100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostiek in de Klinische Psychologie (PM, Open Universiteit) €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychodiagnostiek in de Klinische Psychologie (PM, Open Universiteit)

3 beoordelingen
 230 keer bekeken  34 keer verkocht

Volledige samenvatting van de reader behorend bij het vak Psychodiagnostiek in de Klinische Psychologie, onderdeel van de master Klinische Psychologie van de Open Universiteit.

Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • Ja
  • 28 september 2022
  • 3 oktober 2022
  • 52
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (7)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: alvinvanasselt • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: barbaranyominoëllearhins • 1 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: dadadub • 1 jaar geleden

Dank voor de beoordeling! Succes met leren!

review-writer-avatar

Door: jamie1234 • 2 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: dadadub • 1 jaar geleden

Dank voor de beoordeling! Succes met leren!

avatar-seller
dadadub
PSYCHODIAGNOSTIEK

WEEK 1
Psychodiagnostiek: het op wetenschappelijk verantwoorde wijze verzamelen van informatie omtrent
de persoon en zijn situatie met het oog op het nemen van beslissingen.
Diagnostiek is dus geen doel op zich, maar een middel om tot beslissingen te komen
 Deze beslissingen zijn vaak gericht op verbetering van de psychische en/of psychosociale
toestand van de cliënt en zijn omgeving
 De behoefte aan de beslissingen komt voort uit een vraag van een cliënt of zijn omgeving

De psycholoog die een cliënt diagnosticeert, moet op de hoogte zijn van:
Theorieën over psychische stoornissen, het ontstaan en beloop daarvan, bijbehorende
symptomen, eventuele comorbiditeit, verklarende en onderhoudende factoren en
behandelmogelijkheden
De beschikbare onderzoeksmiddelen, moet kunnen inschatten welk hulpmiddel te gebruiken
(bijv. vragenlijst of interviewmethode) en in staat zijn het toe te passen

De interactie met personen is belangrijk binnen psychodiagnostiek. Beide partijen moeten zich
kunnen inleven. De cliënt moet tijdens de gesprekken en testafnames inschattingen van zichzelf
maken, daarin moet de psycholoog de cliënt kunnen begeleiden.
De psycholoog moet zich ervan bewust zijn van wie de hulpvraag nou eigenlijk komt en wiens belang
het dient (van de cliënt, ouders of bijv. de school).
De psycholoog moet iets weten over hoe beslissingen tot stand komen (besliskunde).
De psycholoog moet kennis hebben van het diagnostisch proces en de toepassing hiervan.

H1: INLEIDING: PSYCHODIAGNOSTIEK BINNEN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE
1: DE WERKVELDEN
Psychodiagnostiek wordt uitgevoerd in: ggz-praktijken, ziekenhuis, revalidatiecentrum, verpleeghuis
etc. In de generalistische ggz is diagnostiek vooral kleinschalig, in de meer gespecialiseerde ggz (sggz)
kan uitgebreider worden gediagnosticeerd.
In de basis-ggz wordt hulp geboden aan twee groepen cliënten: (1) met relatief enkelvoudige
psychische problematiek en (2) met meer complexe en chronische aandoeningen, waarbij focus
meer ligt op het vinden van evenwicht in het leven met deze aandoening
De hulp is vaak kortdurend en sterk geprotocolleerd → cliënten met ernstiger klachten worden
doorverwezen
Om behandeling te kunnen indiceren, moet er een DSM-5-classificatie zijn

In de sggz is de problematiek ernstiger, richt behandeling zich vooral op complexe problematiek en
zijn er ook psychosociale klachten en/of levensfaseproblematiek.

Het doel van de intake is: inventariseren en beslissen of de cliënt met zijn hulpvraag bij deze
zorgverlener aan het juiste adres is.

Binnen de klinische setting zijn er vier soorten psychologen te onderscheiden:
Basispsycholoog (geen beschermde titel):

,  Is in het bezit van de universitaire master psychologie en bij voorkeur ook de
basisaantekening psychodiagnostiek (BAPD)
 Geen postdoctorale opleiding gevolgd, beperkte diagnostische en behandelbevoegdheden,
werkt onder supervisie van een GZ-psycholoog
Gezondheidszorgpsycholoog: tweejarige opleiding
Klinisch (neuro)psycholoog: na opleiding GZ-psycholoog nog een vierjarige specialistische
opleiding gevolgd (waaronder onderzoeks- en managementvaardigheden)
Psychotherapeut: na de master een vierjarige opleiding gevolgd → nadruk op complexe
therapeutische kanten van de hulpverlening
↑Laatste 3: beschermde titels → BIG → verkregen na postdoctorale opleiding. In deze opleidingen
wordt zowel werkervaring als theoretische kennis opgedaan.

