Verbintenissenrecht begrepen: 1 t/m 10
Consument & recht in de praktijk: 1 t/m 17
Recht: een introductie: 2 t/m 4
Verbintenissenrecht begrepen
Hoofdstuk 1: plaatsbepaling
Een verbintenis is iets wat je volgens het recht moet doen of laten. Deze verplichting is de prestatie.
Een verbintenis gaat om de verplichting tot prestatie dat op geld waardeerbaar is. Deze kent 2
partijen: de een heeft recht op iets waar de ander toe verplicht is. Hieraan is men verplicht te
voldoen. Niet nakomen -> aansprakelijkheid voor gevolgen.
Definitie verbintenis:
• Vermogensrechtelijke relatie;
• Tussen 2 of meer partijen;
• Waarbij de ene partij verplicht is op een (op geld waardeerbare) prestatie;
• Waar de andere partij recht op heeft.
Ontstaan van verbintenissen:
1. Wet
2. Overeenkomst
Verbintenissen uit overeenkomst:
Rechten en plichten vloeien hieruit voort. Betreft een afspraak tussen partijen. Deze instaat door een
aanbod wat aanvaard wordt, waaruit moet blijken dat de wil van beiden overeenstemt (:
wilsovereenstemming). De meeste overeenkomsten bestaan uit 2 verbintenissen: een verbintenis
(aanbod) wordt uitgevoerd en gaat teniet. Vervolgens moet de tweede verbintenis (prestatie)
worden uitgevoerd (vb: bank leent geld -> later terugbetaling).
De prestatie is het object van de verbintenis en bestaat uit doen of laten. Debiteur (schuldenaar) en
crediteur (schuldeiser) zijn rechtssubjecten: dragers van rechten en plichten.
Het niet goed nakomen van een prestatie heet wanprestatie. Dit is een tekortkoming in nakoming.
Arbeidsrecht en huurrecht kennen ook een plek in het verbintenissenrecht.
Verbintenissen uit overeenkomsten bestaan ook uit het laten. Bijvoorbeeld een concurrentiebeding
in het arbeidsrecht (niet bij concurrerend bedrijf werken in een termijn).
Verbintenissen uit de wet:
• Onrechtmatige daad
• Rechtmatige daad
Verbintenissen uit wet: onrechtmatige daad:
De belangrijkste bron van verbintenissen. Het instaat niet bij wilsovereenstemming, maar een
gebeurtenis. Aansprakelijkheid is onafhankelijk van de wil ontstaan. Verbintenis vloeit voort uit de
wet door een feitelijke handeling.
De schuldenaar veroorzaakt schade aan de schuldeiser die vergoed moet worden (bv tegen
andermans auto komen met de fiets). De schuldenaar heeft een wettelijke aansprakelijkheid, omdat
deze (onbedoeld) een onrechtmatige daad pleegt. De prestatie is de schadevergoeding.
Verschil met verbintenis uit overeenkomst: bij verbintenissen uit overeenkomst ontstaan meestal 2
verbintenissen, bij de onrechtmatige daad 1.
,Voor de aansprakelijkheid tegen de onrechtmatige daad kun je een WA-verzekering afsluiten.
Iedereen met een gemotoriseerd voertuig is hiertoe verplicht. De WA-verzekering vergoedt geen
schade die express is gemaakt, dit wordt bepaald in de algemene voorwaarden van de
verzekeringsovereenkomst. Schade toebrengen als bedoeling is ook een onrechtmatige daad waarbij
wettelijke aansprakelijkheid geldt. Maar ook is dit strafbaar, in tegenstelling tot per ongeluk schade
toebrengen.
Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daden:
• Onverschuldigde betaling
Iemand betaald een ander onverschuldigd (er was geen verbintenis om dit te betalen) en dit
bedrag moet volgens wettelijke bepalingen weer teruggestort worden, ongeacht de wil.
• Ongerechtvaardigde verrijking
Iemand betaald de ander onverschuldigd, waarover rente wordt verkregen. Wet bepaald dat
zowel het bedrag als de onrechtvaardig de verrijking (: rente) moet worden terugbetaald.
• Zaakwaarneming
Schade wordt hersteld door een ander zonder dat is gevraagd is. De kosten van herstel
dienen betaald te worden volgens de wet (gebroken raam -> buurman maakt het -> jij
vergoedt de gemaakte kosten). Hierbij is ook geen wilsovereenstemming van toepassing.
Bij rechtmatige en onrechtmatige daden speelt de wil geen rol. De feitelijke handeling in combinatie
met de wettelijke bepaling laat de verbintenis ontstaan.
