100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Leisure! - Martijn Mulder (Samenvatting hele boek) €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Leisure! - Martijn Mulder (Samenvatting hele boek)

43 beoordelingen
 1933 keer bekeken  148 keer verkocht

Een samenvatting van het hele boek Leisure! van Martijn Mulder. De samenvatting is geschreven op basis van de tweede herziene druk. Er zit aan het eind van de samenvatting ook een begrippenlijst (per hoofdstuk aangegeven). Begrippen zijn in de samenvatting gemarkeerd en dikgedrukt weergeven.

Laatste update van het document: 7 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 36  pagina's

  • Ja
  • 26 januari 2016
  • 3 januari 2017
  • 36
  • 2015/2016
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (10)
Alle documenten voor dit vak (7)

43  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: danikawielinga • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sannekalf • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: bronsdeney475 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: johandenbakker • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: fleurschrijver • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: juliavtuijl14 • 8 maanden geleden

/

review-writer-avatar

Door: lois_vanbeekveld • 5 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
susanschoenmakers

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 81 Oefenvragen
€2,99 6 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Soorten kapitalen

Antwoord: Economisch (soorten eigendommen uitgedrukt in geld Sociaal (Sociale relaties) Fysiek (alle kenmerken die het individu vorm geeft ) Cultureel ( kennis af te meten met diploma\'s )

2.

Wat betekend conjectuurgevoelig?

Antwoord: Gevoelig voor economische wisselingen

3.

Definitie objectiviteit

Antwoord: Meetbaar Bijna altijd gebruik gemaakt van cijfers of statistieke

4.

Definitie Subjectiviteit

Antwoord: Afhankelijk van zienswijzen per persoon

5.

Wat is de residuele definitie?

Antwoord: Alle tijd die je overhoud na de formule objectiviteit vrije tijd is= alle tijd - arbeid - onderwijs - zorgtaken - persoonlijke tijd

6.

wat is pure Leisure

Antwoord: Alleen mogelijk bij jonge kinderen en gehandicapte. hierbij spelen verplichtingen geen rol en je doet gewoon waar je zin in hebt

7.

andere naam voor tijd, gedrag en beleving

Antwoord: Temporal ( tijd ) Behavioural (gedrag) Mental (beleving)

8.

Sociaal fenomeen

Antwoord: Wordt bepaald door menselijke handelingen

9.

vrije tijd in 1850

Antwoord: geen vrije tijd. Pas rond de 19e eeuw hierna was vrije tijd alleen voor elite

10.

ontdekking van vrije tijd voor de massa 1850-1920

Antwoord: standenmaatschappij werd klassenmaatschappij

Leisure samenvatting H1 t/m H10
Deel 1 – Vrij?
Hoofstuk 1 – Het begrip vrije tijd

Vrije tijd is een niet-tastbaar begrip, vandaar dat hier niet een definitie voor is, maar juist twee.
1. De objectieve benadering van vrije tijd
2. De subjectieve benadering van vrije tijd

De objectieve vrije tijd (free time) De subjectieve vrije tijd  vrijetijd (leisure)
Gebaseerd op feiten Afhankelijk van de zienswijze van het persoon
Geen interpretatie verschillen mogelijk Ergens zin in hebben = subjectieve vrijetijd
Gebruikt door CBS en SCP Als degene het als vrije tijd ervaart op dat moment
Kwantiteit  vrije tijd = tijdseenheid Kwaliteit  vrijetijd = beleving (een beetje gedrag)
Economisch perspectief Psychologisch perspectief (persoonsgebonden)
Centraal staan aantallen Centraal staat het individu (persoon)
(voor vergelijkingen) (Motieven, waarden, gevoelens en belevingen)

Objectieve vrije tijd
Vrije tijd = alle tijd – arbeid – onderwijs – zorgtaken – persoonlijke tijd

Zorgtaken: huishoudelijk werk en zorg voor anderen (meestal zorg voor kinderen)
Persoonlijke tijd: slapen, eten, drinken, douchen, aankleden en verwante bezigheden

Alle tijd die je na deze formule over houdt is de residuele definitie van vrije tijd.
De vrije tijd is een overblijfsel  residu

Pure leisure
Alleen mogelijk bij verstandelijk gehandicapten of hele kleine kinderen, hierbij spelen verplichtingen
geen rol en je doet gewoon waar je zin in hebt ondanks dat je eigenlijk wat moet doen

In iedere cultuur is leisure anders, niet iedereen heeft evenveel vrije tijd. Vrije tijd is een typisch
Westers begrip. Vrouwen hebben bijvoorbeeld overal minder vrije tijd als mannen (objectief gezien)

Objectief   subjectief
Temporal (tijd) Behavioural (gedrag) Mental (beleving)
Hoeveel vrije tijd? Wat doet iemand in vrije tijd? Hoe beleeft iemand vrije tijd?
Groepen vergelijken Hoe gedrag te beïnvloeden Mensen begrijpen

‘Leisure is al het gedrag van mensen dat zich onderscheidt van het gedrag dat in de betreffende
cultuur bedoeld is om te overleven of gericht is op andere praktische noodzakelijkheden in het leven’




1

,Hoofdstuk 2 – Een korte geschiedenis van de vrije tijd

Vrije tijd is een Sociaal fenomeen  Wordt bepaald door menselijk handelen
Men denkt dat vrije tijd al erg lang bestaat, maar het bestaat pas sinds de 20e eeuw.

Vrije tijd: onbekend en elitair (tot ca. 1850)
tot de 19e eeuw geen vrije tijd
vrije tijd was voor elite (voorstellingen en het beoefenen van sport)
massa werkte hard  vrije tijd was schaken, dobbelen of religieuze feesten (verhalen, dansen, zingen)
vrije tijd had niks met consumptie te maken

Vrije tijd: ontdekking door de massa (1850-1920)
Door de IR minder arbeid door de mens
Standenmaatschappij werd klassenmaatschappij
Hiërarchische verschillen werden kleiner
(boeren en burgers enerzijds en adel en geestelijk anderzijds)
Kloof tussen uitgebuite arbeiders en burgerij groter
Elite  Leisure class: opscheppen over hoe goed ze het hadden
Men was niet 24 uur van een landheer, maar was na zijn werkdag tot
de volgende ochtend vrij + loon mee
 Baas geen gezag over die tijd = vrije tijd
(doel = lichamelijk herstel, re creatie (energie))
Vrije uren werden besteed aan alcohol, gokken, prostitutie
(1830 Beer House Act  eigen bierhuis openen legaal)
Karl Marx (kapitalisme vs. Communisme)

Volksopvoeding naar leisure-industrie (1920-1990)
Ontstaan sportverenigingen, bioscopen en KRO, VARA
arbeiders in arbeidersbewegingen en ook sport en cultuur
NL = Verzuilde samenleving: katholieken, protestanten, socialisten en liberalen
1919 arbeiderswet (max. 8 uur werken)  arbeidsverkorting van invloed op vrije tijd net als verzuiling
Vanaf 1920 commerciële vrijetijdsindustrie: cinema’s, cafés, jazzclubs etc.  Overheid niet mee eens
Overheid wilde volksopvoeding en gezonde inspanning zoals atletiek
1960 vrije zaterdag + meer arbeid dan kracht = hogere lonen + personenauto + introductie van tv
De overheid stopte met opvoeden en ging door met verzorgingsstaat, eind jaren ’60 flowerpowercult.
Invloed kerk nam af + Neoliberalisme (overheid minder bezig met economie en nu privatisering)
 Ontstaan vrijetijdsindustrie

