• Beschrijven ( en herkennen)
- Waar is het? / Wat zie je? => beschrijven
- Landschap; klimaat, mens, flora, fauna, reliëf, water, bodem
- Heb je dat al eens eerder gezien? / Waar zie je dit nog meer? => herkennen
• Verklaren ( en voorspellen)
- Waarom daar? => verklaren
- Verband tussen 2 (of meer) factoren
- Wat zal er gebeuren als? => voorspellen
• Aandachtsgebieden
- Natuurlijke verschijnselen in het landschap => fysische geografie /
natuurkundige aardrijkskunde
- Mensen bij aardrijkskunde => sociale geografie / mens-aardrijkskunde
- Levensonderhoudend / bestaansmiddelen (diensten, industrie, landbouw)
Hoofdstuk 2 De aarde
• Negen planeten draaien om de zon
• Elk jaar heeft de aarde 6 uur extra nodig om het rondje om de zon te maken >
daarom elke 4 jaar één extra dag => schrikkeljaar
• 1/3 aardoppervlak is land
• 2/3 is water
• 7 continenten, hiertussen oceanen
• Elke oceaan;
^ zout water
^ reliëfrijke bodem
^ enkele km diep
• Zee = gebied aan rand van continent dat onder water ligt
^ zout water
^ vlakke bodem
^ enkele honderden meters diep
• Op continenten ligt water als sneeuw, (land)ijs, meren, rivieren
en grondwater (= zoet en bevat nauwelijks zout)
• Evenaar deelt aarde op in noordelijk en zuidelijk halfrond
,• Lijnen die parallel aan evenaar lopen => breedtecirkels / parallellen
• Dicht bij evenaar => lage breedte
• Dicht bij pool => hoge breedte
• Noorden evenaar => noorderbreedte
• Zuiden evenaar => zuiderbreedte
• Evenaar => nullijn (0°)
• Bij Polen zit je op 90° Noorder- of Zuiderbreedte
• Lijnen van pool tot pool => meridianen
• Nulmeridiaan bij Greenwich in Londen, die deelt de aarde in westelijk-
en noordelijkhalfrond
• Van Greenwich naar westen => Westerlengte
• Van Greenwich naar oosten => Oosterlengte
• 24 uur => etmaal
• Aardrotatie veroorzaakt dag en nacht
• Aarde is verdeelt in 24 tijdzones = 15 lengtegraden
• Aardas is schuin > seizoenen
• In winter moeten schuin invallende zonnestralen groter oppervlakte warm houden >
koudere temperatuur
• Zeewater staat onder invloed van aantrekkingskracht maan, zon en kracht
die ontstaat door draaiing aarde => Eb en Vloed
• Endogene krachten = krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken
- Onder aardkorst zit mantel (bestaat uit magma)
- Aardkorst drijft op magma
- Stroming van magma zorgt voor aardplaattektoniek
- Breuklijnen bewegen van elkaar af en naar elkaar toe;
^ van elkaar af > oceanische rug => vulkanen op bodem van zee
^ naar elkaar toe > aardkorst verdwijnt + gebergtevorming
1. Dunne oceaankorst onder continentkorst door => Subductie. -> aan rand
van continent ontstaat dan een grote diepte (=> trog) -> gebergte (vulkaan)
2. 2 continentplaten -> plooiingsgebergte
3. 2 oceaanplaten -> de ene onder de andere -> subductiezone en
vulkanische gebergte
^ langs elkaar op > aardbevingen en vulkanische verschijnselen
- Aardbeving gaat schoksgewijs
- Langs breuklijnen zijn bevingen
- Zeebeving => tsunami > hoe ondieper de bodem, hoe hoger de golf
- 2 soorten vulkanen;
, 1. Kegelvulkanen > met magma. Als magma op aardoppervlak komt => lava =>
stollingsgesteente.
2. Schildvulkanen > magma rechtstreeks uit mantel. Brede en platte vulkaan
- Hot spot => aardplaten verschuiven, maar telkens op dezelfde plek is een
uitbarsting. Nieuwe vulkanen ontstaan op deze plek
- Geiser en warmwaterbronnen zijn vulkanische verschijnselen
- Door endogene krachten is aardkorst voortdurend in beweging > door druk en
trek ontstaan breuklijnen
- Bij rek kunnen delen van aardkorst wegzakken => slenk
- Delen die blijven staan of naar boven bewegen => horst
- Slenk wordt opgevuld door klei, grind en zand dat rivieren meenemen
• Exogene krachten = buitenaf
- Wering => gesteente op aardkorst verbrokkelt of lost op
^ Mechanische verwering => gesteente breekt in stukken
^ Chemische verwering => oplossen van gesteente
- Erosie => uitscheuren
^ Zwaartekracht => loszittende keien vallen naar beneden, worden
meegenomen door water en gletsjerijs
^ Gletsjers => door beweging van gletsjers schuren stenen onder gletsjer over
de bodem > U-vormig dal
^ Water van beken en rivieren => rivier neemt sediment mee (klei, zand, grind,
etc.) > door stroming worden grote stenen ook meegenomen > bodem rivier
dieper > afzettings- / sedimentgesteente
^ Wind => minder krachtig > neemt zandkorrels en kiezelsteentjes mee > zand
schuurt langs rotsen > rotsen gepolijst
- Sedimentgesteente dat lang blijft liggen (door exogene druk en hogere
temperatuur van diepere ondergrond) ondergaat een metamorfose > metamorf
gesteente
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MakkelijkerLeren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.