Werken aan preventie
Artikelen, periode 2, jaar 2
Burgt, M. Doen wat werkt
§1.7 Beïnvloeden van gezondheidsgedrag door voorlichting
Voorlichten is gericht communiceren:
Bij gezondheidsvoorlichting worden beïnvloedbare factoren (determinanten)
vastgesteld en daarna worden interventies geselecteerd. De kennis die mensen
hebben van de relatie tussen gedrag en gezondheid is hierbij van belang.
Voorlichten is systematisch werken:
Voor patiëntenvoorlichting is een stappenreeks ontwikkeld. Aan de hand van
concreet gedrag is te zien in welke stap de patiënt zit: openstaan, begrijpen,
willen, kunnen, doen en blijven doen.
Bij gezondheidsvoorlichting is er sprake van de fasen: aandacht, bewustwording,
attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit, intentie, gedragsverandering en
gedragsbehoud.
Gedragsbeïnvloeding: een proces in tijd uitgezet.
Health counseling model voorbereiding van advies, uitvoering van het advies
en nazorg.
Stages of Control model vijf motivationele fasen: 1. Precontempaltie, 2.
Contemplatie, 3. Preparatie, 4. Actie, 5. Behoud
Huidig en gewenst gedrag in kaart brengen:
Om een interventie methodisch op te stellen beschrijf je eerst het huidige
(ongewenste) gedrag en stel je daarna gedragsdoelen op om het gewenste
gedrag te bereiken.
Daarna ga je kijken naar welke determinanten een rol spelen. Deze vul je in in de
matrix.
De stappen staan verticaal weergegeven in de matrix, de elementen van het
communicatieproces staan horizontaal (zender, boodschap, kanaal, ontvanger).
Mix van interventies bij gedragsverandering:
Bij gedragsverandering van verschillende individuen zijn meestal combinaties
van interventies nodig, omdat voor het individu verschillende determinanten en
het bevinden in verschillende stappen van toepassing zijn.
De praktijk van gezondheidsbevordering is weerbarstig:
Het bevorderen van gezond gedrag gaat verder dan het beïnvloeden van gedrag
en determinanten. Een integrale aanpak lijkt beter te werken dan alleen
voorlichting. Zo moet er ook aandacht worden geschonken aan de omgeving. Het
is belangrijk vraaggericht te werken.
Fransen, M.P. Gezondheidsvaardigheden: stand van zaken (p. 5 t/m 13)
Definitie voor onderzoek en praktijk in Nederland
De volgende elementen staan centraal bij de definities van
gezondheidsvaardigheden. Het gaat om:
1. Vaardigheden van individuen
2. De toegang tot en het verkrijgen, begrijpen en gebruiken van informatie
3. Diverse vormen van informatie: schriftelijk, mondeling, digitaal
4. Vaardigheden die nodig zijn om gezondheid gerelateerde beslissingen te
nemen principe dat mensen een geïnformeerde autonome keuze
moeten maken.
, Motivatie vormt geen onderdeel van het concept, omdat er een duidelijk
onderscheid gemaakt moet worden in de vaardigheden van mensen.
De definitie voor gezondheidsvaardigheden die geldt als uitgangspunt voor
wetenschappelijk onderzoek luidt: de vaardigheden van individuen om informatie
over gezondheid te verkrijgen, begrijpen en te gebruiken bij het nemen van
gezondheid gerelateerde beslissingen.
Meten van gezondheidsvaardigheden:
Objectieve meetinstrumenten: bijvoorbeeld naar leesvaardigheid
Subjectieve meetinstrumenten: vragen naar ervaren problemen bij het begrijpen
en toepassen van informatie.
Bijna allen zijn beperkt tot functionele geletterdheid in de context van
gezondheid.
(zie p. 7 voor verschillende instrumenten)
Gezondheidsvaardigheden in Nederland
11% op laagste niveau van prozageletterdheid: problemen met het begrijpen en
toepassen van informatie.
10% lage beroepsgeletterdheid: moeite met grafieken, kaarten, schema’s,
tabellen en formulieren.
10% laagste niveau van kwantitatieve geletterdheid: problemen met
enkelvoudige, simpele berekeningen.
1,5 miljoen mensen hebben lage gezondheidsvaardigheden
Vrouwen, ouderen en allochtonen zijn vaker laaggeletterd dan anderen.
Laaggeletterdheid en gezondheidsvaardigheden zijn met elkaar verbonden en
dus van invloed op elkaar.
Gevolgen voor gezondheid en gezondheidszorg:
Laaggeletterden rapporteren vaker een matige of slechte gezondheid en hebben
vaker last van aandoeningen. Lage gezondheidsvaardigheden beïnvloeden de
gezondheid door:
1. Toegang tot en gebruik van gezondheidszorg.
2. Interactie tussen zorgverlener en patiënt.
3. Omgaan met ziekte en gezondheid.
Aanbeveling voor praktijk, beleid en wetenschappelijk onderzoek
De zorgverlener moet informatie op maat verstrekken en patiënten empoweren
om adequaat met informatie om te gaan. Informatievoorziening aan en
communicatie met laaggeletterden moet verbeteren:
1. Verbeter de toegankelijkheid tot informatie.
2. Train zorgverleners in effectieve communicatie zie tabel 6.1, p.12
3. Ontwikkel en implementeer systematische begeleiding.
Het beleid in Nederland kan inspelen om gezondheidsvaardigheden door zich te
richten op bewustwording van het probleem van lage gezondheidsvaardigheden
onder zorgverleners en zorginstellingen, het verbeteren van
gezondheidsvaardigheden en op het investeren in wetenschappelijk onderzoek.
Rögels, N. Levenslooppsychologie, Jongvolwassenen, Volwassenen en
Oudere Volwassenen
Ontwikkeling is levenslang, multidimensioneel, multidirectioneel en
multigedetermineerd.