid, de Wet WIA 15 november 2021 ..................................... 27
Hoofdstuk 5 ........................................................................................................................................................ 27
College 11 – Re-integratie van zieke werknemers 22 november 2021.......................................................... 31
Hoofdstuk 12 ...................................................................................................................................................... 31
College 12 – Oefencollege 29 november 2021 ............................................................................................ 35
1
,College 1 – Introductie socialezekerheidsrecht 6 september 2021
Hoofdstuk 1 en 2
Wat verstaan we onder sociale zekerheid? Het geheel van regelingen die vormgeven aan solidariteit
met personen die geconfronteerd worden met (de dreiging van) een gebrek aan inkomen uit arbeid
of met bijzondere kosten. Belangrijkste kenmerken:
• Aanwezigheid van solidariteit: verschillende vormen van solidariteit, vb. inter- en
intragenerationeel en horizontaal/verticaal.
o Om solidariteit te genereren moet de socialezekerheidsregeling verplicht worden
opgelegd. Uitzonderingen: vaak in een omvangrijk verplicht stelsel, vb. Duitsland.
Onderscheid (solidariteit) particuliere/private verzekeringen.
• Zich voordoen van een sociaal risico: IAO Conventie 102 (minimumstandaarden sociale
zekerheid), omvat niet sociale bijstand(behoeftigheid)! Maar wel o.a. ouderdom, overlijden,
werkloosheid, zorg, gezinslast.
Risico’s:
o Verlies arbeidsinkomen vb. ouderdom, overlijden, arbeidsongeschikt, werkloosheid
o Bijzondere kosten vb. opvoeden kinderen, noodopvang gezondheidszorg
o Toestand van behoeftigheid (armoede) = residuair/opvang
Erkende sociale risico’s: gemeenschap beslist welke risico’s gesolidariseerd worden. Gevolg?
Evolutie begrip sociaal risico, vb. risico van overlijden in vraag.
Socialezekerheidsrecht: focus op uitkeringen in cash vs uitkeringen in natura/diensten.
Uitzonderingen: gezondheidszorg en zorgafhankelijkheid. Publiekrechtelijk karakter sociale zekerheid
> particuliere actoren.
Technieken van socialezekerheidsvorming:
Sociale verzekering vs. sociale voorzieningen (bijstand)
• Toestand van behoeftigheid – middelentoets; wijst in de richting van sociale bijstand
• Discretionaire bevoegdheid – sociale bijstand
• Bijdrage financiering – wijst in de richting van sociale verzekeringen, niet het beste criterium
Probleem: in rechtsvergelijkend perspectief
• Geen duidelijk onderscheid meer: sociale verzekeringen met middelentoets, sociale bijstand
zonder discretionaire bevoegdheden (subjectief recht)
Drie pijlers
• Basis zijn de wettelijke socialezekerheidsstelsels
• Aanvullend particulier/groepsverzekeringen
• Aanvullend individuele verzekeringen
Financiering is repartitie/kapitalisatie
Oorsprong sociale zekerheid:
• Otto von Bismarck Duitsland 1870-1880: antisocialistische wetgeving introduceert eerste
sociale verzekeringen. Verzekeringen gebaseerd op beroepsgroep. Gefinancierd door
bijdragen gekoppeld aan arbeid. Uitkeringen zijn gekoppeld aan voorverdiend
beroepsinkomen. Administratie en beheer door werkgevers en werknemers. Bijdragen door
werkgever en werknemer (artificieel) ter rechtvaardiging paritair beheer.
Werknemersverzekeringen.
• Lord Beveridge Engeland 1940: rapport in reactie op Bismarck-systeem. Ingezetenen vrij van
sociale normen, sociale zekerheid als mensenrecht > universele dekking. Budget
gefinancierd. Forfaitaire uitkeringen. Administratie door de staat. Volksverzekeringen.
• Nederland is een hybride van deze twee systemen, maar meer richting privatisering.
2
,College 2 – Personele werkingssfeer werknemersverzekeringen 13 september 2021
Hoofdstuk 3.1 en 3.2
Sociale zekerheid: sociale verzekering (premies): op te splitsen in volksverzekeringen; AOW, Anw,
Akw, Wlz, Zvw en werknemersverzekeringen; WW, ZW, WIA, WAO. Sociale voorzieningen (algemene
middelen): PW, toeslagenwet, IOAW/IOAZ/IOW.
Begrip werkingssfeer
Doelgroep: binnengrenzen = wanneer valt iemand binnen Nederland onder het
socialezekerheidsstelsel en buitengrenzen = wat valt er buiten de grens van Nederland, vb EU.
Relevantie: zo kun je inschatten of bepaalde personen wel of niet onder een wet/regeling vallen.
Voor volksverzekeringen zijn dit de ingezeten. Voor werknemersverzekering de werknemers, maar
zie de wet! Art. 20 ZW, art. 15 WW, art. 7 WIA.
ZW:
• Artikel 19: verzekerde heeft recht op ziektegeld
• Artikel 20: werknemers zijn verzekerd
• Artikel 3 t/m 8c: werknemersbegrip
WW:
• Artikel 15: recht op uitkering voor werknemer die werkloos is
• Artikel 3 t/m 8a: werknemersbegrip
Wet WIA:
• Artikel 7: verplicht verzekerd is de werknemer
• Artikel 8 en 9: werknemersbegrip, expliciete verwijzing naar ZW
• Artikel 47 lid 1: de verzekerde die ziek wordt én de wachttijd heeft doorlopen
• Artikel 54 lid 1: de verzekerde die ziek wordt én de wachttijd heeft doorlopen
Het begrip werknemer: hoofdregel art. 3 ZW/WW enige verschil is jonger dan AOW-leeftijd in WW.
