Les 4
Volgorde van handelen bij de basale reanimatie van volwassenen
1 Zorg ervoor dat uzelf, omstanders en het slachtoffer veilig zijn.
2 Kijk of het slachtoffer reageert:
- Schud voorzichtig aan zijn schouders en vraag (luid): “Gaat het?”
3a Als het slachtoffer WEL reageert:
- Laat het slachtoffer in de houding waarin u hem aantreft, mits er verder geen gevaar
dreigt.
- Probeer te achterhalen wat er aan de hand is en zorg zo nodig voor hulp,
bijvoorbeeld EHBO.
- Blijf het bewustzijn controleren, het slachtoffer kan alsnog verslechteren.
3b Als het slachtoffer NIET reageert:
- Vraag een omstander een ambulance te bellen via 112 en vraag om een AED te
brengen, mits beschikbaar. Als u alleen bent, belt u zelf 112. Zet de telefoon bij
voorkeur op de luidspreker, zodat u de aanwijzingen van de centralist kunt horen,
terwijl u uw handen vrij heeft.
- Draai het slachtoffer op zijn rug en maak de luchtweg open met de hoofdkantel-kinlift
methode: Plaats 1 hand op zijn voorhoofd en duw voorzichtig het hoofd achterover;
, maak vervolgens de luchtweg open door 2 vingertoppen onder de punt van de kin te
plaatsen en deze op te tillen
4 Houd de luchtweg open en kijk, luister en voel maximaal 10 seconden naar normale
ademhaling: Kijk of de borstkas omhoog komt; Luister ter hoogte van mond en neus of u
ademhaling hoort; Voel met uw wang of er luchtstroom is.
- Stel vast of de ademhaling normaal, niet normaal of afwezig is.
- Bij twijfel handelt u zoals bij niet-normale ademhaling. Let op: in de eerste minuten
na het ontstaan van de circulatiestilstand kan het zijn dat het slachtoffer af en toe een
trage, happende adembeweging maakt, of onregelmatig en/of luidruchtig naar lucht
hapt: dit is de ‘agonale ademhaling’. Dit is geen normale ademhaling.
5a Als het slachtoffer WEL normaal ademt:
- Leg hem op zijn zij (bijvoorbeeld in de stabiele zijligging).
- Controleer continu het bewustzijn en de ademhaling. Het slachtoffer kan
verslechteren.
5b Als het slachtoffer NIET ademt of niet normaal ademt, of als u twijfelt:
- Alleen als een AED binnen uw bereik is, pakt u de AED, zie punt 7. Laat het
slachtoffer zo nodig even alleen.
- Als de AED niet binnen uw bereik is, start borstcompressies als volgt:
- Indien eenvoudig te doen: leg het slachtoffer op een harde ondergrond,
maar verlies hiermee geen tijd;
- kniel naast het slachtoffer ter hoogte van de bovenarm;
- plaats de hiel van uw ene hand op het midden van de borstkas;
- plaats de hiel van uw andere hand bovenop de eerste;
- haak de vingers van beide handen in elkaar (voorkom dat u directe druk
uitoefent op de ribben, de onderste punt van het borstbeen of de bovenbuik);
- positioneer uzelf met gestrekte armen loodrecht op de borstkas, en duw met
gestrekte armen de borstkas tenminste 5 centimeter in, maar niet meer dan 6
centimeter;
- laat na elke borstcompressie de borstkas geheel omhoog komen zonder het
contact ermee te verliezen (voorkom leunen).
- Herhaal de handeling met een frequentie van 100 tot 120 keer per minuut;
het indrukken en omhoog laten komen van de borstkas moet even lang duren
6a Combineer borstcompressies met mond-op-mondbeademingen:
• Maak na 30 borstcompressies de luchtweg open met de hoofdkantel-kinlift methode.
• Knijp de neus van het slachtoffer dicht met 2 vingers van de hand die op zijn voorhoofd
rust.
• Blijf de kin optillen en zorg dat de mond iets open blijft.
• Neem zelf een normale ademteug, plaats uw lippen om de mond van het slachtoffer en
zorg voor een luchtdichte afsluiting.
