100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Straf(proces)recht week 2 hoorcollege en werkgroep uitwerkingen €5,49   In winkelwagen

Overig

Straf(proces)recht week 2 hoorcollege en werkgroep uitwerkingen

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit document bevat de volledige uitwerkingen van het hoorcollege en de werkgroep van week 2 van straf(proces)recht van Radboud Universiteit bachelor jaar 1.

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • 8 september 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (22)
avatar-seller
loesgilsing
Straf(proces)recht week 2

Voorbereiding hoorcollege:

- Opsporing: definitie in art. 132a Sv  het onderzoek i.v.m. strafbare feiten onder gezag van
OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
- Toezichthouders doen onderzoek maar niet met doel om strafvorderlijke beslissingen te
nemen.
- Ambtenaren van bijzondere diensten hebben slechts een bevoegdheid voor opsporing van
strafbare feiten uit die wetten waarvan handhaving speciaal aan hen is toevertrouwd (art.
142 lid 2 Sv).
- Hoe komt politie aan informatie over strafbare feiten:
 Aangiften kan iedereen doen (t.a.v. sommige delicten zelfs verplicht aangifte te doen,
art. 162 Sv). Van deze verplichting zijn weer uitgezonderd degenen die door aangifte
zichzelf of aanverwant bloot zouden stellen aan vervolging. Art. 164 Sv  klachtdelict:
klacht is dan voorwaarde voor vervolging (normaliter geen voorwaarde) maar ook hier
blijft opportuniteitsbeginsel intact.
 Strafbare feiten kunnen worden ontdekt tijdens normale politiesurveillance of als
resultaat van gerichte controles. Voortgezette toepassing van bevoegdheden: bij
toepassing van dwangmiddelen onbedoeld stuiten op andere strafbare feiten dan
waarnaar zij op zoek zijn (hier is niks op aan te merken).
 Tippen: bijv. uit tv-programma opsporing verzocht, maar ook specifiek uit onderwereld.
 Opsporing is gericht op georganiseerd criminaliteit en terrorisme, waarbij een veelheid
van opsporingsmiddelen kan worden gebruikt zoals infiltratie, psuedokoop en direct
afluisteren (met wet BOB een stelsel van verantwoording ingevoerd)
- Wetboek van SV was traditioneel repressief van aard: gericht op het doen vaststellen van
schuld en doen opleggen van een sanctie, dit alles op een rechtens behoorlijke manier.
- Een verklaring van verdachte is wilsafhankelijk (inhoud ervan is beïnvloedbaar door
verdachte), maar meting van de hoeveelheid alcoholmoleculen in zijn bloed, zijn DNA-profiel,
bankbescheiden etc., worden gezien als wilsonafhankelijk (niet beïnvloedbaar door
verdachte)  deze schenden niet het beginsel ‘nemo-tenetur’.
- Verdachte (art. 27 Sv) eisen:
 Voorafgaande feiten en omstandigheden
 Een redelijk vermoeden:
1. Conclusie uit de feiten of omstandigheden moeten redelijk zijn, niet onlogisch of
absurd voor de objectieve buitenstaander  objectiviteitsvereiste.
2. De kans dat verdachte de dader is moet waarschijnlijk zijn.
 Een strafbaar feit (uitz. bijzondere bevoegdheden in Wet BOB)
Conclusie: het vermoeden moet objectief afleidbaar zijn uit feiten of omstandigheden,
het moet waarschijnlijkheid van daderschap uitdrukken en betrekking hebben op een
bepaald strafbaar feit.
- Verdachte staat in beginsel vrij om zijn houding in het strafproces te bepalen, hij is niet tot
antwoorden verplicht (art. 29 Sv). Ook geldt er de onschuldpresumptie: tijdens gehele
strafprocedure moet verdachte als onschuldig behandeld worden.
- De HR laat namelijk toe een ontkennende verklaring van verdachte te gebruiken, mits deze
kennelijk leugenachtig is, namelijk in strijd met wat het overige bewijsmaterieel leert, en
bedoeld is om de waarheid te bemantelen.

, - Verhoorders dienen cautie te geven: aangeven dat verdachte niet verplicht is tot
antwoorden. Wordt dit niet gegeven  substantiële nietigheid, indien verdachte daardoor in
zijn verdediging kan zijn geschaad.
- Indien er iets schort aan de verklaringen, omdat zij zijn afgelegd hetzij onder ontoelaatbare
druk of bedrog, hetzij zonder mededeling van het zwijgrecht of het recht op rechtsbijstand,
kunnen zij later niet als bewijsmateriaal worden gebruikt.
- FILMPJE Brightspace:
Opbouw van redenering:
 Concretiseerbaar (strafbaar feit is concreet)
 Individualiseerbaar (het moet totdat individu duidelijk gericht zijn en niet random)
 Objectiveerbaar (vermoeden moeten niet gebaseerd zijn op intuïtie, een ander moet tot
dezelfde conclusie kunnen komen)

Zelfstudievragen:

- Wat zijn de onderdelen van de strafprocedure?
Voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv)  Opsporing (art. 132a Sv)  vervolging (dit
betekent niet dat de opsporing stopt, dit kan voortduren)  uitspraak  rechtsmiddelen 
tenuitvoerlegging
- Wat is opsporing en waar in de wet wordt het begrip opsporing gedefinieerd?
Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag
van de OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen (art. 132a Sv).
- Wie zijn met opsporing belast?
Opsporingsambtenaren (regionaal en landelijk), OvJ’s, (onder)officieren van de Koninklijke
Marechaussee, bijzondere ambtenaren van politie en buitengewone opsporingsambtenaren.
- In het boek worden vier manieren genoemd waarop de politie aan informatie over strafbare
feiten komt. Welke manieren zijn dat?
Aangiften van burgers, tijdens normale politiesurveillanten, een tip, de opsporing gericht op
georganiseerde criminaliteit en terrorisme.
- Wat is het verschil tussen opsporing en controle?
Bij controle wordt er probeert om het plegen van strafbare feiten tegen te gaan. Bij
opsporing worden strafbare feiten vastgesteld en vervolgd.
- Wat betekent ‘nemo tenetur’?
Niemand is gehouden om tegen zichzelf bewijs te leveren of dat niemand kan worden
gedwongen om aan zijn eigen veroordeling mee te werken (vrijwaring van gedwongen
zelfincriminatie volgens boek)  het recht om jezelf niet te belasten.
- Waar en hoe wordt ‘verdachte’ in de wet gedefinieerd?
Art. 27 Sv -> ‘degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden
van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit.’
- Wat zijn de drie vereisten van het verdachte-begrip en wat houden ze in?
Voorafgaande feiten of omstandigheden: er mag rekening worden gehouden met politie-
ervaring en plaatselijke bekendheid van verbalisanten. Een redelijk vermoeden: de conclusie
uit de feiten of omstandigheden moet redelijk zijn (objectiviteit) en er moet een bepaalde
graad van zekerheid zijn dat de verdachte inderdaad de dader blijkt te zijn. Een strafbaar feit:
een bepaald strafbaar feit, niet zozeer enig strafbaar feit.
- Pas zelf de drie vereisten van het verdachte-begrip toe op de twee voorgeschreven arresten
(Plastic Boodschappentasje en Bestaan van een verdenking). Wanneer vind jij dat er een
redelijke verdenking kon ontstaan? Welke feiten en omstandigheden zijn daarvoor nodig?
Verschilt jouw antwoord van de manier waarop de vereisten in de arresten zijn toegepast?

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loesgilsing. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
  Kopen