Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen.
Reken-wiskundedidactiek
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. p. 11 - 22;
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. p. 101 -112
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. p. 113 – 143
Protocol ernstige Reken-Wiskunde problemen en dyscalculie, paragraaf 5.1:
p. 136 -144 (zie 'bronnen')
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen p. 145-175
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen p. 25-64
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen p. 205 -235
Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen p. 65 – 99
Nelissen, J.M.C. Interactie: een vakpsychologische analyse. In: Panamapost, jaargang 20, 4: p.
3 -14
DE BLAUWE ONDERDELEN ZIJN TOETSSTOF
0
, Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen.
Reken-wiskundedidactiek
Hoofdstuk 1
Samenhang verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen
1.1 Verhoudingen zijn de basis
Verhoudingen (1 op de 4), gebroken getallen (1/4) en procenten (25%) hebben veel met elkaar
gemeen, je kunt er hetzelfde mee uitdrukken.
1.1.1 Overeenkomsten en verschillen
Zo kun je bij ieder domein een relatief aspect onderscheiden:
Zo zijn kommagetallen decimale breuken
En kunnen breuken en procenten allebei een verhouding weergeven
Een breuk geeft een verhouding aan tussen een deel en een geheel.
Een percentage geeft een verhouding aan tussen een deel en een geheel dat op 100 is gesteld.
1.1.2 Absoluut en relatief
Absolute gegevens zijn getallen die naar daadwerkelijke hoeveelheden of aantallen verwijzen.
Er zitten 155 studenten op deze pabo.
Relatieve gegevens zijn getallen verhoudingmatige gegevens over hoeveelheden of aantallen waar je
niet direct het daadwerkelijke getal of aantal kan aflezen.
1 op de 4 studenten is een man.
Om dit uit te rekenen heb je dus ook de absolute gegevens nodig.
Het is ook erg belangrijk dat kinderen dit verschil snappen en in verband kunnen brengen met elkaar,
anders lukt het ze niet om een vraag te begrijpen. Dit kan je laten zien met een strookmodel. Bij de
stroken staan zowel de absolute gegevens (aantallen) als de relatieve gegevens (percentage).
Om te voorkomen dat kinderen de getallen en percentages door elkaar halen, is het verstandig de
getallen benoemd te noteren (benoemd getal). je schrijft er bijvoorbeeld achter: zoveel keer raak,
zoveel euro etc.
1.2 Onderlinge relaties
Om goed te kunnen redeneren en rekenen met verhoudingen, procenten, breuken en
kommagetallen is het belangrijk dat je de samenhang tussen deze subdomeinen ziet. Bijvoorbeeld:
1.2.1 Begrip
Om kinderen grip te laten krijgen op de betekenis kan je aandacht besteden aan de verschillende
verschijningsvormen. Om de samenhang te zien is het ook belangrijk dat kinderen de domeinen in de
realiteit zien, bijv. een fictief krantenstukje.
Daarnaast leren kinderen de betekenis van bewerkingen met verhoudingen en breuken te zien door:
1/5 x 10 betekent eigenlijk: 1/5 deel nemen van 10.
Ik weet dat 20% ergens van hetzelfde is als 1/5 deel daarvan nemen, want 100 gedeeld door
5 is 20.
1/5 is eigenlijk 1 gedeeld door 5.
1