Dit is een samenvatting van het boek Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg horende bij het vak Psychodiagnostiek aan de Open Universiteit.
Mijn samenvattingen bestaan doorgaans uit:
- kernwoorden met betekenis
- rijtjes
- stappenplannen
Bekijk goed in welk jaar de samenvatting is gemaa...
Bevat de belangrijkste punten, maar is niet heel makkelijk leesbaar vanwege de vele opsommingen en losse zinnen. Het heeft me wel echt geholpen met leren.
Wat voor een hulpvraag analyseert de diagnosticus?
Antwoord: De diagnosticus analyseert zowel de hulpvraag van de cliënt als de aanvraag van de verwijzer.
2.
Wat vormt de basis voor het onderzoek van de diagnosticus?
Antwoord: De vragen van verwijzer en cliënt vormen de basis , maar de diagnosticus kan zelf ook vragen toevoegen.
3.
Wat zijn de handelingen van het onderbouwen van een theorie? (5 punten)
Antwoord: 1. voorlopige theorie omzetten in hypothesen 2. specifiek onderzoeksinstrumentarium kiezen 3. voorspelling doen over de resultaten 4. afname van instrumenten 5. aanvaarden of verwerpen van hypothesen
Antwoord: Refentiekaders bepalen de manier waarop gedragingen beschreven, begrepen en verklaard worden.
4.
Wat zijn de criteria van Van der Werff voor de kwaliteit van referentiekaders? (4 punten)
Antwoord: 1. Zijn de relaties getoetst en wat was het resultaat? 2. Is er toetsing mogelijk? 3. Is het een inspiratiebron voor empirisch onderzoek? 4. Is er onderzoek gedaan naar de praktische toepassingen en wat was het resultaat?
5.
Waar maakte Van der Werff onderscheidt in wat betreft kaders? (3 punten)
Hoe zijn de validiteit en betrouwbaarheid bij een klinische blik?
Antwoord: De resultaten van onderzoek naar betrouwbaarheid en validiteit van een klinische blik zijn vaak bedroevend.
2.
Waarom wordt er enkel uitspraken gedaan op basis van statistische gegevens?
Antwoord: Dat is de reden waarom er eigenlijk enkel uitspraken gedaan worden op basis van statistische gegevens.
3.
Wanneer zijn gestructureerde interviews ontwikkelt?
Antwoord: In de jaren 70 werden gestructureerde interviews ontwikkelt zodat verschillende klinici dezelfde informatie bevragen.
4.
Hoe is een gestructureerd interview opgebouwd?
Antwoord: In een gestructureerd interview zijn bij elke stoornis een of twee startvragen, deze zijn zo breed dat als men last zou hebben van de desbetreffende stoornis men met ja antwoord en als men met nee antwoord is het zeer waarschijnlijk dat men niet aan deze stoornis lijdt.
5.
Wat is een breed interview?
Antwoord: Bestrijkt een groot aantal stoornissen, maar wel oppervlakkig.
Welke aspecten zijn observeerbaar in een testsituatie? (3 punten)
Antwoord: 1. werkhouding 2. werktempo 3. reactie op stress
2.
Door welke fouten kan observatie worden verstoord? (5 punten)
Antwoord: 1. leniency effect 2. halo effect 3. logicafout 4. contrastfout 5. neiging om vooral gemiddelde scores te geven en extreme oordelen te vermijden
3.
Wat is het leniency effect?
Antwoord: De neiging om bekenden hoger in te schatten op bepaalde eigenschappen
4.
Wat is het halo effect?
Antwoord: Neiging om alle eigenschappen te beoordelen in de richting van een algemene indruk
5.
Wat is een logicafout?
Antwoord: Neiging om gelijksoortige oordelen te geven op eigenschappen die logisch met elkaar verbonden lijken te zijn
Wat zijn de kenmerken van indirecte methoden? (4 punten)
Antwoord: 1. Ongestructureerde taken worden aangeboden 2. Bedoeling is niet duidelijk voor de onderzochte 3. Nominale scoring 4. Ongericht doel
2.
