Cognitie en Perceptie samenvatting boek
Hoorcollege 7 juni
Cognitieve psychologie is the branch of psychology concerned with the scientific study of the
mind. Cognitieve psychologie is dus de wetenschappelijke studie van cognitieve functies
zoals perceptie, aandacht, geheugen, (taal), redeneren, (problemen oplossen) en
beslissingen maken. Deze functies staan hier los van elkaar maar de scheiding tussen deze
functies is eigenlijk helemaal niet zo duidelijk. Dit is tevens de volgorde van het boek, de
cursus en dus deze samenvatting.
Je kunt mensen op verschillende manieren zien. Zo ook als een informatie verwerkend
systeem (zienswijze cognitieve psychologie). Mensen vergaren informatie, slaan informatie
op, halen informatie op en gebruiken informatie om hun doel te bereiken. Dit doen ze met
behulp van interne, mentale representaties. Als iemand bijvoorbeeld de koelkast open doet,
ziet dat er geen melk meer is, denkt vervolgens ‘hé, er is geen melk meer’ (dus denken aan
het pak melk) om vervolgens naar de AH te gaan heeft diegene gebruik gemaakt van een
mentale representatie. Een mens is echter veel meer dan een informatie verwerkend
systeem, het is ook een groepswezen, emotioneel wezen, cultureel wezen, biologisch
organisme enzovoorts.
De cognitieve psychologie maakt gebruik van zorgvuldig gecontroleerde experimenten met
gezonde, volwassen proefpersonen. Vervolgens ontwikkelen wetenschappers theorieën en
modellen over hoe cognitieve functies zouden kunnen werken in onze hersenen.
Hoofdstuk 1: de geschiedenis van de cognitieve psychologie
1868 Donders pioneering experiment
Donders wilde onderzoeken hoelang het duurt voordat iemand een beslissing neemt. Hij
wilde hier achter komen door de reaction time te meten: hoelang duurt het voordat iemand
reageert op een stimulans. Hij deed dit door eerst de simple reaction time te meten: hoe
snel drukt iemand op een knopje wanneer hij of zij licht ziet. Vervolgens meette hij de choice
reaction time: hoe snel drukt iemand op het juiste knopje wanneer hij een bepaald licht ziet.
Donders beredeneerde vervolgens dat het verschil in reactietijd impliceerde hoe lang
iemand erover deed om een beslissing te maken. Donders experiment is belangrijk vanwege
de notie dat mentale responses niet direct kunnen worden gemeten maar door gedrag
kunnen worden beïnvloed.
1879 Wundt’ Scientific Pyschology Lab
De benadering van Wundt wordt gerekend tot het structuralisme. Structuralisme is het
paradigma die geloven dat onze gehele ervaring wordt bepaald door basis elementen van
ervaring. Deze basis elementen worden sensaties genoemd. Wundt trachtte deze basis
elementen te ontdekken, zonder succes.
1885 Ebbinghaus memory experiment
Ebbinghaus wilde er graag achter komen hoelang het duurt om iets te vergeten. Hij begon
met het leren van een lijst (recall). Ebbinghaus nam een measure in acht: Savings = (Orginal
time to learn list) – (Time to re-learn the list after the first delay. Ebbinghaus heeft ook een
savings curve hierbij ontworpen.
De hierboven genoemde experimenten zijn de early adaptors. Zij gebruikte veel analytic
introspection (vooral Wundt’s lab). Nadelen hieraan zijn volgens Watson (1913)
, n Veel variantie tussen personen
n Resultaten waren moeilijk verifieerbaar
Watson ging zich richten op het behaviourism: devoting its efforts to the strict study of
stimulus response or input – output relationships. Voor Watson, wat er om gaat in ons hoofd,
is irrelevant. The only thing he cared about was how pairing one stimulus with another
stimulus affected behaviour.
1938 Skinner operant conditioning
Skinner probeerde te bewijzen dat een event een gevolg kan hebben. Bijvoorbeeld, een
hond kun je leren zitten door hem constant te belonen met een koekje. Once again, Skinner
was niet geinteresseerd in wat de drijfveren o.i.d. waren van de hond. Een kritiekpunt op het
behaviorisme was dan ook dat sommige mensen anders reageren op bepaalde stimuli.
1948 Tolman Cogntive Map
Tolman bewees dat in 1948. De rat had een cogntive map ontwikkeld, en niet zoals de
behavioristen zullen beweren, een actie-reactie
1959 Chomsky Aangeboren taalvermogen
Chomsky deed daar nog een schepje bovenop. Hij beargumenteerde succesvol dat de
ontwikkeling van taalvaardigheid geen actie reactie is, maar een “geboren programma”.
Mensen kunnen namelijk zinnen begrijpen die zij eerder nog nooit hebben gehoord; geen
vorm van reinforcement of imitation. Het is dus zinvol om ook te bekijken wat er in de
hersenen gebeurt: cognitieve psychologie.
In de jaren hierna gingen wetenschappers zich enerzijds focussen op flow diagrams voor
computers, maar ook voor de mens (Broadbent, hoofdstuk 4). Dit benadrukte dat de
wetenschappers mensen zagen als informatie verwerkend systeem. Bovendien
introduceerde Miller (1956) the mind as a computer metaphor; iets waar we vandaag de dag
nog steeds op voortborduren.
Structurele modellen worden veel gebruikt in de psycholgie: enerzijds om te versimpelen en
anderzijds om structuren te representeren die van invloed zijn op specifieke functies.
Process modellen zorgen ervoor dat deze representatie ook worden verbonden met elkaar.
Daarnaast zijn resource models gefocused op de mentale effort of de resources een proces
benodigd.
Waar is cognitieve psychologie nu? CP is nu steeds meer verweven met enerzijds biologie en
het brein en anderzijds computer science & kunstmatige intelligentie.
, Hoofdstuk 3 (hoorcollege 8 juni)
Perceptie is de experiences resulting from stimulation of the senses. De stimulatie van de
zintuigen mogen dan wel het startpunt zijn van perceptie, het is zeker niet het enige “ding”
dat bepaalt hoe iets wordt waargenomen of beleefd
The basics
- Perceptie is niet eenduidig
o Je kunt immers andere dingen zien met dezelfde input
- Perceptie is een proces
o Grotendeels onbewust (interpertatie)
o Het kost moeite/energie om het “anders” te zien
- Perceptie veronderstelt kennis/geheugen
- Perceptie is context afhankelijk
o Zowel in tijd als omgeving
In die zin is perceptie dus ook anders dan gewaarwording. Sensatie of gewaarwording is
puur de registratie van sensorische signalen (bottum-up). Perceptie/waarneming is de
combinatie van registratie (bottum-up) EN geheugen, verwachtingen, ervaring, en kennis
(top-down) en gestalt principes.
Computerprogrammeurs staan dus voor een moeilijke taak: zij moeten een computer iets
laten waarnemen op dezelfde manier zoals een mens dat doet. Een kernpunt hiervan is het
nabootsen van de retina van de mens. Mensen kunnen namelijk een oneindig aantal 3D
objecten afleiden uit dezelfde 2D projectie op de retina (inverse projectie probleem).
Bovendien kunnen objecten (deels) worden verborgen of worden
vervaagd. Mensen zijn door hun kennis of andere informatie in staat
om dit inverse projectie probleem op te lossen. Het brein maakt op
basis van het meest waarschijnlijke gegeven een evidentie en
ervaring een afweging op een bepaalde beslissing van input. De
perceptie wordt dus door twee kanten ondersteund top-down
(vanuit de hersenen) en bottom-up (vanuit de externe omgeving)