- Bezit is nooit eigendom, maar betreft uiterlijke machtsuitoefening ALS eigenaar.
- Iemand houdt een goed wanneer hij over dat goed macht uitoefent:
Categorie 1: men houdt het goed voor zichzelf = bezit
Categorie 2: men houdt het goed voor iemand anders = houderschap/detentie
- Hoe bepaal je of iemand het houdt voor zichzelf of voor een ander? Naar verkeersopvatting
op grond van uiterlijke feiten te beoordelen (art. 3:108 BW). (naar verkeersopvatting = naar
algemeen gangbare, objectieve maatstaven).
- Middelijk bezit/detentie, onmiddellijk bezit/detentie
- Er is een interversieverbod (kan iemand zichzelf van detentor tot bezitter maken), wel 2
uitzonderingen (art. 3:111 BW):
Als houder zich met medewerking van bezitter tot bezitter maakt.
Door tegenspraak van het recht van de bezitter zichzelf tot bezitter maken.
- 3 manieren van bezitsverkrijging: inbezitneming, overdracht en opvolging onder algemene
titel (=niet limitatief).
- Inbezitneming (art. 3:113 BW): een goed in bezit nemen door zich daarover de feitelijke
macht te verschaffen.
- Bezitsoverdracht (art. 3:114 en 3:115 BW): bezitter stelt de verkrijger in staat om macht over
het goed uit te oefenen, die hijzelf over het goed kon uitoefenen.
- Opvolging onder algemene titel (art. 3:116 BW): die andere volgt in diens bezit en
houderschap op, met alle hoedanigheden en gebreken daarvan.
- Bezit te goeder trouw: hij beschouwt zich als rechthebbende en zich ook redelijkerwijze als
zodanig mocht beschouwen (art. 3:118 lid 1 BW). Voldoet het bezit niet aan het vereiste, dan
is er sprake van bezit niet te goeder trouw. Maatstaf goede trouw: iemand is ‘te goeder
trouw’ als hij niet alleen moet menen dat de situatie zo is als hij denkt, maar dit in de
omstandigheden van het geval ook redelijkerwijze mag nemen.
- Er geldt een onderzoeksplicht wanneer omstandigheden van het geval redelijkerwijs reden
geven tot twijfel t.a.v. zijn recht.
- De goede trouw is geen bestaansvoorwaarde voor bezit goeder trouw, maar een
ontstaansvoorwaarde.
- Goed trouw wordt vermoed aanwezig te zijn (art. 3:118 lid 3 BW) het is de tegenpartij die
moet aantonen dat bezitter niet te goeder trouw is.
- Bezitsoverdracht van art. 3:115 BW:
Constitutum possessorium (sub a)
Traditio brevi manu (sub b)
Traditio longa manu (sub c)
- Verkrijging door verjaring o.g.v. art. 3:105 lid 1 BW vereist:
Bezit van het goed
Verjaring van de rechtsvordering tot opeising van het bezit van het goed
Hoorcollege:
Bezitsverschaffing is iets anders dan overdracht van eigendom.
Art. 3:99 BW (verkrijgende verjaring) en art. 3:105 (extinctieve verjaring) eisen beide bezit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper loesgilsing. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.