Wat zijn de toegevoegde waarden van indirecte methoden? (5 punten)
Antwoord: 1. Inzicht van mensen zelf is beperkt, van experts beter 2. Meer risico op wenselijke antwoorden 3. Functionele diagnostiek 4. Impliciete processen in beeld brengen 5. Validiteit verhogend
3.
Wat is functionele diagnostiek?
Antwoord: Hoe gedraagt iemand zich in het hier en nu
4.
Welke soorten indirecte methoden zijn er? (5 punten)
Wat was de eerste intelligentietest en uit hoeveel items bestond die test?
Antwoord: De Standford-Binet Test is de eerste intelligentietest die bestond uit 30 items.
2.
Wat ontwikkelde Stern?
Antwoord: Stern ontwikkelde de intelligentiemaat, de ratio tussen de mentale leeftijd en de kalenderleeftijd, het IQ.
3.
Wat is het tweefactorenmodel?
Antwoord: Spearman ging er van uit dat er een algemene intelligentie bestond (g) die verklaart het grootste deel van de test en een klein specifiek deel (s).
4.
Welke modellen werden er in de 20e eeuw ontwikkelt die meer factoren indentificeerden? (4 punten)
Antwoord: 1. Eysencks achtfactorentheorie 2. Guttmans RADEX theorie 3. Guilfords model 4. PASS-theorie van Das
Welke soorten neuropsychologische vraagstellingen zijn er? (3 punten)
Antwoord: 1. A 2. B 3. C
2.
Wat is een neuropsychologische vraagstelling A?
Antwoord: Welke stoornissen in het gedrag en in de cognitieve en emotionele functies en welke infacte mogelijkheden komen neuropsychologisch onderzoek naar voren?
3.
Wat is een neuropsychologische vraagstelling B?
Antwoord: Hersenafwijking is aangetoond, relatie tussen gedrag en hersenen, van welke hersenafwijking is er sprake?
4.
Wat is een neuropsychologische vraagstelling C?
Antwoord: Geen aangetoond hersenletsel, zijn er aanwijzingen voor hersenletsel?
5.
Wat wordt \'niet\' bekeken bij een A vraagstelling?
Antwoord: Bij een A vraagstelling wordt er afgezien van de vraag of dit patroon overeenkomt met bepaalde hersenziekten of letsels.
Hoe wordt een persoonlijkheidsvragenlijst ingevuld?
Antwoord: Bij een persoonlijkheidsvragenlijst moet de onderzochte vaak zelf tot uiting brengen in hoeverre een uitspraak van toepassing is.
2.
Wat zijn de formele criteria voor vragen voor een persoonlijkheidsvragenlijst? (6 punten)
Antwoord: a. de items moeten korter dan 20 woorden zijn b. de taal moet duidelijk en eenvoudig zijn c. dubbele ontkenningen moeten vermeden worden d. items moeten eenduidig zijn e. items dienen over een onderwerp te gaan f. items die door bijna iedereen of bijna niemand bevestigd worden dienen vermeden te worden.
3.
Wat wordt er vaak gedaan met een vragenlijst met veel items?
Antwoord: Als er veel items in een vragenlijst zitten worden er vaak schalen samengesteld door de items samen te voegen.
4.
Hoeveel items bevat een schaal doorgaans minimaal?
Antwoord: Een schaal bevat doorgaans minstens 12 items.
5.
Op welke manieren kunnen items in schalen worden gegroepeerd? (3 punten)
Antwoord: 90 items tellende vragenlijst om psychopathologie mee vast te stellen, waarbij het zowel gaat om psychische als somatische klachten.
2.
Wat zijn de subschalen van SCL-90? (8 punten)
Antwoord: 1. Angst 2. Agorafobie 3. Depressie 4. Somatische klachten 5. Wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit 6. Insufficiëntie van denken en handelen 7. Slaapproblemen 8. Woedehostiliteit
3.
