Leerdoelen GZW:
Week 1:
We starten de cursus met een verkenning van het begrip gezondheid. Wat is gezondheid nou
eigenlijk? Verschilt gezondheid tussen mensen? Wat zijn actuele gezondheidsproblemen In
Nederland? Wat is de rol van de gemeente en de GGD in de publieke gezondheidszorg?
o De student kan aanduiden waarom de vakgebieden biomedisch onderzoek,
sociaal medisch onderzoek, gezondheidsrechten en filosofie samen nodig zijn om
de ontwikkelingen in de gezondheidszorg te begrijpen (k, b)
o De student kan de verantwoordelijkheden en taken van de gemeente en GGD
benoemen (k)
o Taken gemeente: opdrachtgever van lokale GGD, beleidsmaker.
Jeugdzorg
Werk en inkomen
Uitvoering WMO
o Taken GGD: Beschermen, bewaken en bevorderen publieke gezondheid: De
GGD’en hebben een aantal wettelijke taken, beschreven in de Wet publieke
gezondheid (Wpg).
Monitoring, signalering, advisering
Epidemiologische analyse en monitoren van gezondheid inwoners.
Monitoren van: verdeling populatie, fysieke gezondheid en chronische
ziekten, psychosociale gezondheid, ervaren gezondheid, quality of life,
leefstijl, geboorte en sterfte, veiligheid.
4-jarige gezondheidsnota
Uitvoerende taken gezondheidsbescherming
Infectieziektenbestrijding
Meldingsplicht
SOA’s voorlichting
Tuberculosebestrijding
Medische milieukundezorg
Luchtkwaliteit, bodemverontreiniging
Technische hygiënezorg (controle zwembaden, sauna’s,
peuterspeelzalen)
Crisisbeheersing (bewaking publieke gezondheid)
Rampenbestrijding – informeren en uitvoeren onderzoek naar bodem,
lucht en water en geestelijke ondersteuning/slachtofferhulp
Psychosociale hulp bij rampen
Het houden van toezicht
Bewaken gezondheidsaspecten bestuurlijke beslissingen
Toezicht kinderdagverblijven
Naast de wettelijke taken voert iedere GGD voor zijn gemeente(n) ook
aanvullende taken uit, beschreven in de gemeentelijke nota’s over het lokale
beleid gezondheidszorg.
Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau en ‘schoolarts’), uitvoer
vaccinatieprogramma,
Gezondheidsvoorlichting
OGGZ en bemoeizorg (daklozen, vrouwopvang)
, Bevordering leefstijl
Opzet en uitvoering preventieprogramma’s
Gezondheidsbevordering
Publieke gezondheidszorg in COA-opvanglocaties
Sociaal-medische advisering
Forensische geneeskunde
Lijkschouw, sporenonderzoek, medische zorg en advisering arrestanten
o De student kan verschillende definities van gezondheid kritisch beoordelen (k, b)
o “je bent gezond wanneer je niet ziek, gewond of gehandicapt bent”
Deze definitie doet niet goed recht aan het feit dat mensen die ziek, gewond
of gehandicapt zijn zich heel vaak goed voelen en goed functioneren
o WHO 1946: Gezondheid is een toestand van fysiek, mentaal en maatschappelijk
welbevinden en niet louter afwezigheid van ziekte of gebrek
Hele hoge lat aan gezond zijn, zou leiden tot een onnodig hoge gebruik van
zorg
o VTV 2014: Gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en een eigen
regie te voeren, in het licht van sociale, lichamelijke en emotionele uitdagingen
in het leven
Aanpassingsvermogen en functionaliteit staat centraal. Past goed in de tijd
waarin mensen ouder worden en de kwaliteit van leven nog steeds omhoog
gaat
Kritiek: is ziekte dan nog wel van belang? Het gaat alleen nog om de vraag
hoe je er mee omgaat. Deze definitie kan een te hoge nadruk leggen op
eigen regie en kan niet eerlijk zijn tegenover kwetsbare groepen.
