100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle aantekeningen PSBK €4,89
In winkelwagen

College aantekeningen

Alle aantekeningen PSBK

 11 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is genoeg stof om je tentamen goed mee te halen!! Alle hoorcolleges uitgebreide en duidelijke aantekeningen.

Voorbeeld 4 van de 81  pagina's

  • 26 september 2022
  • 81
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • -
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (21)
avatar-seller
emmabakker2
Pedagogische systemen van de baby en kindertijd
aantekeningen hoorcolleges

Inhoud:
1. intro
2. bio-ecologisch model
3. het biologische systeem
4. gezin
5. interventies in het gezinssysteem
6. macrosysteem
7. kinderopvang
8. school
9. opbrengsten


1. Intro

HC 1 9 september

Elk persoon ontwikkelt zich door een complex samenspel van verschillende factoren, die geordend
zijn in systemen:
• Biologische systemen (genen, hersenen, hormonen, lichaam, etc.)
• Sociale of ecologische systemen (gezin, familie, buurt, school, studie, vrienden, culturele groep, etc.)
> culturele overdracht
• Chronosysteem: De ontwikkelingen in de samenleving (economisch, sociaal, cultureel, politiek)
• Fysische omgeving: huisvesting, veiligheid, kwaliteit, voeding, etc. • Maar ook door toeval!
⇒ Daarom is het ook zo moeilijk om de ontwikkeling te voorspellen

opvoeding:
- ontwikkeling, brein, genen → biologie
- communiceren, elkaars taal spreken → interacties
- structuur bieden, feedback geven, de weg wijzen, leren denken, zorgen dat ze gaan nadenken
over henzelf → ouders moeten hen begeleiden & ondersteunen
- respect hebben voor elkaar, normen en waarden, hoe ga je met elkaar om → culturele
overdracht
- opvoeding van nu is anders dan die van vroeger, tijd is belangrijk → tijdsgeest
➡ opvoeding draagt bij tot hoe kinderen zich ontwikkelen, maar het is niet de enige factor

‘wat is pedagogiek’? → Van IJzendoorn:
“De pedagogische wetenschappen bestuderen de opvoeding, het onderwijs en de hulpverlening aan
kinderen en jeugdigen met het oog op verbetering van de praktijk”

→ bezig met het onderwijs en hulpverlening
→ bestuderen = een empirisch-analytische discipline
→ “verbetering van de praktijk”= een interventie of handelingswetenschap
• empirisch: kennis verzamelt op geordende manier, systematisch en mbv statistiek analyseren
• analytisch: reduceren; maar een klein deel onderzoeken, het geheel is te complex




1

,• onderzoek moet repliceerbaar zijn: voorgaande onderzoeken er ook bij betrekken → uit 1 onderzoek
kan je nooit echt een absolute conclusie trekken, je hebt meerdere onderzoeken nodig
• theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn: via wetenschappelijk onderzoek kunnen aantonen of het
niet/wel deugd, je moet het kunnen toetsen
• niet-normatief: de wetenschapper moet objectief blijven → niet voorschrijven hoe de opvoeding
eruit moet zien

empirisch-analytische pedagogiek = op systematische wijze pedagogische handelingen, methoden,
programma’s, therapieën uitproberen en kijken of er sprake is van een pedagogisch effect (= een
handelingswetenschap)
→ een pedagogisch effect bereiken
er zijn veel verschillende manieren voor systematische wijze; veldexperiment, actie-onderzoek,
survey-onderzoek, laboratorium experiment, etc.

⇒ bezwaren: dit is een ‘enge’ definitie → het gaat alleen maar om het verzamelen van informatie;
geen normatieve uitspraken en geen theorievorming (bijv. wat is een succesvolle opvoeding)

pedagogiek was niet altijd empirisch-analytisch, eerst: normatieve pedagogiek
→ filosofisch ipv alleen maar wetenschappelijk; “wat is een goede opvoeding?”
switch van normatieve ➔ empirisch-analytische ‘90

Langeveld: “het kind begrijpen zoals het is” → alleen focussen op dit kind, niet op een hele groep →
​kijk zo onbevooroordeeld mogelijk naar de wereld en naar het kind met diens unieke mogelijkheden
en moeilijkheden (N=1 methode)
→ fenomenologische benadering (‘Utrechtse School’)
kinderen kunnen heel sterk van elkaar verschillen
↳ veel waarde aan het normatieve kader:
een kind moet zijn eigen pad kunnen bepalen maar er dus wel verantwoordelijk voor zijn → kind is
een animal educandum; moet onderwezen worden, een wezen dat opgevoed moet worden met als
doel ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’
ouders zijn er verantwoordelijk voor dat een kind een mondige burger wordt en zijn plaats vindt in de
wereld → ouders hebben deze opdracht, morele verantwoordelijkheid (Jelle Jolles)
→ Langeveld had een hekel aan het empirisch-analytische, maar: kijk, denk na, filosofeer

in strijd met A. D. de Groot: = grondlegger evidence-based science
geen uitspraken doen over individuen; over individuele gevallen zijn geen wetenschappelijk
verantwoorde uitspraken te doen, maar data verzamelen van grote groepen → kwantificeren,
analyseren
➔ Langeveld verloren; geen invloed meer op huidige pedagogiek; nu empirisch-analytisch
Jaap Bos wel biografie geschreven over L
⇒ conclusie: beste manier om kind op te voeden tot een verantwoordelijk burger is een actuele en nog
steeds relevante vraag! (= een normatieve vraag)

v. IJzendoorn: pedagogiek niet om hoe ouders moeten opvoeden, maar alleen onderzoek doen