De Wet WIA sluit in artikel 8 lid 1 aan bij de omschrijving van de ZW. Op deze regel volgen in de wet
uitbreidingen en beperkingen.
Het werknemersbegrip p. 72
Publiekrechtelijk: ambtenaren, zie Wnra aanstellingsbesluit.
Privaatrechtelijk: arbeidsovereenkomst naar het BW art. 7:610 BW
• In dienst van (gezag): instructiebevoegdheid werkgever en ondergeschiktheid werknemer
CRvB Invoegen losbladige 1999 p. 76: de gezagsverhouding ontbrak.
• Loon: reële tegenprestatie voor de arbeid, door werkgever te betalen
• Zekere tijd: vage component, geen min. arbeidstijd nodig voor aok
• Arbeid: voor werkgever productieve arbeidsprestatie, soms ook wachttijd, slaapdienst
• Persoonlijk: art. 7:659 BW, zelf verrichten; alleen met toestemming vervanging mogelijk
HR Goudenkooi-arrest 2011 p.74: alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien,
hetgeen partijen voor ogen stond bij aangaan overeenkomst, de wijze waarop partijen uitvoering
hebben gegeven. Wel een arbeidsovereenkomst.
HR Groen/Schoevers 1997 p.74: De kwalificatie van partijen zelf is van belang, maar niet
doorslaggevend. Het gaat om het ‘totale plaatje’ (= holistische benadering).
HR Werknemersbegrip ZW voorbijstandsgerechtigde 2016: uitgebreide illustratie van wat
beoordeling van het werknemersbegrip met zich mee kan brengen. i.c. geen werknemerschap.
Bronnen:
• Wet
• Uitgelegd in jurisprudentie:
o Arbeidsrecht: HR
o Sociale zekerheid: CRvB, enkele keer cassatie HR
3
, o HR: neigt naar beoordeling op bedoeling van partijen. Keerpunt: nov. 2020! X/Gemeente
Amsterdam.
o CRvB: neigt naar beoordeling op feitelijke situatie. O.a. door Gouden Kooi-arrest: wel
toenadering tot elkaar.
• Beleidsregels uitvoerder (UWV) leveren aanvullende criteria. Werkzaamheden wezenlijk
onderdeel bedrijfsvoering? Verricht binnen organisatorisch verband werkgever? Financieel
belang bij onderneming? Familieband? Eerder werkzaamheden verricht als werknemer?
• Let op: een zelfstandige is géén werknemer en is dus (nog) niet verzekerd! Artikel 4 lid 1 en 5
WW/ZW, artikel 8 lid 1 Wet WIA. Schijnzelfstandige: Kijk naar: ondernemersrisico,
investeringen, KvK-inschrijving, meerdere opdrachtgevers, personeel etc.
Uitbreiding werknemersbegrip p. 78
Werknemersbegrip in sociale zekerheid is ruimer dan in civiele recht. Rariteitenbesluit pw. 359
• Gelijkstelling, art 4 ZW/WW: Bij fictieve dienstbetrekking is positie van de werkende sociaal
en economisch vergelijkbaar met die van werknemer. Denk aan aangenomen werk,
stagiaires, leerlingen.
• Rariteiten, art 5 ZW/WW: Restgroep. Denk aan thuiswerkers, artiesten, musici,
beroepssporters, soms freelancers
• Uitkeringsgerechtigden, art 7 t/m 8c ZW, art 8 WW, art 9 WIA
Werknemersbegrip in SZ ruimer dan in AR; bijv. de rariteiten:
Thuiswerker:
• Arbeidsverhouding van tenminste 30 dagen art. 1 lid 2 onder a Rariteitenbesluit
• Minimaal 40% van het minimumloon verdienen art. 1 lid 2 onder b Rariteitenbesluit
• Beperkt aantal hulpen art. 2 onder a Rariteitenbesluit
• Op doorgaans twee dagen per week art. 5 Rariteitenbesluit
Freelancer/zzp-er
• Geen dienstbetrekking aanwezig
• Wel voldaan aan art 3 (AOK), art 4 (gelijkstelling) of art 5 onder d (rariteiten)
• Toch geen WN, maar maatschappelijk daarmee gelijkgesteld (gefingeerde dienstbetrekking)
Beperking werknemersbegrip p. 80
• Leeftijd: AOW-leeftijd, art 3 lid 1 WW, art 8 lid 1 sub b Wet WIA
• Artikel 6 lid 1 ZW/WW en artikel 8 lid 1 Wet WIA:
o Ministers, staatssecretarissen etc,
o Vrijwillige brandweer, politie
o Huishoudelijke hulp < 4 dagen per week bij natuurlijk persoon
o DGA- Vrijwilliger met jaarinkomen < 1.500 euro
• Let op: soms wel voldaan aan werknemersbegrip, maar toch geen recht op uitkering:
Uitsluitingsgronden. Behandelen we per wet!
ZZP’er p. 76
Uitgangspunt: zelfstandige is géén werknemer, dus niet verzekerd voor de
werknemersverzekeringen. In Nederland een groot probleem met schijnzelfstandigen, zij vallen wel
onder de werknemersverzekeringen.
1. VAR: belastingdienst beoordeelt vooraf, Omslachtig, niet ideaal
2. DBA: vanaf 2016. Toetsing vooraf, toch nog onzekerheid over evt. herbeoordeling achteraf.
Mislukt/handhaving opgeschort.
3. Heden: alternatief? Pilot Web module Beoordeling Arbeidsrelatie
Post NL-zaken en Deliveroo-zaken: met wisselende uitkomst. Wel steeds meer richting werknemer.
Soms arbeidsovereenkomst aangenomen:
• Maatschappelijke positie en gebrek aan zelfstandigheid
4