Aanvullende registraties, titels of aantekeningen die men kan halen na de opleiding tot
basispsycholoog: Basisaantekening Psychodiagnostiek, de titel psycholoog NIP, de registratie als
seksuoloog en de registratie als cognitief gedragstherapeut.

2: POPULATIE EN PROBLEMATIEK
De gezondheidspsycholoog helpt vooral cliënten met een somatische aandoening die als gevolg
hiervan psychische klachten ervaren en aan mensen met onverklaarbare somatische klachten
(somatoforme stoornissen). Gezondheidspsychologen houden zich meer bezig met relatief normale
psychosociale gedragsaspecten in relatie tot gezondheid en ziekte, terwijl psychologen in een
klinische setting zich meer bezighouden met afwijkend, slecht aangepast, disfunctioneel gedrag.

3: VERWIJZING EN DOORVERWIJZING
De cliënt wordt aangemeld door een erkend verwijzer zoals een huisarts. Het kan ook zijn dat de
cliënt zelf contact opneemt met de ggz-instelling, maar voor de verzekering is wel een doorverwijzing
van de huisarts nodig.
Eerst wordt onderzocht of de cliënt voor hulp aan het juiste adres is
Wanneer blijkt dat er een indicatie is om een aanvullend behandel- en/of begeleidingstraject te
volgen, kan besloten worden dit zelf te doen of door te verwijzen
 Deze keuze wordt in overleg met de cliënt genomen
 En is afhankelijk van de aard/ernst van de problematiek, expertise van de psycholoog en
doelstellingen van de instelling
Er kan ook intern worden doorverwezen naar een andere afdeling

Veel instellingen hebben een specialisatie zoals stemmingsstoornissen. Maar een doorverwijzing gaat
wel ten koste van de continuïteit van de zorg, dus wordt geprobeerd om zo min mogelijk door te
verwijzen, zodat de cliënt het gehele traject te maken heeft met één enkele psycholoog. Er kan ook
terug worden verwezen naar de huisarts, bijv. als het stellen van de diagnose voldoende is.

4: MULTIDISCIPLINAIRE SAMENWERKING
Zorg wordt steeds meer aangeboden vanuit een multidisciplinair team met verschillende expertises,
wat resulteert in een holistische benadering van de problematiek. Vaak wordt het biopsychosociale
model aangehouden. Het is belangrijk dat iedereen zijn activiteiten afstemt op de anderen en dat
iedereen op de hoogte is van de basale theoretische uitgangspunten en vakjargon van de andere
disciplines.

,5: PSYCHODIAGNOSTISCHE TAAK
Meestal vindt diagnostiek plaats bij de aanmelding, maar het kan ook later in het traject. Dat gebeurt
vooral als een lopende behandeling stagneert of er nieuwe informatie naar voren komt.

Doelen diagnostiek:
Nagaan of de cliënt aan het juiste adres is
Onderzoeken: wat de aard en ernst van de klachten is, hoe ze kunnen worden begrepen en hoe
de cliënt het beste kan worden geholpen

Informatie voor het onderzoek kan worden gehaald uit medische dossiers, observaties, interview- en
gesprekstechnieken, resultaten van meetinstrumenten en medische onderzoeken (zoals hersen- of
bloedonderzoek).

Door symptomen te clusteren kan duidelijk worden wat disfunctionele gedragsclusters zijn (ook wel
syndromen). Ook moeten sterke en zwakke kanten van iemand in kaart worden gebracht.
Het is belangrijk om alle bronnen op een coherente manier samen te voegen waarna een holistische
theorie gemaakt kan worden. Uit deze theorie wordt duidelijk hoe gedrag en psychosociale factoren
het ontstaan en beloop van de problematiek beïnvloeden.