Hoe kunnen de subschalen van de SCL-90 gezien worden?
Antwoord: De 8 factoren van de SCL-90 kunnen gezien worden als factoren van de eerste orde.
4.
Kan kan de totaalscore van de SCL-90 gezien worden?
Antwoord: De totaalscore van de SCL-90 kan gezien worden als een hogere orde dimensie die aanvullende informatie kan verschaffen op de 8 subschaalscores.
5.
Is er een verkorte versie van de SCL-90 en zo ja, welke?
Antwoord: Er zijn verkorte versies van de SCL-90 beschikbaar gekomen, zoals de SCL-27.
Wat zijn de voordelen van computerdiagnostiek? (5 punten)
Antwoord: 1. betrouwbaarder 2. efficienter 3. minder sociaal wenselijke antwoorden 4. mogelijkheid om audio visuele elementen toe te voegen 5. mogelijkheid om adaptief te testen
2.
Wat zijn de nadelen van computer diagnostiek? (4 punten)
Antwoord: 1. niet de hele test direct kunnen bekijken 2. Afbeeldingen zien er anders uit dan op papier 3. ethisch bezwaarlijke kant en klare rapporten 4. veiligheid
3.
Wat is linear testen?
Antwoord: Elke proefpersoon maakt dezelfde vragen in dezelfde volgorde.
4.
Wat is adaptief testen?
Antwoord: Test wordt aangepast aan het individu dat de test doet.
5.
Waar is adaptief testen op gebaseerd?
Antwoord: Adaptief testen is gebaseerd op de niet klassieke testtheorie.
Welke soorten standaarddomeinen zijn er? (10 punten)
Antwoord: 1. intelligentie 2. geheugen 3. aandacht en concentratie 4. planning en organisatie 5. testbenadering en betrouwbaarheid/validiteit 6. cognitief functioneren en ideatie 7. conflictgebieden 8. affect/stemming/emotionele controle 9. intra en interpersoonlijke copingstrategieën 10. diagnostische impressie
3.
Wat is een alternatieve manier van structureren van een rapport?
Antwoord: Een alternatieve manier van structureren van een rapport is per test de uitkomsten rapporteren
4.
Wat is als aller eerste belangrijk ovor het schrijven van een rapport?
Antwoord: Het is van belang dat de diagnosticus begrijpt wat de cliënt bedoelt met zijn vragen, want deze vormen de basis van het onderzoek.
5.
Wat is belangrijk met betrekking tot de deskundigheid?
Antwoord: Het is van belang dat een psycholoog de grenzen van zijn deskundigheid in acht neemt en deze ontwikkelt.
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting: Psychodiagnostiek
Samenvatting Psychodiagnostiek
Boek
H1 Het diagnostisch proces
De diagnosticus analyseert zowel de hulpvraag van de cliënt als de aanvraag van
de verwijzer.
De vragen van verwijzer en cliënt vormen de basis , maar de diagnosticus kan
zelf ook vragen toevoegen.
De handelingen van een te onderbouwen theorie:
1. voorlopige theorie omzetten in hypothesen
2. specifiek onderzoeksinstrumentarium kiezen
3. voorspelling doen over de resultaten
4. afname van instrumenten
5. aanvaarden of verwerpen van hypothesen
Soorten basisvragen:
1. onderkenning = wat is het probleem?
2. verklaring = waarom is het probleem er?
3. predictie = hoe gaat het probleem zich ontwikkelen?
4. indicatie = hoe kan het probleem verholpen worden?
5. evaluatie = is het probleem afdoende opgelost?