Verbintenissenrecht als onderdeel van privaatrecht:
- Het verbintenissenrecht geeft onder andere de regels die gelden bij situaties waarin schade
ontstaat regels die gelden wanneer overeenkomsten worden gesloten.
- Een van de belangrijkste taken is oplossingen bieden in situaties waarin partijen bij
overeenkomst een verschil van mening hebben.
- Maatschappelijk belang is groot omdat het een grote rol speelt bij economisch verkeer.
- Privaatrecht regelt de betrekkingen tussen (rechts)personen onderling en hun vermogen.
Publiekrecht:
Het publiekrecht regelt betrekkingen tussen overheid en burgers. Hieronder vallen onder andere
strafrecht en bestuursrecht. Bestuursrecht omvat o.a. socialezekerheidsrecht (WAO), belastingrecht
(heffing van verschillende vormen ervan), onderwijsrecht (financiering en recht op onderwijs) en
milieurecht (verstrekking milieuvergunningen voor bedrijven). Verder omvat het ook staatsrecht
(organisatie en inrichting van de overheid en wijze van totstandkoming van wet en regelgeving),
internationaal recht (regelt verhoudingen tussen NL en andere Staten) en Europees recht
(regelgeving van de Europese Unie). Deze drie worden als aparte rechtsgebieden gezien door het
internationale karakter. Bestuursrecht is dus een verzamelnaam voor alle terreinen waarin de
overheid door middel van recht, regelend optreedt in maatschappelijk verkeer.
Onderverdeling van privaatrecht:
Vermogensrecht en personenrecht:
• Personenrecht: wie in het privaatrecht drager kunnen zijn van rechten en plichten. Dit kan
worden onderverdeeld in personen- & familierecht (regels voor natuurlijke personen) en
rechtspersonenrecht (regels die gelden voor rechtspersonen).
- Rechtspersonenrecht: bepaald wat we verstaan onder bv. een naamloze vennootschap (nv),
besloten vennootschap (bv), een stichting of vereniging.
- Rechtspersonen: nv’s, bv’s, verenigingen en stichtingen zijn rechtspersonen. Ook zijn er
rechtspersonen die eigenaar zijn van zaken, gebouwen kopen, mensen in dienst nemen,
huurovereenkomst aangaan etc. Biedt continuïteit en zekerheid voor handelsverkeer en dus
, klanten (rechtspersoon kan in tegenstelling tot natuurlijk persoon niet overlijden).
Natuurlijke personen vertegenwoordigen de rechtspersoon.
• Vermogensrecht: alle regels omtrent vermogen. Vermogen zijn alle bezittingen die op geld
waardeerbaar zijn. Vermogensrecht valt uiteen in het goederenrecht en verbintenissenrecht.
- Goederenrecht bepaald waaruit vermogen kan bestaan. De relatie van een persoon tot
goederen.
- Verbintenissenrecht geeft o.a. aan hoe je je vermogen kunt verhandelen en bepaald wat er
gebeurt als iemand schade toebrengt aan vermogen.
- Ook overeenkomstenrecht is onderdeel van het verbintenissenrecht.
Overige privaatrechtelijke rechtsgebieden:
- Faillissementsrecht: te vinden in de Faillisementswet. Regelt hoe een (rechts)persoon failliet
kan worden verklaard en dan dient te gebeuren.
- Burgerlijk procesrecht: te vinden in Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingen (Rv). Regelt
hoe je een gerechtelijke procedure aanspant, hoe die verloopt en wat er met de uitspraak
van de rechter kan gebeuren.
Invloed van overheid in privaatrecht:
• De regels worden door de wetgever opgesteld;
• Ingeval van conflict kunnen zij elkaar voor de civiele rechter dagen.
Privaatrechtelijk handelen door burgers:
• Burgers gaan onderling overeenkomsten aan;
• Burgers richten samen een rechtspersoon op;
• Trouwen.
Handhaving van het recht:
- Publiekrechtelijk: door de overheid. Strafrecht wordt gehandhaafd door politie en OM. In
bestuursrecht kunnen vele overheidsinstanties als handhaver optreden.
- Privaatrechtelijk: door rechtssubjecten zelf. Het initiatief ligt dus bij natuurlijke- en
rechtspersonen. Bijvoorbeeld door via de rechter nakoming van overeenkomst af te
dwingen. Rechtssubjecten hebben bevoegdheden en de overheid stelt faciliteiten ter
beschikking.
Privaatrechtelijk handelen door overheid:
• Gemeenten, provincies en uitkeringsinstanties hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen
overeenkomsten sluiten.
• Kopen, huren, arbeidsovereenkomsten sluiten of verhuren.
Beginselen van het privaatrecht:
• Contractsvrijheid: partijen zijn in het verbintenissenrecht vrij overeen te komen wat zij
willen, zolang dit niet expliciet verboden of in strijd met openbare orde/ goede zeden is.
