Notities Vermogensrecht periode 3
College 1:
Art. 3:33 BW: een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door
een verklaring heeft geopenbaard.
Art. 6:217 lid 1 BW: hoe komt een overeenkomst tot stand?
Aanbod + aanvaarding = overeenkomst
Aanbod = een rechtshandeling (art. 3:33 BW).
Aanvaarding: een bericht die iemand openbaard om zo te laten zien dat hij het product wil
verkopen.
Wil en verklaring moeten overeenstemmen !!
Art. 3:32 lid 1 BW: iedere natuurlijk persoon is bekwaam tot het verrichten van
rechtshandelingen, tenzij de wet anders bepaalt (= handelingsbekwaam).
Rechtshandeling door onbekwame is vernietigbaar.
Wanneer wil en verklaring niet overeenstemmen = geen overeenkomst/rechtshandeling.
→ Uitzondering: gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW).
Art. 3:34 BW: geestelijke stoornis.
Aansluitende aanvaarding (art. 6:225 BW): een aanvaarding die van het aanbod afwijkt,
geldt als een nieuw aanbod en als een verwerping van het oorspronkelijke.
Arrest Hennis Hofland: bepaalde dat een huis te koop aanbieden in een woongids in het
algemeen niet gezien moet worden als een aanbod maar als een uitnodiging tot
onderhandeling.
Herroepelijk versus onherroepelijk aanbod (art. 6:219 BW):
- Herroepelijk: een aanbod kan worden herroepen tot aan het moment van
aanvaarding door de andere partij, behalve wanneer voor de aanvaarding een termijn
is gesteld.
- Onherroepelijk: de aanbieder mag het aanbod niet herroepen. Of sprake is van een
onherroepelijk aanbod kan blijken uit het aanbod zelf, bijvoorbeeld omdat er een
termijn voor aanvaarding is gesteld (op = op , *zolang de voorraad strekt).
Onderscheid herroeping en intrekken:
- Herroeping (art. 6:219 BW): kan nog zolang de aanvaarding nog niet is verzonden.
- Intrekken (art. 3:37 lid 5 BW): kan nog zolang het aanbod nog niet is ontvangen door
de wederpartij (bijv. met een sneller communicatiemiddel ‘inhalen’).
, College 2:
Wilsontbreken: wil en verklaring stemmen niet overeen.
→ Gevolg = geen overeenkomst, tenzij er sprake is van art. 3:35 BW.
Wilsgebrek: wil en verklaring stemmen overeen maar de wil is gebrekkig gevormd.
Soorten wilsgebreken:
1. Bedreiging (3:44 lid 2 BW).
Bedreiging is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een
bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig
nadeel in persoon of goed te bedreigen. De bedreiging moet zodanig zijn, dat een
redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed.
2. Bedrog (3:44 lid 3 BW) (kwade opzet).
Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde
rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste
mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger
verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep. Aanprijzingen in
algemene bewoordingen, ook al zijn ze onwaar, leveren op zichzelf geen bedrog op.
3. Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4 BW).
Misbruik van omstandigheden is aanwezig, wanneer iemand die weet of moet
begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand,
afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid,
bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van
die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem
daarvan zou behoren te weerhouden.
4. Dwaling (6:228 BW).
Een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een
juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar:
1a) indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze
mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden
gesloten;
1b) indien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of
behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;
1c) indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste
veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling
van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten
van de overeenkomst zou worden afgehouden.
Let op! Als je weet van welke soort dwaling er sprake is bij het tentamen, ligt dan ook toe
waarom.
Art. 6:228 lid 2 BW: wanneer vindt er geen vernietiging plaats o.g.v. dwaling?
Vernietiging vindt plaats d.m.v. buitengerechtelijk (3:50 BW) of door rechterlijke
uitspraak (3:51 BW).