Hoorcollege 1 - Van prehistorie naar historie
Tijd OG
Begin (Oude) geschiedenis = ongeveer 3400 v.C. tot 500 n.C. Het begin is bij het ontstaan
van het schrift. Het einde van de oude geschiedenis is bij de val van het West-Romeinse rijk.
Alles hiervoor is prehistorie.
500-1500 = middeleeuwen
1500-heden = nieuwe tijd
Geografische Oude Wereld
Het Romeinse Rijk. Dit Rijk ging oa van Spanje tot aan Irak. De Romeinen hadden een vaag
beeld van andere rijken in Azië waar ze weinig weet van hadden.
De Klassieke oudheid
- Klassiek = voorbeeldig, iets wat je op een voetstuk zet en als voorbeeld neemt
- Grieken en Romeinen
- Ca. 8e eeuw v.C. tot 5e eeuw n.C.
- Dichter Homerus = de buste van deze dichter was ongeveer het ontstaan van de
westerse literatuur
- Eurocentrisch perspectief
In het moderne leven zie je nog veel invloeden van de Klassieke Oudheid, zoals in kunst en
architectuur.
Geschreven bronnen
● Literaire teksten
● Inscripties (Griekse grafstenen, Romeinse mijlpalen en inscripties op het Pantheon in
Rome)
● Papyri (fragiele teksten, worden bijna alleen gevonden in Egypte)
Ongeschreven (materiële) bronnen
● Fysieke voorwerpen (breed begrip, kunnen gebruiksvoorwerpen zijn, maar ook bv
het Parthenon in Athene)
● Verbeeldingen (beelden van keizers, mozaïeken, etc.)
● Tegenwoordig zijn we in staat om DNA- en isotopenonderzoek te doen. Dit
Isotopenonderzoek is onderzoek naar elementaire stoffen, hierdoor kan uit stoffen uit
botten worden opgemaakt in welke omgeving diegene heeft geleefd.
De dageraad van de beschaving
- Wanneer en hoe ontstonden de eerste beschavingen?
- Waarom ontstonden ze juist op bepaalde locaties?
- Waarom ontstonden ze niet eerder?
De Kwartaire ijstijd (= geologisch tijdvak waarin groot deel, met name de polen van de
wereld bedekt is met ijs) heeft grote invloed op deze vragen. We leven nog steeds in een
ijstijd, alleen een iets warmere.
,De prehistorie
- Letterlijk ‘voorgeschiedenis’, is alles voor het ontstaan van het schrift
- Mensen leefden in kleine groepen als jager-verzamelaars die veelal rondtrokken, er
waren geen grote nederzettingen
- Stenen werktuigen (= steentijd)
- Geen schriftelijke cultuur
- Geen geschiedenis. Dit komt omdat er niks werd geregistreerd etc.
- Onderzoek naar de prehistorie wordt vaak overgelaten aan archeologen
De neolithische/agrarische revolutie (ca. 9000 v.C.)
- Neolithische revolutie = uitvinding van de landbouw, ca. 10.000 vC
- Vond plaats in de steentijd
- Revolutie duurde lang, duizende jaren
- Hierdoor is het mogelijk om een grootschalige, relatief stabiele voedselproductie te
onderhouden
Gevolgen
- Grotere nederzettingen
- Opkomst arbeidsspecialisten doordat er minder mensen nodig zijn voor
voedselproductie: ambachtslieden, kooplui, priesters, etc.
- Complexere samenlevingen die meer organisatie vergen door de grotere
nederzettingen
- Uitvinding van het schrift!
Jared Diamond (Guns, Germs and Steel): ‘waarom ontwikkelden de eerste nederzettingen
zich juist in het Nabije Oosten?
Gunstige omstandigheden Nabije Oosten
- Groot aaneengesloten gebied met gunstig klimaat. De grond was erg vruchtbaar en
ook niet té vruchtbaar, zoals in West-Europa waar veel regen was en dus grote
bossen ontstonden.
- Mesopotamië = betekent letterlijk tussen rivieren
- Veel domesticeerbare planten (wilde grassen, graan) en dieren (‘de grote vijf’;
runderen, schapen, geiten, varkens en paarden) beschikbaar die zich lenen aan de
landbouw en veeteelt
- Voorbeelden van niet-domesticeerbare dieren: leeuwen, nijlpaarden, zebra’s,
gazelles, olifanten, etc.
- Weinig concurrentie van jager-verzamelaars
Tegenwoordig krijg je niet het beeld van het Nabije Oosten dat dit daar is geweest. Dat komt
doordat de grond daar zoveel is gebruikt dat het een soort ‘op’ is geraakt. Het Nabije Oosten
was dus als eerst, maar is nu ook als eerste klaar.
De Euraziatische voorsprong
- Eurazië is het grootste continent; meeste domesticeerbare dieren en planten
- Horizontale ipv verticale as!
Dit betekent dat het klimaat overal ongeveer hetzelfde is ivm de evenaar. Bij een
verticale as kom je snel in een andere klimaatzone, wat gevolgen kan hebben voor
planten en dieren in gebieden.
- Weinig topografische en ecologische barrières
,Het eerste schrift
- In eerste instantie ontwikkeld het schrift zich voor economische redenen
- Kleitablet met protoschrift in het huidige Irak (ca. 3200 v.C.)
- Sumerisch spijkerschrift (ca. 2500 v.C.)
- Egyptische hiërogliefen
Van steen naar brons (voor oa werktuigen en wapens)
- Steentijd = tot ca. 3000 v.C.
- Bronstijd = ca 3000 v.C. - 1200 v.C.
- IJzertijd = na 1200 v.C.
, Hoorcollege 2 - Het oude Nabije Oosten
Mesopotamië = gebied tussen de rivier Tigris en Eufraat, ongeveer huidige Irak en Syrie.
Erg droog land. De landbouw hier vond plaats dmv irrigatie (= het water vanuit de rivier
naar de landbouw laten stromen dmv overstromingen en/of het aanleggen van kanalen en
dijken)
De Sumeriërs
- De eerste beschaving in Mesopotamië (oudste beschaving waar wij weet van
hebben, dmv schrift etc.)
- Bloeitijd in derde millennium vC
- Leven in steden (maar 90% van bevolking werkt op het land)
- Spijkerschrift (begint in tempels, hiërogliefen in Egypte later)
- Begin wetenschap (doordat schrift is ontstaan)
- Sumerisch blijft taal van priesters en geleerden
Sargon van Akkad (24e/23e eeuw)
Het Akkadische rijk (heel Mesopotamië) onder koning Sargon van Akkad dat zich uitbreidt in
het Nabije Oosten op hoog tempo
Egypte
- Beschaving langs de oevers van de Nijl
- Egypte geografisch geïsoleerd door woestijn. De Nijl zorgt voor het leven in Egypte
- Verenigd in vroeg-dynastieke periode (ca. 3000-2600 vC)
- De iconische piramides, sfinxen, etc. komen allemaal uit het Oude Rijk.
- Egyptenaren gebruikten het hiërogliefenschrift, wat afgeleid is van het spijkerschrift
Pas in het begin van de 19e eeuw werd het hiërogliefen schrift ontcijfert door
Fransman Jean-Francois Champollion.
- Omstreeks 1100 valt het Egyptische Rijk als de bronstijd valt. Hierna is Egypte vaak
onderdeel van een ander rijk
1100-1550 Nieuwe Rijk
1550-1800 Tweede Tussenperiode
1800-2000 Middenrijk
2000-2150 Eerste Tussenperiode
2150-2600 Oude Rijk