• Pacta sunt servanda: overeenkomsten moeten worden nagekomen. Belofte maakt schuld.
• Vormvrijheid: zolang niet expliciet anders bepaald door de wetgever, geldt geen speciale
vorm, tenzij hij hier expliciet van afwijkt. Schriftelijk is wel praktisch uit bewijstechnisch
oogpunt. Ten behoeve van rechtszekerheid zijn veel uitzonderingen op dit beginsel. Daarvoor
zijn de speciale functionarissen: notaris, deurwaarder en ambtenaar van burgerlijke stand.
• Redelijkheid en billijkheid: Redelijkheid verwijst naar het verstand of ratio, billijkheid verwijst
naar het rechtsgevoel. Het geeft de rechter de mogelijkheid recht te doen aan de individuele
situatie.
, • Bijzonder gaat voor algemeen: als er in een situatie twee rechtsregels op een situatie
betrekking hebben, gaat de bijzondere regel voor.
Onderscheid dwingend en regelend recht:
- Van dwingend recht mag niet worden afgeweken. Vaak van toepassing bij artikelen die 1
partij beschermen.
- Regelend recht vult aan als partijen niets hierover afspreken. Hiervan mag afgeweken
worden.
Onderscheid tussen materieel en formeel recht:
- Materieel betekend inhoudelijk: wie in welke situatie waarop recht heeft. Bepaald wie gelijk
heeft in een geschil.
- Formeel zijn de procedures waarmee iemand recht kan verwezenlijken (in het privaatrecht
ook civiele- of burgerlijk procesrecht). Bepaald of je in de praktijk ook je gelijk kan halen.
- Direct verband tussen beiden: materiele regels bepalen wat je moet kunnen bewijzen om in
een procedure je gelijk te halen.
Burgerlijk procesrecht:
- Hoofdregels: “wie stelt, bewijst”. Door te eisen stel je dat de ander een wanprestatie heeft
gepleegd en dit moet je bewijzen. Uitzondering is als de tegenpartij het gestelde niet betwist.
De rechter is vrij in zijn waardering van het bewijs. Hij kan de tegenpartij ook een
bewijsopdracht gever, als de eiser voldoende bewezen heeft.
- Partijdigheid: getuigenverklaringen van partijen zelf wordt niet veel waarde aan gehecht,
omdat zij een belang erbij hebben. Onpartijdige getuigen dienen als bewijs van de stelling.
- Kosten van procederen: vaak is een advocaat verplicht en moet griffierecht worden betaald.
Ook wij winst worden niet alle kosten terugbetaald.
- Conflicten voorkomen: veel grote organisaties zoals overheidsinstellingen en commerciële
bedrijven hebben juridische afdeling die conflicten en juridische problemen willen
voorkomen. Door duidelijke afspraken te maken over mogelijke problemen.
Vaak proberen juristen bij procederen eerst in der minne te schikken: in onderling overleg
oplossen/schikken.
- Belang voor de rechtspraak: wetgever stelt een wet vast, waarna de rechterlijke macht de
tekst moet uitleggen. Hij interpreteert de teksten. Jurisprudentie is zeer belangrijk voor de
rechterlijke uitspraken.
Hoe komt een rechterlijke uitspraak in privaatrecht tot stand:
- Procedure start bij een rechtbank (ieder heeft zijn arrondissement). Deze is onderverdeeld in
sector civiel (alle andere privaatrechtelijke procedures) en kanton (is bevoegd tot €25.000 bij
huur, arbeids- en consumentenzaken).
- Na uitspraak van rechtbank (vonnis) kan in hoger beroep worden gegaan bij de burgerlijke
kamer van een gerechtshof, met ieder een eigen gebied (ressort). NL kent 4 ressorten:
Amsterdam, Den Haag, Arnhem-Leeuwarden en Den Bosch. Uitspraak is een arrest.
- Hierna kan in cassatie bij de Hoge raad. Deze gaat uit van de feiten zoals die door het
gerechtshof zijn vastgesteld en kijkt of het recht goed is toegepast. Niet goed toegepast ->
vernietigen/casseren en terugverwijzen naar een ander gerechtshof om opnieuw te beslissen
of zelf de zaak afhandelen (arrest).
- De Hoge Raad is de hoogste rechter in privaatrecht. Bij twijfel over de uitleg van een wettelijk
begrip in een zaak zal de rechtbank of gerechtshof kijken of de Hoge Raad al eerder een
uitspraak heeft gedaan.
Uitspraken worden voorzien van een ECL-code: European Law Case Identifyer. Opbouw is:
ECLI:landcode:gerechtscode:jaar:nummer.