Herhaling privaatrecht
6:1 BW verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit. Let op: verbintenis en ovk zijn niet
hetzelfde. Ovk is een bron van verbintenissen en verbintenissen vloeien bv voort uit een koopovk.
BW wordt gekenmerkt door gelaagde structuur -> van algemeen naar gedetailleerd. Indien sprake is van strijd tussen twee
bepalingen dan geldt lex specialis > les generalis.
Effectenlease-arresten
Feiten: consumenten hebben met geleend geld aandelen gekocht en zij zijn veel geld verloren. Was de opbrengst van deze
verkoop niet voldoende, dan bleven consumenten met een restschuld en consumenten moesten geld terugbetalen uit
eigen zak. Zij vonden dat ze te weinig informatie hadden gekregen over gevolgen van dalende aandelenkoers en ze
verwijten banken dat zij hen niet hebben gewaarschuwd over risico’s van beleggen.
- Actie en uitkomst
Strijd met Besluit toezicht effectenverkeer of Wet op het consumentenkrediet
Deze consumenten vonden dat de transactie nietig was op grond van 3:40 BW. Gevolg van deze route zou zijn dat alle
consumenten hun volledige inleg terug zouden krijgen op grond van 6:203 BW. Ingevolge 3:53 heeft nietigverklaring
immers terugwerkende kracht.
Deze route is direct van tafel geveegd, omdat er werd besloten dat effectenlease niet kon worden bestempeld als
consumentenkrediet, waardoor transactie niet kon worden geschaard onder besluit en wet.
Dwaling
Deze consumenten vonden dat banken een mededelingsplicht in de zin van 6:228 lid 1 sub b BW hadden geschonden door
niet te waarschuwen voor restschuldrisicio en ongeschiktheid van effectenlease. Schending van die mededelingsplicht zou
eraan in de weg staan dat banken een onderzoeksplicht tegenwerpen.
HR oordeelde dat beroep op dwaling niet slaagt, omdat aanbieder geen mededelingsplicht heeft geschonden. Argumenten:
Consumenten konden uit documenten zelf ook afleiding dat het ging om een lening, belegging en terugbetalingsplicht,
ook bij koersverlies.
Van consumenten mochten redelijke inspanningen worden gevergd om onduidelijkheden te begrijpen
(onderzoeksplicht).
Misleidende reclame
Deze consumenten vonden dat banken misleidende reclame-uitingen over aandelen hadden verleid. Ze hadden slechts te
horen gekregen dat effecten een positief product waren en veel winst zouden opleveren, terwijl ze geen info hebben
gekregen over de risico’s.
HR oordeelde dat er geen sprake was van misleidende reclame en verweer naar HvJ. In EU-richtlijnen staat dat gemiddelde
consument reclame als misleidend moet ervaren. Gemiddeld geïnformeerde consument kan verwacht worden dat hij weet
dat aandelen in waarde kunnen stijgen en dalen en vooraf redelijke inspanningen heeft gedaan om betekenis van de ovk en
risico’s te doorgronden (BV: aanprijzingen, loftuitingen).
Schending bijzondere zorgplicht
Deze consumenten vonden dat banken hen niet goed hadden geïnformeerd en gewezen op eventuele risico’s. Ze eisten
schadevergoeding op grond van 6:98, 6:101 en 6:109 BW.
HR bepaalt dat banken als professionele dienstverlener op het terrein van beleggingen en effecten jegens consument een
bijzondere zorgplicht hebben die particuliere wederpartijen horen te beschermen. HR vond dat banken maatschappelijke
functie hebben, waardoor bijzondere zorgplicht op hen rust. In deze zaak hadden banken de taak om consument indringend
te waarschuwen (waarschuwingsplicht) over gevolgen en risico’s. Daarnaast heeft bank onderzoeksplicht naar financiele
draagkracht van consument. Bank hoeft consument met onvoldoende draagkracht niet te weigeren (contractsvrijheid),
maar bank moet wel advies geven om af te zien van aankoop.
Let op: verschil tussen dwaling en bijzondere zorgplicht -> onderscheid tussen informatie verstrekken (mededelingsplicht)
en waarschuwen van consument.
HR heeft in Levob-arrest besloten dat er schadevergoeding moet worden betaald aan consumenten op grond van 6:162
BW. Bank heeft immers zorgplicht geschonden, waar sprake is van onrechtmatig en maatschappelijk onzorgvuldig
handelen. Wel moet er sprake zijn van conditio sine qua non-verband tussen normschending en schade. Bewijslast lag bij
consument, maar consument kan nauwelijks bewijzen -> HR kwam met twee mogelijke scenario’s:
, Draagkracht van consument was te laag -> csqn-verband wordt verondersteld aanwezig te zijn.
Draagkracht van consument was voldoende -> verweer van banken dat consumenten het product alsnog hadden
gekocht nadat zij waren gewaarschuwd, moet goed zijn onderbouwd, anders wordt csqn-verband verondersteld
aanwezig te zijn.
HR oordeelde dat indien sprake is van csqn-verband alle schade moet worden vergoed (6:98 BW). HR besloot dat
consumenten gedeeltelijk eigen schuld hadden (6:101 BW), hetgeen leidt tot vermindering van vergoedingsplicht.
Verschil tussen mededelingsplicht en waarschuwingsplicht zit hem in het feit dat de mededelingsplicht de ovk vernietigbaar
is (6:228 BW) -> alles-of-niets kwestie (verdeling van schuld niet mogelijk). Bij schending van waarschuwingsplicht ontstaan
alleen schadevergoeding (6:162 BW) en verdelen van schuld is dan mogelijk door beroep op eigen schuld (6:101 BW).
