Samenvatting gedrag in organisaties
Hoofdstuk 1: wat is gedrag in organisatie?
Gedrag in organisaties gaat om het effectiever maken van een organisatie.
Managers:
Technische, kwantitatieve & analytische vaardigheden zijn belangrijk.
Leiderschap en communicatieve vaardigheden zijn essentieel.
Goede Organisatorische voordelen.
Goede werknemers blijven bij de organisatie
Goede werknemers solliciteren
Betere prestaties
Wat doen managers: They get things done through other people.
Managementfuncties:
Organiseren
Plannen maken
Leidinggeven
Controleren
Overlap: het belang van managen van mensen
Intuïtie:
Onderbuikgevoel
Individuele observaties
Gezond verstand
Systematische studie:
Kijkt naar relaties
Wetenschappelijk bewijs
Voorspelt gedrag
Hindsight bias: de neiging om ten onrechte te geloven, na een uitkomst van een feitelijk
bekende gebeurtenis, dat men die uitkomst nauwkeurig zou hebben voorspeld.
Evidence based management: het baseren van managementbeslissingen op het beste,
beschikbare, wetenschappelijk bewijs.
Onderzoekmethodologie:
Systematische observatie:
Experimental research:
Hoofdstuk 2: diversiteit in organisatie
Surface level diversiteit: verschillen in eigenschappen die makkelijk zichtbaar zijn, zoals
ras, geslacht en leeftijd etc.
Deep-level diversiteit: verschil in waarden, persoonlijkheid en werkvoorkeuren die minder
makkelijk zichtbaar zijn.
Basis individueel gedrag:
, Competency
Biografische eigenschappen: geslacht, leeftijd, ras, etniciteit, religie, culturele identiteit en
ervaring
Leren en sturen
Leren:
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Social learning: leren door te observeren
Shaping:
Positive reinforcement: belonen
Negative reinforcement: het wegnemen van iets negatiefs
Punishment: straffen
Extinction: negeren.
Diversiteit:
Goed, want: Meer informatie en perspectief ter beschikking
Slecht want, stereotypering & discriminatie
Similarity- attraction
Diversity management: Aantrekken, selecteren, ontwikkelen en behouden van divers
personeel
Hoofdstuk 3 attitudes
Attitudes: evaluatieve bewering of oordelen over voorwerpen, mensen of gebeurtenissen.
Attitudes heeft 3 componenten
Cognitieve: mening of overtuiging (v.b. mijn salaris is lag)
Affectieve: emotie of gevoel (v.b. ik ben boos over mijn lage salaris)
Gedrags-: een intentie om je op een bepaalde manier te gedragen ten opzichte van
iemand of iets.
Attitudes voorspellen gedrag (maar niet altijd)