M. de Winter (UU):
we moeten het combineren ((filmpje nog bekijken))



2

,→ “een verbeterde wereld begint bij de opvoeding” → naar een cultuur van inclusief burgerschap ➞
naar een hoopgevende sociale pedagogiek die bijdraagt aan de ontwikkeling van democratisch
burgerschap:
minder problematiseren en meer groei, minder individualiseren maar in de sociale context → jeugd
gedijt beter in rijke sociale netwerken
Belang van opvoedingsidealen (normatief):
relatie opvoeding & democratische rechtsstaat + opvoeding als tegenwicht voor polarisatie en haat
De empirisch-analytische pedagogiek is zichzelf steeds meer gaan richten op individuele problemen
en stoornissen → hierdoor zijn steeds minder kinderen ‘normaal’ en hebben ze een probleem

bezig met grote maatschappelijke opvoedingsvraagstukken: migratie, ongelijkheid,
kindermishandeling, etc.
veel mensen hebben het idee dat ze geen enkele invloed hebben op hun omgeving → leidt tot woede,
pessimisme, moedeloosheid → zij hebben hoop nodig , hoop = het leren zien van mogelijkheden tot
verbetering

hoopgevende sociale pedagogiek:
- we moeten naar handelingsstand, handelingsperspectieven cultiveren
- pedagogisch onderbreken: onderbreken van impulsieve oordelen & verlangens
- optimisme voorleven → hoop
- participatie bevorderen
↳ jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst hebben vaak het gevoel van
uitsluiting → dit moeten we doorbreken

hoogleraren v. Utrecht plan: “Raising future generations” → visie op en (her)profileren van de
pedagogische wetenschappen in Utrecht

Uitgangspunten
1. Systemisch perspectief of contextbenadering: het bio-ecologisch model → kinderen groeien
niet op in het isolement van het gezin, maar in meerdere contexten
2. Dimensionele en positieve benadering •
- Minder nadruk op classificeren (= vaststellen van stoornissen), maar op profielen en
dimensies, iedereen verschilt van elkaar
- Culturele diversiteit, de ene cultuur is niet ‘beter’ dan de ander
- Minder nadruk op de problemen, maar op kansen, ontwikkelingsmogelijkheden,
participatie, inclusie, optimale benutting van het potentieel van ieder individu (de
Winter: hoop en optimisme)
→ beter plaatsen in dimensie, bijv; ene is erg geïnteresseerd in andere
mensen, de ander is dat veel minder (hierin dus ook verschillende beroepen)
3. Multidisciplinair & multinationaal, psychologische processen, vergelijking tussen landen




3

, 2. Het bio-ecologisch model
HC 2 14 september

Het bio-socio-ecologische model: nature vs nurture
boek “the Nurture assumption” van Judith Harris → het misverstand opvoeding:
al het onderzoek tot dan toe van eigenschappen; sterke effecten van erfelijkheid (bijv. intelligentie) op
uiteenlopende eigenschappen, heel kleine effecten van gedeelde omgeving → conclusie = erfelijke
factoren het belangrijkst + omgeving kinderen heel weinig invloed
➜ opvoeding niet zo belangrijk, maar erfelijkheid belangrijk

c 2 staat voor common, staat voor gedeelde omgeving
correlatie = overeenkomst
h 2 = erfelijkheidsgraad

1 eiige tweeling (monozygotisch): identiek → correlatie is 1
2 eiige tweeling (dizygotische): de helft ivm 1 eiige tweeling → correlatie is ½
⇒ bij 1 ei komt intelligentie heel goed overeen, bij 2 ei ongeveer de helft minder goed
➜ erfelijkheid grote invloed (70/80% intelligentie hangt samen met erfelijke factoren)

adoptiekinderen met niet verwante broertjes/zusjes → 0 correlatie, wel dezelfde omgeving (c2) →
wat is de invloed van dezelfde omgeving??
→ correlatie heel klein
wel correlatie met verwante broertjes/zusjes die in andere omgeving wonen

Spoetnik effect (technische vooruitgang Rusland, satelliet
⇒ reactie Amerika: pedagogisch programma → brede stimulering van de ontwikkeling van de arme
(merendeels donkere) bevolking, jaren 60/70 → veel andere landen daarna ook

Head Start programma, VS → gericht op verhoging van IQ en taalvaardigheid, maar niet altijd
professioneel uitgevoerd (mislukte qua programma een beetje)
massaal, op grote schaal uitgezet , ‘war on poverty’
→ programma: halve dagen paar keer per week, naar peuterspeelzaal, zonder echt duidelijk
programma, gezins stimuleringsprogramma's
⇒ dan zal het beter gaan met IQ
maar IQ verhogen faalde (geen blijvende resultaten), dus debat:

Arthur Jensen: Head Start kon nooit slagen, want intelligentie (g-factor), als erfelijke eigenschap, is
niet wezenlijk veranderbaar
general-factor: beste indicator voor intelligentie → de gemeenschappelijke kern van uiteenlopende
tests voor intelligentie en verwante cognitieve capaciteiten
vroeger was er een black-white gap → intelligentie donkere mensen veel lager, dit is nu veel minder

genetica - intelligentie ⇒ debat
Sir Cyril Burt (1883-1981): beschuldigd van het vervalsen van tweeling gegevens om de erfelijkheid
van intelligentie te bewijzen → bewijzen dat erfelijkheid idd zo een grote rol speelt
Harvard psychologen Herrnstein & Murray, 1994: the bell curve (klokvorm) → waarom sociale
ongelijkheid rechtvaardig is → verdeling intelligente gehele populatie, verdeelde intelligente =
natuurlijk verschijnsel

Wouter Duyk, Gent:


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmabakker2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48756 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,89
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd