Samenvatting
Samenvatting Leerdoelen verbintenissenrecht Minor Praktisch vermogensrecht en BPR - Hogeschool Leiden
- Instelling
- Hogeschool Leiden (HSL)
Leerdoelen minor praktisch vermogensrecht en BPR
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 25 pagina's
Voorbeeld 2 van de 25 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
- Uitgave:
- ISBN:
- Druk:
Voorbeeld van de inhoud
Leerdoelen – verbintenissenrechtMinor praktisch vermogensrecht
Leerdoelen week 1
De verschillende rechtsfeiten kunnen kwalificeren.
Rechtsfeiten
Blote rechtsfeiten Menselijke handelingen
Feitelijke handelingen Rechtshandelingen
Rechtsfeit: een handeling die gevolgen heeft voor het recht.
Blote rechtsfeiten: rechtsfeiten waar geen menselijk handelen aan te pas komt, maar er ontstaan wel gevolgen voor het recht →
overlijden: verdeling erfenis.
Menselijke handelingen: rechtsfeitenwaar wel sprake is van menselijk handelen.
1. Feitelijke handelingen: rondje fietsen, wordt aangereden, arm gebroken en fiets kapot → automobilist moet de schade
vergoeden → een menselijke handeling, de rechtsgevolgen zijn niet beoogd (niet de bedoeling), maar ze zijn er wel.
2. Rechtshandeling: fiets kopen via marktplaats → onderhandelen en akkoord = overeenkomst. Aan dit rechtsfeit zitten
duidelijke rechtsgevolgen gebonden: betalen en leveren. De rechtsgevolgen zijn beoogd (de bedoeling) → als bij de
handeling sprake is van een menselijke handeling dan is dat een rechtshandeling.
- Eenzijdige rechtshandeling: het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door één persoon, zonder dat de
medewering van een andere persoon nodig is (opzeggen abonnement).
- Meerzijdige rechtshandeling: het is noodzakelijk dat twee personen een bepaald rechtsgevolg tot stand willen
brengen en dat de wilsuitingen van beide partijen hierop zijn gericht.
Verschil rechtshandeling en feitelijke handeling: of de handeling wel of niet bedoeld was.
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, art. 6:213 BW
- Meerzijdige (wederkerige) overeenkomst: twee of meer verbintenissen (schoenen kopen: betalen en leveren). De
rechtshandeling is meerzijdig en de overeenkomst is wederkerig.
- Eenzijdig overeenkomst: schoenen cadeau geven, is een meerzijdige rechtshandeling en een eenzijdige overeenkomst.
Er is maar één persoon die een verbintenis heeft: degene die het paar aan de ander moet geven. De ontvanger van het
cadeau hoeft geen verbintenis na te komen.
Gerichte rechtshandeling: het moet één of meer personen hebben bereikt om zijn werking te hebben.
Ongerichte rechtshandeling: hoeft niet een bepaalde persoon niet te hebben bereikt om zijn werking te hebben.
! - LET OP: een overeenkomst is altijd een meerzijdige rechtshandeling. Beide partijen moet hier iets doen (leveren en/ of
betalen), daarom is het wederkerig.
Meerzijdige rechtshandeling, eenzijdige overeenkomst. Je moet de schenking aanvaarden, dus als daar sprake van is heb je
een overeenkomst en is er sprake van een meerzijdige rechtshandeling.
- Het is een eenzijdige overeenkomst, omdat er maar één partij is die iets moet doen.
- De partij die wil schenken moet iets doen, de partij die de schenking krijgt hoeft niet te doen.
De wederkerigheid ontbreekt hier.
De bronnen van verbintenissen kunnen benoemen.
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit, art. 6:1 BW. Als ontstaansbronnen komen in
aanmerking:
1. De wet zelf (verbintenissen uit de wet)
→ onrechtmatige daad, zaakwaarneming, onverschuldigde betaling
2. Bronnen waarnaar de wet verwijst
→ gewoonte, rechtelijke uitspraken
3. Het stelsel van de wet
→ ook als de wet noch rechtstreeks, noch via verwijzing naar andere bronnen een verbintenis in het leven roept, is het
mogelijk dat een verbintenis ontstaat. Zij dient te passen in het stelsel van de wet, en aan te sluiten bij de wet in de wet
geregelde gevallen.
Herkennen van problemen die zich kunnen voordoen bij het aangaan van een overeenkomst.
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard, art 3:33 BW.
, Leerdoelen – verbintenissenrecht
Minor praktisch vermogensrecht
Nietigheid
Een overeenkomst die door inhoud of strekking in strijd is met de wet, goede zeden of de openbare orde, is nietig (art. 3:40 lid 1
BW). De rechtshandeling heeft voor het recht nooit bestaan. Uit een van rechtswege nietige overeenkomst ontstaan geen
verbintenissen. De rechtshandeling heeft nooit bestaan, dus er is ook geen overeenkomst. Je kan geen nakoming vorderen bij
de rechter, als er niet wordt gepresteerd.