Diende als middel om schuld bij beide partijen te leggen en tot verdeling van schade te komen.
, PROBLEEM 1
Herhaling privaatrecht
Ovk is rechtsgeldig indien aan aanbod en aanvaarding is voldaan. Daarnaast moet wat partijen hebben gewild en verklaard
met elkaar overeenkomen -> 6:217 lid 1 BW jo. 3:33 BW vormen de basis.
- Aanbod en aanvaarding
Er is sprake van een aanbod indien een voorstel tot het sluiten van een ovk wordt gedaan, dat alle essentiële elementen van
de inhoud die de ovk bevat, zodat enkel ja nodig is om ovk tot stand te doen komen. In Hofland/Hennis-arrest oordeelde HR
dat een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs wordt aangekomen, moet worden gezien
als een uitnodiging om in onderhandeling te treden en niet als een aanbod (m.u.v. soortzaken).
6:219 lid 1 BW een aanbod is herroepelijk, tenzij uit aanbod onherroepelijkheid volgt. Herroepelijk aanbod kan door
aanbieder worden herroepen tot het moment dat andere partij het aanbod aanvaardt of aanvaardingsmededeling is
verzonden (6:219 lid 2 BW). Door herroeping komt aanbod te vervallen en geen ovk. Bij onherroepelijk aanbod is
uitdrukkelijk een tijdstip opgenomen tot wanneer aanbod geldt en voor dat tijdstip kan het aanbod niet worden
teruggetrokken (BV: optiebeding). Bij vrijblijvend aanbod kan aanbieder onverwijld na aanvaarding nog herroepen (6:219 lid
2 BW).
Let op: herroepen en intrekken van aanbod is iets anders. Door middel van intrekking van verklaring kan worden
voorkomen dat een geldig aanbod tot stand komt. Bij herroeping daarentegen is al een aanbod tot stand gekomen, je
probeert hierbij echter ervoor te zorgen dat dit niet kan worden aanvaard. Ingevolge 3:37 lid 5 BW slaagt intrekking indien
tweede verklaring de geadresseerde eerder dan of gelijktijdig met eerste verklaring bereikt (bij mondeling dus niet
mogelijk).
Ingevolge 6:222 BW vervalt aanbod niet door dood, verlies van handelingsbekwaamheid of verlies van bevoegdheid door
bewind.
Aanvaarding is verklaring van wederpartij waarin hij het aanbod aanvaardt. Aanvaarding moet in overeenstemming is met
inhoud van aanbod en het dient gedaan te worden wanneer aanbod nog van kracht is.
- Wil en wilsverklaring
We spreken van wilsovereenstemming indien beide partijen verklaren uit vrije wil een ovk te sluiten. Wederpartij kan
doorgaans aannemen dat verklaring van ander in overeenstemming is met innerlijke wil van de ander. Het is ook mogelijk
dat wilsverklaring niet overeenstemt met wil -> discrepantie tussen wil en verklaring (BV: geestelijke stoornis, vergissing,
verspreking, verschrijving, misverstand).
Handelingsonbekwaamheid houdt in dat bepaalde toestemming is vereist van wettelijke vertegenwoordiger, terwijl we al
sprake van feitelijke onbekwaamheid indien iemand bv een handeling verricht terwijl hij dronken is (geestelijke stoornis).
Dit onderscheid is van belang omdat 3:34 en 3:35 BW alleen betrekking hebben op feitelijke onbekwaamheid en niet op
handelingsonbekwaamheid. Handelingsonbekwaamheid kan dus nooit beroep doen op 3:35 BW. Let op: 3:34 BW laat
toepasselijkheid van 3:35 BW onverlet. Dit betekent dat indien de wederpartij/geadresseerde een geslaagd beroep op 3:35
BW doet, de rechtshandeling geldig en onaantastbaar tot stand is gekomen -> geestelijk gestoorde komt dan geen beroep
op wilsontbreken toe.
- Gerechtvaardigd vertrouwen
3:35 BW kan geadresseerde/wederpartij beschermen wanneer sprake is van discrepantie tussen wil en verklaring. Indien
iemand redelijkerwijs mocht vertrouwen op het feit dat wil en wilsverklaring overeenstemden, dan zal de ovk namelijk
alsnog geldig worden verklaard (goeder trouw in de zin van 3:11 BW). Wederpartij wist niet dat de wil van de ander ontbrak
(subjectief) en zij behoorde dit ook niet te weten (objectief).
De ontvanger van een verklaring heeft een onderzoeksplicht. Hij dient zicht ervan te vergewissen of de handelende beseft
wat hij verklaart. 6:2 en 6:248 BW bepalen dat indien beroep op gerechtvaardigd vertrouwen als onaanvaardbaar wordt
gezien, de wederpartij het recht op beroep op 3:35 BW kan worden ontnomen.
- Dubbele grondslag bij totstandkoming van ovk
Een rechtshandeling kan zowel tot stand komen op grond van 3:33 BW (wil en verklaring) als op grond van 3:35 BW
(gerechtvaardigd vertrouwen). De dubbele grondslag wordt wilsvertouwensleer genoemd. In geval van discrepantie tussen
wil en verklaring de uiterlijke schijn voorrang krijgt op innerlijke wil. Handelende persoon dient dus rekening te houden met
vertrouwen dat hij door zijn verklaring bij wederpartij wekt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LindaXK. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.