Het onderzoek kan zich richten op verschillende domeinen:
Intelligentieonderzoek: beeld vormen over het niveau en de structuur van de intelligentie.
Observaties geven informatie over iemands werkwijze, manier van omgaan met taken, tijdsdruk
en flexibiliteit. Vb.: WAIS, WISC, Drenth-serie, DAT of Raven.
Persoonlijkheidsonderzoek: persoonlijkheidskenmerken in kaart brengen → kijken of die de
klachten beïnvloeden. Vb.: MMPI-2, NPV-2, HEXACO en NEO-PI-R.
Projectief onderzoek of indirecte methoden: gebeurt vooral kwalitatief → gegevens verkrijgen die
niet te achterhalen zijn met zelfrapportage of gedragsobservatie. Voor de cliënt is de taak vaak
onduidelijk en ongestructureerd. Er wordt gelet op hoe de cliënt omgaat met de taak → de
uitvoering zal iets laten zien van de eigenschappen, voorkeuren, reactiewijzen, thema’s etc.
Wordt vooral als aanvulling op andere methoden gebruikt. Vb.: Thematic Apperception Test
(TAT), Zin-aanvultaak (ZAT) en de rorschachtest.
Neuropsychologisch onderzoek: wordt ingezet als de vraag zich richt op hogere cognitieve
functies zoals aandacht, geheugen, taal, motoriek en perceptie. Gaat om de relatie tussen
hersenen en gedrag. Vb.: Verbale leer- en geheugentaak, Stroop-kleur-woordtaak en Behavioral
assessment of the dysexecutive syndrome.
Probleemgericht onderzoek: nader onderzoeken van klachten of screenen of er sprake is van
andere relevante klachten die niet eerder aan de orde kwamen, of onderzoeken hoe iemand
geneigd is met problemen om te gaan. Vb.: Beck Depression Inventory (BDI), Symptom Checklist
(SCL-90) en Utrechtse Copinglijst (UCL).

H2: DE DIAGNOSTISCHE CYCLUS IN DE PRAKTIJK VAN DE KLINISCHE EN
GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
De psycholoog die diagnostiek uitvoert, is zowel een professional als een wetenschapper. De
wetenschappelijkheid moet in de aanpak worden gewaarborgd.

1: ACHTERGROND VAN DE DIAGNOSTISCHE CYCLUS

, Er bestaan binnen de diagnostiek richtlijnen om oordeelsfouten te voorkomen. Lang werd daarvoor
de empirische cyclus voor experimenteel onderzoek van De Groot als basis gebruikt.
Bij zowel experimenteel onderzoek als diagnostiek gaat het om het helder krijgen van een
onderzoeksvraag en het op verantwoorde wijze vinden van een antwoord daarop via logisch redenen
en het verzamelen en empirische gegevens. Het verschil is dat diagnostiek zich niet richt op
generaliseerbare antwoorden.

De belangrijkste richtlijnen zijn:
Toets vermoedens/hypothesen aan gegevens en stel (voor)oordelen bij als daar aanleiding toe is
Zoek doelgericht en systematisch naar bepaalde patronen en houd rekening met de consistentie
in die patronen
 Baseer diagnostische oordelen op verschillende, onafhankelijke informatiebronnen en check
of daaruit een consistent beeld naar voren komt
 Neem tests en vragenlijsten af, maar observeer ook gedrag en houd gestructureerde
interviews
Hanteer theoretisch verantwoorde redeneringen en gegevens uit recent wetenschappelijk
onderzoek
Gebruik voldoende betrouwbare en valide diagnostische onderzoeksmiddelen
 Ga altijd de COTAN-beoordelingen na (COTAN = Commissie Testaangelegenheden
Nederland) van een instrument en/of onderzoek naar de psychometrische kwaliteiten
Leg verantwoording af aan collega’s en cliënten door de denk- en werkwijze steeds te
expliciteren
 Wees open en eerlijk tegen cliënten, betrek bij twijfel een objectieve, deskundige collega en
betrek zo nodig de cliënt bij je twijfel

De richtlijnen zijn bedoeld om oordeelsfouten te voorkomen en naar transparantie
(controleerbaarheid) te streven. Ze dienen ook als raamwerk wat gebruikt kan worden in opleidingen
tot psycholoog en het bevordert de communicatie tussen professionals.

De Bruyn et al. hebben de richtlijnen vertaald naar een model waarin hypothesen over gedrag,
cognities en emoties worden getoetst, de diagnostische cyclus:
1. Klachtanalyse
2. Probleemanalyse
3. Verklaringsanalyse
4. Indicatieanalyse

De uitkomst van de laatste fase kan ook weer een ingang zijn voor verder onderzoek.

2: AANMELDINGEN EN HULPVRAGEN
Diagnostiek begint met een aanmelding.
De psycholoog onderzoekt of het professioneel en ethisch verantwoord is om de opdracht te
accepteren, bijv. door in te schatten in hoeverre diegene deskundig is en of er geen sprake is van
rolverwarring (als de psycholoog de cliënt privé al kent)
De psycholoog geeft helderheid over wat de cliënt kan verwachten van de werkwijze, kosten,
klachtenregeling etc.
Het moet helder zijn wie de opdrachtgever en de cliënt(en) zijn, zodat bijv. duidelijk is aan wie
moet worden gerapporteerd

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dadadub. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  34x  verkocht
  • (3)
  Kopen