Hoofdstuk 11 - Zingeving
Introductie
In hoofdstuk 11 bespreken we de laatste dimensie: Zingeving.
Zingeving is het nadenken over de zin van het leven, de acties van jou en anderen, de
samenleving met de mensen erin en de wereld. Je geeft zin aan aspecten van het leven.
Historische Context Ideologie
De historie kent de mens veel verschillende ideologieën. Hieronder is een algemeen
overzicht van de algemeen-aangenomen ideologie per tijdperk.
• In de Middeleeuwen veranderde het algemene idee over de zingeving van het leven
van het streven naar de hemel in het hiernamaals à het streven naar de hemel op
aarde.
• In het Vroegmodern (humanisme) werd de mens centraal gesteld. Niet in de zin van
dat mensen , maar dat mensenrechten en het belang van de samenleving omhoog
ging.
• In de Verlichting (18e eeuw) kregen de natuurwetenschappen en techniek het
podium. Hiermee kunnen we ons leven verbeteren: we moeten vooruit in de
progressie tot ontdekkingen.
• In het Liberalisme (18e eeuw) wordt de vrijheid van het individu belangrijk.
• In het Nationalisme (19e eeuw) wordt identiteit en cohesie als nationaliteit belangrijk.
• In het Marxisme (19e eeuw) worden termen als ‘’klassenongelijkheid weghalen’’,
‘’emancipatie’’ en ‘’gelijkheid’’ belangrijk.
• In het Postmodernisme (20e eeuw) is er de vraag of dit het einde van de
gezamenlijke ideologieën: er is geen één, algemene richting meer. Iedereen heeft
tegenwoordig een andere ideologie.
Nietzsche
In de loop van de geschiedenis is ingeving vaak verbonden met het transcendente waarde:
iets wat de werkelijkheid overstijgt (het goddelijke, leven na de dood, etc). De zin van het
leven is hierbij nooit fysiek: het is altijd transcendentaal.
Ondanks dat mensen aan het Christendom in de 19e eeuw beginnen te twijfelen houden
mensen zich vast aan waarden uit het Christendom, zoals ‘’vrijheid’’ en de ‘’gelijkheid van
mensen’’. Veel ideologieën komen dan uit vanuit het Christendom.
Nietzsche breekt hier radicaal mee. Zijn uitspraak ‘’God is dood’’ doet ook deze waarden
wankelen. Nietzsche wilt weg met alle transcendente waarden zoals een God en het
hiernamaals. Hij had hiermee dan ook niet alleen kritiek op het Christendom, maar vooral op
de maatschappij.
Hiermee opent Nietzsche de aanval op het Christendom en de maatschappij die deze
waarden van het Christendom meeneemt.
Hiermee is hij dan ook de grondlegger van het Nihilisme: het niet langer geloven in
transcendente waarheden en de bestaande maatschappelijke moraal naast je neerleggen.
48