• Blaas rustig in gedurende 1 seconde als bij een normale ademhaling. Als u ziet dat de
borstkas omhoog komt, dan heeft u een effectieve beademing gegeven.
• Haal uw mond van die van het slachtoffer en kijk of de borstkas weer naar beneden gaat.
• Geef op dezelfde wijze de tweede beademing.
• Onderbreek het geven van borstcompressies maximaal 10 seconden om 2 beademingen
te geven.
• Plaats direct uw handen weer in het midden van de borstkas en geef 30 borstcompressies.
• Ga door met borstcompressies en beademingen in de verhouding 30:2.
• Onderbreek de reanimatie niet, behalve als het slachtoffer (goed) bij bewustzijn komt: zich
beweegt, zijn ogen opent en normaal begint te ademen.
, Als de borstkas niet omhoog komt bij een beademing:
• Controleer of u de hoofdkantel-kinlift methode goed uitvoert.
• Inspecteer de mond van het slachtoffer en verwijder zichtbare luchtwegbelemmering.
• Doe niet meer dan 2 beademingspogingen per keer en ga onmiddellijk door met 30
borstcompressies. Als een tweede hulpverlener aanwezig is, los elkaar dan elke 2 minuten
af, om vermoeidheid te voorkomen. Onderbreek bij het aflossen de borstcompressies zo kort
mogelijk.
6b Basale reanimatie zonder beademing: Als u geen beademingen kunt of wilt geven, geef
dan alleen ononderbroken borstcompressies met een frequentie van 100 tot 120 keer per
minuut.
7 Zodra de AED er is:
• Zet de AED aan; sommige AED’s starten automatisch na het openen van het deksel.
• Voer de gesproken/visuele opdrachten direct uit.
• Ontbloot de borstkas.
• Bevestig de elektroden op de ontblote borstkas volgens de afbeelding op de elektroden.
Als er reeds een hulpverlener aanwezig is, onderbreekt deze alleen de borstcompressies
voor zover noodzakelijk voor het aansluiten van de AED (Figuur 2).
• Als de AED vraagt het slachtoffer niet aan te raken, raak dan ook de draden van de
elektroden niet aan.
8a De AED geeft WEL een schok opdracht:
• Zorg dat niemand het slachtoffer aanraakt.
• Druk op de schokknop zodra de AED dit aangeeft. Een volautomatische AED geeft de
schok zelf.
• Volg de gesproken/visuele opdrachten van de AED direct op. Start direct met
borstcompressies.
8b De AED geeft GEEN schok opdracht:
• Volg de gesproken/visuele opdrachten van de AED direct op. Start direct met
borstcompressies. Ga door met reanimatie totdat:
• professionele zorgverleners zeggen dat u mag stoppen; of
• het slachtoffer bij bewustzijn komt: zich beweegt, zijn ogen opent en normaal begint te
ademen; of
• u uitgeput bent; of
• u een niet-reanimeren verklaring vindt, die bij het slachtoffer hoort.
Let op: het terugkeren van de circulatie door alléén borstcompressies en beademen is zeer
zeldzaam. U kunt er pas van uitgaan dat de circulatie weer hersteld is, als het slachtoffer:
• bij bewustzijn komt, en
• zich beweegt, en
• zijn ogen opent, en
• normaal ademt.
Alleen dan legt u het slachtoffer op zijn zij (bijvoorbeeld in de stabiele zijligging). Maar blijf
paraat om direct de reanimatie weer te starten. Laat eenmaal aangebrachte elektroden
zitten en laat de AED aan. Wees erop bedacht dat de AED kan aangeven dat er beweging
wordt waargenomen.
https://mk0reanimatieral9rre.kinstacdn.com/app/uploads/2021/04/HS-1-Richtlijnen-2021.pdf
AED= De afkorting AED staat voor “Automatische Externe Defibrillator”. Een AED is een
draagbaar apparaat dat wordt ingezet om het hartritme te herstellen bij een hartstilstand. De
gesproken/visuele opdrachten moeten voldoen aan de richtlijnen reanimatie die van