Descartes (1596-1650) Thomas Hobbes (1588-1657)
Rationalist: ”Ik denk dus ik ben” (itt Damasio) Monist alles is materie
Twijfelexperiment: (1) tegen scepticisme, (2) Materialist: geest is materie, is lichamelijk, Harvey: bloedsomloop
tegen empirisme, (3) als kern van waarheid. Empirist
Bewustzijn basis voor psychologie Deterministisch alles is oorzaak gevolg, geen vrije wil, wel vrijheid
Mechanicist (lichaam), Harvey: bloedsomloop (geen belemmeringen, zoals bloedsomloop)
Dualist Grondmotieven:
Nature kennis is aangeboren (nativist) 1. pleasure (genoegen): geen belemmeringen.
Er is vrije wil 2. pain (ongenoegen): belemmeringen
Alleen de mens kan redeneren “pleasure-pain” ethiek: berekening
Ziel zit in pineal gland ( pijnappelklier) Begin liberalisme: Homo economicus (calculerende mens).
Reflexen praten met ziel (animal spirits) Natuurstaat (oertijd): individuen vechtend vanuit eigenbelang (allen
Objecten worden waargenomen door de ziel tegen allen, Homo homini lupus)
(van idee naar wereld) Sociaal contract uit afweging genoegen en ongenoegen.
Psychologie geen wetenschap, want Afdwingen contract: Sterke monarch (absolute heerser, geen
bewustzijn is niet ruimtelijk, niet vatbaar voor goddelijke ordening nodig)
kwantificering! Individualistische en egocentrische politieke filosofie die uit was naar
macht. Net als Descartes uitgaan van het individu
Niet: het goede ding doen en het kwade laten (dat is geestelijk)!
John Locke (1632-1704 )
Berkeley (1685-1753)
Empirist
Dualist Idealist
An Essay Concerning Human Understanding Monist (geestelijk)
empiristisch: waar kennis vandaan komt Empirist: representaties van God, immaterialisme
Mens is blanco vel papier (tabula rasa) Er zijn alleen representaties: immaterialisme
Associatiepsychologie, wetten: Er is geen ‘buitenwereld’ (ese est percipi)
1. gelijkenis, contrast, contiguïteit God plaatst representaties in jou en wij “creëren” wereld
2. recentheid, frequentie, intensiteit
Passieve geest daarom betrouwbare
Hume (1711-1776)
kennis
Realisme: Empirist met sceptische houding
1. primaire eigenschappen: materiele aard Wat niet op zintuiglijke gegevens is terug te voeren is waarschijnlijk
der dingen (vastheid, vorm, beweging illusie we weten niets over het bestaan van substanties (materieel
etc.) of geestelijk)
2. secundaire eigenschappen: ontstaan pas Er is alleen perceptie. Alle percepties ontstaan uit zintuigelijke
in onze zintuigen (kleuren, geluiden, ervaringen (geen substanties, noch materieel noch geestelijk)
smaken etc.) “kennis” is gebaseerd op gewoonte (habit)
Utilitarisme: “pleasure-pain” (Hobbes) Causaliteit bestaat niet, oorzaakgevolg-relaties zijn associaties uit
Psychologie = wetenschap (geest is gewoonte (door eerdere ervaringen, niet door perceptions):
analyseerbaar aan de hand van associaties). B volgt op A, A veroorzaakt niet per se B
Bewustzijn als basis voor psychologie
Mechanisering (classificeren) van het
bewustzijn: van waarnemen en denken Associatiepsychologie
Representationisme
Hoe kom je aan representatie van iets? Associatiepsychologen: Locke, Berkeley, Hume
1. Zintuigen (gewaarwordingen) Nurture
2. Simple ideas, (de woorden: ronde vorm, Iedereen is gelijk, moeten zichzelf leren redden introductie
oranje kleur, glad gevoel) liberalisme (Adam Smith)
3. Simple ideas aan elkaar tot 1 complex Utilitarisme: meeste pleasure minste pain voor alle individuen samen
idea (via associaties) (= sinaasappel) in maatschappij (Hobbes, Smith, Bentham)
4. Na complex idea verwachtingen Hoe linken we simple ideas(associaties) aan elkaar en bouwen we
(sappig,zoet/zuur etc.) een complex idea? Associatiewetten
Causale keten: van buitenwereld, naar Primaire wetten:
zintuigen, naar bewustzijn 1. Contrast
2. Gelijkenis
Probleem met deze theorie: 3. Contiguïteit in tijd en plaats (iets dat op dezelfde tijd/plaats
Berkeley: Objecten zijn representaties van de voorkomt (conditionering)).
geest (monisme). Hoe kun je weten of de mentale Secundaire wetten:
representatie die je hebt wel min of meer op het 1. Recentheid
origineel lijkt? Is er wel een buitenwereld? 2. Frequentie
3. Intensiteit