Een overeenkomst kan in velerlei opzicht een ongeoorloofd karakter dragen. In verband met art. 3:40 BW is het van belang drie
gevallen te onderscheiden:
1. Het sluiten van een overeenkomst is verboden
Strijd met dwingende wetbepalingen leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, art. 3:40 lid 2 BW, tenzij die bepaling niet
de strekking heeft de geldigheid van daarmee strijdige rechtshandelingen aan te tasten, art. 3:40 lid 3 BW. Strekt de
dwingende wetsbepaling uitsluitend ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, dan leidt dit
slechts tot vernietiging van de overeenkomst, art. 3:40 lid 2 BW.
2. Haar inhoud is ongeoorloofd
Prestatie is in strijd met de goede zeden en de openbare orde, art. 3:40 lid 1 BW
3. Haar strekking is ongeoorloofd
De strekking van een overeenkomst wordt omschreven als de voor beide partijen te voorziene gevolgen en kenbare
motieven van de overeenkomst.
Handelingsonbekwaamheid
Iedere natuurlijke person is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt (art. 3:32
lid 1 BW).
Wie de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, tenzij gehuwd of gehuwd geweest, is (in beginsel) handelingsonbekwaam.
Enige gevallen waarin een minderjarige zelfstandig volledig rechtshandelingen kan verrichten.
- Met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger, art. 1:234 lid 1 BW;
- Indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen
van deze leeftijd deze zelfstandig verrichten, art. 1:234 lid 3 BW;
- Handlichting is een middel om aan minderjarigen (mits ten minste 16 jaar) beperkte handelingsbekwaamheid te verlenen.
Hiertoe is nog een beschikking van de kantonrechter waarbij de verleende bevoegdheid uitdrukkelijk wordt omschreven,
art. 1:235 BW.
Gevallen van handelingsonbekwaamheid bij meerderjarige (curatele):
Curatele biedt het middel bepaalde meerderjarigen (vergelijk art. 1:378 BW) handelingsbekwaamheid te ontnemen (zie art.
1:381 lid 2, zie echter ook lid 3 en lid 5 BW). De ondercuratelestelling wordt uitgesproken door de rechter die tevens een curator
benoemd (art. 1:383 lid 1 BW).
Een rechtshandeling van een onbekwame is vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling van een onbekwame, die niet tot
een of meer bepaalde personen gericht was, is echter nietig (art. 3:32 lid 2 BW).
Een overeenkomst blijft van kracht zolang zij niet op initiatief van de daartoe bevoegde partij is vernietigd. Vernietigen heeft
terugwerkende kracht, art. 3:53 lid 1 BW.
Wilsgebreken
Je bent in de Mediamarkt opzoek naar en koffiemachine, je geeft bij de verkoper aan dat je er eentje wil die zelf de bonen
maalt. De verkoper geeft aan dat dit zo is bij dit apparaat = een overeenkomst: jij wil kopen en de verkoper wil verkopen. Thuis
kom je erachter dat dit apparaat enkel voor gemalen bonen is.
→ er is sprake van wilsgebreken: de overeenkomst bestaat wel, maar de bij de verklaring horende wil komt op een gebrekkige
wijze tot stand.
De overeenkomst is vernietigbaar. Om de overeenkomst te vernietigen moet je zelf een beroep doen op wilsgebreken, anders
blijft de overeenkomst bestaan. Vernietigen is vormvrij, art. 3:49 BW: mondeling, schriftelijk, via de rechter.
Vernietigen heeft terugwerkende kracht, art. 3:53 BW. Vernietiging werkt terug tot het moment waarop de rechtshandeling werd
verricht. Dit maakt dat de rechtshandeling en/ of overeenkomst nooit heeft bestaan.
Er zijn vier mogelijkheden van wilsgebreken waar een beroep op kan worden gedaan voor het vernietigen van de
overeenkomst.
1. Dwaling, art. 6:228 BW
→ De afwezigheid van de juiste voorstelling van zaken.
Vereisten voor vernietigbaarheid wegens dwaling (lid 1):
- Dwaling door middel van de afwezigheid van een juiste voostelling van zaken
- Causaal verband tussen de dwaling en het tot stand komen van de overeenkomst: zonder dwaling zou de overeenkomst
(niet of niet met deze inhoud) gesloten zijn.
- Aanwezigheid van een van de drie in de wet genoemde dwalingsgevallen:
o De wederpartij gaf een inlichting
o De wederpartij schond een mededelingsplicht
o Wederzijdse dwaling
Uitzonderingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper latiffaae. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,59. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 79271 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen