Leisure samenvatting H1 t/m H10
Deel 1 – Vrij?
Hoofstuk 1 – Het begrip vrije tijd
Vrije tijd is een niet-tastbaar begrip, vandaar dat hier niet een definitie voor is, maar juist twee.
1. De objectieve benadering van vrije tijd
2. De subjectieve benadering van vrije tijd
De objectieve vrije tijd (free time) De subjectieve vrije tijd vrijetijd (leisure)
Gebaseerd op feiten Afhankelijk van de zienswijze van het persoon
Geen interpretatie verschillen mogelijk Ergens zin in hebben = subjectieve vrijetijd
Gebruikt door CBS en SCP Als degene het als vrije tijd ervaart op dat moment
Kwantiteit vrije tijd = tijdseenheid Kwaliteit vrijetijd = beleving (een beetje gedrag)
Economisch perspectief Psychologisch perspectief (persoonsgebonden)
Centraal staan aantallen Centraal staat het individu (persoon)
(voor vergelijkingen) (Motieven, waarden, gevoelens en belevingen)
Objectieve vrije tijd
Vrije tijd = alle tijd – arbeid – onderwijs – zorgtaken – persoonlijke tijd
Zorgtaken: huishoudelijk werk en zorg voor anderen (meestal zorg voor kinderen)
Persoonlijke tijd: slapen, eten, drinken, douchen, aankleden en verwante bezigheden
Alle tijd die je na deze formule over houdt is de residuele definitie van vrije tijd.
De vrije tijd is een overblijfsel residu
Pure leisure
Alleen mogelijk bij verstandelijk gehandicapten of hele kleine kinderen, hierbij spelen verplichtingen
geen rol en je doet gewoon waar je zin in hebt ondanks dat je eigenlijk wat moet doen
In iedere cultuur is leisure anders, niet iedereen heeft evenveel vrije tijd. Vrije tijd is een typisch
Westers begrip. Vrouwen hebben bijvoorbeeld overal minder vrije tijd als mannen (objectief gezien)
Objectief subjectief
Temporal (tijd) Behavioural (gedrag) Mental (beleving)
Hoeveel vrije tijd? Wat doet iemand in vrije tijd? Hoe beleeft iemand vrije tijd?
Groepen vergelijken Hoe gedrag te beïnvloeden Mensen begrijpen
‘Leisure is al het gedrag van mensen dat zich onderscheidt van het gedrag dat in de betreffende
cultuur bedoeld is om te overleven of gericht is op andere praktische noodzakelijkheden in het leven’
1
,Hoofdstuk 2 – Een korte geschiedenis van de vrije tijd
Vrije tijd is een Sociaal fenomeen Wordt bepaald door menselijk handelen
Men denkt dat vrije tijd al erg lang bestaat, maar het bestaat pas sinds de 20e eeuw.
Vrije tijd: onbekend en elitair (tot ca. 1850)
tot de 19e eeuw geen vrije tijd
vrije tijd was voor elite (voorstellingen en het beoefenen van sport)
massa werkte hard vrije tijd was schaken, dobbelen of religieuze feesten (verhalen, dansen, zingen)
vrije tijd had niks met consumptie te maken
Vrije tijd: ontdekking door de massa (1850-1920)
Door de IR minder arbeid door de mens
Standenmaatschappij werd klassenmaatschappij
Hiërarchische verschillen werden kleiner
(boeren en burgers enerzijds en adel en geestelijk anderzijds)
Kloof tussen uitgebuite arbeiders en burgerij groter
Elite Leisure class: opscheppen over hoe goed ze het hadden
Men was niet 24 uur van een landheer, maar was na zijn werkdag tot
de volgende ochtend vrij + loon mee
Baas geen gezag over die tijd = vrije tijd
(doel = lichamelijk herstel, re creatie (energie))
Vrije uren werden besteed aan alcohol, gokken, prostitutie
(1830 Beer House Act eigen bierhuis openen legaal)
Karl Marx (kapitalisme vs. Communisme)
Volksopvoeding naar leisure-industrie (1920-1990)
Ontstaan sportverenigingen, bioscopen en KRO, VARA
arbeiders in arbeidersbewegingen en ook sport en cultuur
NL = Verzuilde samenleving: katholieken, protestanten, socialisten en liberalen
1919 arbeiderswet (max. 8 uur werken) arbeidsverkorting van invloed op vrije tijd net als verzuiling
Vanaf 1920 commerciële vrijetijdsindustrie: cinema’s, cafés, jazzclubs etc. Overheid niet mee eens
Overheid wilde volksopvoeding en gezonde inspanning zoals atletiek
1960 vrije zaterdag + meer arbeid dan kracht = hogere lonen + personenauto + introductie van tv
De overheid stopte met opvoeden en ging door met verzorgingsstaat, eind jaren ’60 flowerpowercult.
Invloed kerk nam af + Neoliberalisme (overheid minder bezig met economie en nu privatisering)
Ontstaan vrijetijdsindustrie
Vrijheidsutopie naar ‘the labour of leisure’ (vanaf 1990)
De utopie was alleen maar vrije tijd, en geen arbeid (werklozen, gepension. vinden dit geen utopie)
Vrije tijd is lineair hoe minder je werkt hoe meer vrije tijd je hebt
vrije tijd gaat nu misschien meer om geld dan om tijd, meer tijd is minder inkomen
Leisure wordt gezien als een state of mind, verweven in het dagelijks leven leefstijl vormgeven
Leisure kan niet als het tegenovergestelde van werk worden gezien
Vrije tijd heeft een vaste rol gekregen in ons dagelijks leven, hiermee vormen wij ons identiteit
Liquid leisure, je geeft zelf invulling aan je vrije tijd, de vrijheid om zelf te bepalen wat je doet
Labour of leisure, vervlechting van vrije tijd en werk in onze vrije tijd werken we aan competenties
voor tijdens ons werk. Young professionals zoeken elkaar op in vrije tijd, een laptop gaat mee naar huis
om thuis aan een project te werken, Een kunstenaar bezoekt Berlijn voor inspiratie
Eind jaren ’80 vrijetijdswetenschappen ontstaan: sociologie, psychologie en economie
Hierna ontstond er vrijetijdskunde en VTM leisuremanagement: betekenisvol. belevenissen creëren
2
, Deel 2 – Willen, kunnen en mogen
Hoofdstuk 3 – Vrijetijdsgedrag: cultuur en individu
Dit hele hoofdstuk is gewijd aan gedragsbenadering.
Doel: verklaren waarom mensen dingen doen in hun vrije tijd, en waarom zij het als leisure ervaren
Maatschappelijke cultuur en structuur
subcultuur subcultuur
subcultuur
subcultuur
I
In dit figuur is te zien dat ieder Individu (I) plaats vindt in een subcultuur, deze subcultuur is een
onderdeel van de maatschappelijke cultuur en structuur. Een maatschappij is een geheel van met
elkaar levende mensen die met elkaar verbonden zijn en geordend worden door een staat (overheid)
Sociologie is de wetenschap die bestudeert hoe verschillende groepen mensen met elkaar
samenleven en hoe verschillen tussen en binnen samenlevingen te verklaren zijn.
De twee belangrijkste verschillen tussen samenlevingen zijn:
1. Sociaal-structurele factoren
2. Culturele factoren
De sociale structuur De sociale cultuur
Een sociale structuur is een netwerk van ‘Alles wat de mens heeft voortgebracht’
mensen die met elkaar verbonden zijn Cultuur is de invulling van sociale netwerken of
Bedrijf = organigram (rangorde) de sociale structuur
hoe groter de afstand, hoe minder contact Samenleving/maatschappij wordt gekenmerkt
Een harmonieuze relatie = sociale integratie door structuur en cultuur (mat. en imm.)
De kenmerken van een sociale afstand, Materieel (architectuur, literatuur, kleding)
integratie en rang binnen een structuur worden en Immatrieel: religie, waarden + normen,
met name bepaald door de geldende cultuur communicatie Mat.=tastbaar Im.= niet-tastb.
binnen een groep/maatschappij Politiek, oorlog etc. is allemaal cultuur, daarom
spreken we van: cultuur in brede zin
Alle kunstzinnige uitingen van de mens
ervaart persoon de uiting als kunst? Dan kunst
De sociale cultuur
Een maatschappelijke cultuur (cultuur in brede zin) omvat alle materiële en immateriële elementen
die door de mensen binnen die samenleving voortgebracht zijn en overgedragen worden op
volgende generaties.
Cultuur in enge zin zijn alle kunstzinnige uitingen die onderdeel zijn van de cultuur in brede zin.
Je hebt hierbij hoge cultuur (elitair: filosofische literatuur, opera’s en voorstellingen van
Shakespeare) en lage cultuur (voor de gewone mens: Hollywoodfilms, musicals, concerten)
! Hoge cultuur heeft de financiële middelen, intelligentie en ervaring om bepaalde kunstuitingen te
waarderen
! Gepopulariseerde hoge cultuur: Joop van den Ende en André Rieu (ook voor rest van het volk)
3