De positieve gezondheid wordt weergegeven in 6 dimensies:
Lichaamsfuncties
Mentaal welbevinden
Zingeving
Kwaliteit van leven
Sociaal maatschappelijk participeren
Dagelijks functioneren
Illness: ervaren ziekte`. Hoe voel je je?
Disease: medisch vastgestelde ziekte
Sickness: ziektegedrag
Volksgezondheid: omvang en spreiding van gezondheid en ziekte in de
bevolking. De mate waarin de bevolking wordt belemmerd door het
vóórkomen van ziekte/letsel/gebrek.
Determinanten van gezondheid
Gedrag – het gedrag tegenover iets; bijvoorbeeld of je een
infectieziekte bestrijdt of niet, of je door rood rijdt
Persoonsgebonden
Erfelijke factoren
Verworven factoren
Omgevingsfactoren:
Fysiek: (bijvoorbeeld voldoende ventilatie en veilig vervoer)
Sociaal: (familie, vrienden, collega’s en werkbelasting)
Biologisch: (aanwezigheid van virussen)
,
o De student kan indicatoren van volksgezondheid interpreteren (k, b, t)
o Er zijn vier groepen indicatoren:
Ziekten en aandoeningen;
De belangrijkste ziekten in de Nederlandse bevolking, afgemeten aan
het aantal mensen dat volgens zorgregistraties jaarlijs de ziekte krijgt
(jaarincidentie), zijn:
Infecties van de bovenste luchtwegen;
Nek- en rugklachten;
Acute urineweginfecties;
Privéongevallen;
Contacteczeem.
Deze gezondheidsproblemen zijn gemiddeld niet zo ernstig en
bovendien meestal van korte duur.
De meest ernstige en langdurigere gezondheidsproblemen
zijn:
Nek- en rugklachten;
Contacteczeem;
Artrose;
Diabetes mellitus;
Coronaire hartziekten.
Sterfte en doodsoorzaken;
Sterfte is vanouds de belangrijkste indicator van volksgezondheid. Dat
heeft te maken met het feit dat sterftegegevens al veel langer
beschikbaar zijn dan gegevens over het vóórkomen van ziekte in de
bevolking.
Sterftegegevens zijn daarnaast ook relatief betrouwbaar. Bovendien is
de registratie over het algemeen volledig waardoor er geen
vertekening kan optreden, iets wat bij gegevens over ziekte wel het
geval kan zijn.
Deze voordelen zijn nu ook nog van belang, maar met de toename van
de levensverwachting is het relatieve belang van sterfte als indicator
van de volksgezondheid wel duidelijk omlaaggegaan.
Levensverwachting en gezonde levensverwachting.
De hoogte van de sterfte in een bevolking kan behalve met behulp van
sterftecijfers ook worden weergegeven met de levensverwachting.
Wanneer sterftekansen in de loop der tijd veranderen, zullen dergelijke
uitspraken echter een onder- of overschatting van de werkelijke
levensduur van dit ‘geboortecohort’ betekenen.
Maten voor de gezonde levensverwachting geven een goed,
samenvattend beeld van de volksgezondheid. De levensverwachting in
goede ervaren gezondheid bedraagt in Nederland 64 jaar, zowel voor
vrouwen als voor mannen.
Maten voor het verlies aan gezonde levensjaren, zoals DALY’s lenen
zich erg goed voor de beantwoording van de vraag welke ziekte de
meeste ‘schade’ aanrichten
Functioneren en kwaliteit van leven:
Mede door beperkingen in het functioneren leiden ziekten en
aandoeningen ook tot een aanzienlijk verlies van de kwaliteit van
leven. Zo zijn slaapstoornissen, depressieve gevoelens en het
onvermogen te werken niet karakteristiek voor een bepaalde ziekte,