Vrijheidsutopie naar ‘the labour of leisure’ (vanaf 1990)
De utopie was alleen maar vrije tijd, en geen arbeid (werklozen, gepension. vinden dit geen utopie)
Vrije tijd is lineair  hoe minder je werkt hoe meer vrije tijd je hebt
vrije tijd gaat nu misschien meer om geld dan om tijd, meer tijd is minder inkomen
Leisure wordt gezien als een state of mind, verweven in het dagelijks leven  leefstijl vormgeven
Leisure kan niet als het tegenovergestelde van werk worden gezien
Vrije tijd heeft een vaste rol gekregen in ons dagelijks leven, hiermee vormen wij ons identiteit
Liquid leisure, je geeft zelf invulling aan je vrije tijd, de vrijheid om zelf te bepalen wat je doet
Labour of leisure, vervlechting van vrije tijd en werk  in onze vrije tijd werken we aan competenties
voor tijdens ons werk. Young professionals zoeken elkaar op in vrije tijd, een laptop gaat mee naar huis
om thuis aan een project te werken, Een kunstenaar bezoekt Berlijn voor inspiratie
Eind jaren ’80 vrijetijdswetenschappen ontstaan: sociologie, psychologie en economie
Hierna ontstond er vrijetijdskunde en VTM  leisuremanagement: betekenisvol. belevenissen creëren

2

, Deel 2 – Willen, kunnen en mogen
Hoofdstuk 3 – Vrijetijdsgedrag: cultuur en individu

Dit hele hoofdstuk is gewijd aan gedragsbenadering.
Doel: verklaren waarom mensen dingen doen in hun vrije tijd, en waarom zij het als leisure ervaren


Maatschappelijke cultuur en structuur


subcultuur subcultuur
subcultuur
subcultuur
I


In dit figuur is te zien dat ieder Individu (I) plaats vindt in een subcultuur, deze subcultuur is een
onderdeel van de maatschappelijke cultuur en structuur. Een maatschappij is een geheel van met
elkaar levende mensen die met elkaar verbonden zijn en geordend worden door een staat (overheid)

Sociologie is de wetenschap die bestudeert hoe verschillende groepen mensen met elkaar
samenleven en hoe verschillen tussen en binnen samenlevingen te verklaren zijn.
De twee belangrijkste verschillen tussen samenlevingen zijn:
1. Sociaal-structurele factoren
2. Culturele factoren

De sociale structuur De sociale cultuur
Een sociale structuur is een netwerk van ‘Alles wat de mens heeft voortgebracht’
mensen die met elkaar verbonden zijn Cultuur is de invulling van sociale netwerken of
Bedrijf = organigram (rangorde) de sociale structuur
hoe groter de afstand, hoe minder contact Samenleving/maatschappij wordt gekenmerkt
Een harmonieuze relatie = sociale integratie door structuur en cultuur (mat. en imm.)
De kenmerken van een sociale afstand, Materieel (architectuur, literatuur, kleding)
integratie en rang binnen een structuur worden en Immatrieel: religie, waarden + normen,
met name bepaald door de geldende cultuur communicatie  Mat.=tastbaar Im.= niet-tastb.
binnen een groep/maatschappij Politiek, oorlog etc. is allemaal cultuur, daarom
spreken we van: cultuur in brede zin
Alle kunstzinnige uitingen van de mens
ervaart persoon de uiting als kunst? Dan kunst
De sociale cultuur
Een maatschappelijke cultuur (cultuur in brede zin) omvat alle materiële en immateriële elementen
die door de mensen binnen die samenleving voortgebracht zijn en overgedragen worden op
volgende generaties.

Cultuur in enge zin zijn alle kunstzinnige uitingen die onderdeel zijn van de cultuur in brede zin.
Je hebt hierbij hoge cultuur (elitair: filosofische literatuur, opera’s en voorstellingen van
Shakespeare) en lage cultuur (voor de gewone mens: Hollywoodfilms, musicals, concerten)
! Hoge cultuur heeft de financiële middelen, intelligentie en ervaring om bepaalde kunstuitingen te
waarderen
! Gepopulariseerde hoge cultuur: Joop van den Ende en André Rieu (ook voor rest van het volk)

3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper susanschoenmakers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  148x  verkocht
  • (43)
In winkelwagen
Toegevoegd