Diagnostisch proces:
1. Aanmelding
2. aanvraag, aanvraaganalyse, dossierstudie
3. hulpvraag, hulpvraaganalyse, exploratie van problemen
4. reflectie van de diagnosticus
5. diagnostisch scenario (indelen van grondvragen en formuleren van theorie)
6. hypothesen kiezen
7. keuze instrumentarium
8. toetsbare voorspellingen
9. afname en verwerking
10. argumentatie
11. integratie
12. rapportering
Onderkenning bevat:
1. inventarisatie en beschrijving
2. ordening en categorisatie
3. inschatting van ernst
Van Yperen en Hirs onderscheiden:
1. classificatie (vergelijking met norm)
2. diagnostische formulering (intra-individuele vergelijking)
1
,Samenvatting: Psychodiagnostiek
Classificatie werkt volgens het alles of niets principe.
Diagnostische formulering heeft oog voor het unieke klinische beeld.
Voorbeeld van classificeren is DSM.
Voorbeeld van diagnostische formulering is de holistische theorie.
Classificatie leidt tot labeling, maar wordt voor duidelijke communicatie tussen
professionals.
Diagnostische formulering doet recht aan de uniciteit van de cliënt, maar
empirische ondersteuning ontbreekt vaak.
Een verklaring bevat:
1. (deel)probleem
2. condities die het optreden verklaren
3. de relatie tussen 1 en 2 in termen van omdat of doordat
Verklaringen kunnen ingedeeld worden op:
1. locus (persoon of situatie)
2. aard van controle (intentioneel keuze?)
3. synchrone en diachrone verklaringscondities
4. inducerende of continuerende condities
Strategie bevat de volgende principes:
1. cliënt perspectief wordt geexploreerd en geexpliciteerd
2. diagnosticus verstrekt informatie over werkwijze
3. verwachtingen en voorkeuren van de cliënt worden vergeleken met het aanbod
4. Cliënt kiest een behandeling
Evaluatie vindt plaats op basis van het verloop van het therapeutisch proces en
de resultaten van de behandeling.
Bij de evaluatie wordt gekeken naar:
1. is in de therapie rekening gehouden met de diagnose
2. het proces en behandeling verandering in het leven hebben veroorzaakt
Evaluatie kan op de volgende manieren:
1. vaststellen of de klachten afnemen
2. single case design
2
, Samenvatting: Psychodiagnostiek
De diagnostische cyclus:
1. observatie en verzamelen van gegevens
2. inductie, formulering van hypothesen
3. deductie, toetsbare voorspellingen
4. toetsing
5. evaluatie
Analyse van de aanvraag leidt tot:
1. informatie over de verwijzer (referentiekader, kennis over de relatie tussen
verwijzer en diagnosticus, feitelijke en eigenlijke verwijzer en bevoegdheden van
verwijzer)
2. kennis over type en inhoud van de aanvraag (open of gesloten vraag, setting
en de vijf basisvragen)
3. wat weet de verwijzer al over de cliënt (informatie over functioneren en stemt
de cliënt met het onderzoek in)
Analyse van de hulpvraag:
1. houding van cliënt tegenover het onderzoek
2. inhoud van het probleem bepalen
3. hulpvragen indelen volgens de vijf basisvragen
4. ontstaan en ontwikkelen van de klachten
5. wie kan het beste helpen
Na de analyse van de aanmelding volgt een reflectiefase.
In het diagnostisch scenario ordent de diagnosticus alle vragen van de
aanvrager, cliënt en zichzelf uit de aanmeldingsfase.
In het diagnostisch onderzoek komt onderkenning voor verklaring en verklaring
voor predictie en indicatie.
Hypothesen worden gevormd op grond van het diagnostisch scenario.
Hypothesen worden zo geformuleerd dat de relatie tussen de hypothesen
duidelijk is.
Onafhankelijke hypothesen zijn het meest informatief.
Hypothese van de onderkenningsvraag gaan over de aanwezigheid van
psychopathologie.
Hypothesen van de verklaringsvraag vereisen een lijst met verklaringsfactoren en
hun inducerende of continuerende rol.
Predictieve hypothesen steunen op empirische kennis over succesvolle
predictoren uit verschillende referentiekaders.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melanievankuler. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.