Primaire wondgenezing
- Genezing van een wond waarvan de wondranden aan elkaar zitten en genezing van
huidtransplantaten.
-
Factoren die de wondgenezing beïnvloeden
- Leeftijd
- Slechte voedingstoestand
- Corpora aliena (als er nog iets in de wond zit)
- Ontstaanswijze (chirurgische wonden vs brandwonden)
Ondervoeding
- Eitwitten zijn belangrijk voor de wondgenezing.
- Een tekort van energie, eiwitten en andere voedingstoffen
37
, - Een BMI <18,5 (18-69 jaar) en BMI van <20
- Onbedoeld gewichtsverlies van 10% in 6 maanden
- Onbedoeld gewichtsverlies van 5% in 1 maand
Prevalentie
- 1 op de 4/5 patiënten is ondervoed
- Woonhuizen
- Mensen met dementie
- Chronische ondervoeding
Nadelige gevolgen
- Verhoogt sterftekans
- Verminderde conditie
- Verminderede kwaliteit van leven
- Trage wondgenezing
- Groteere kans op decubitus
- Verminderd functioneren
- Grotere kans op complicaties
Signaleren
- Recent gewichtsverles
- Laag BMI
- Katabolie, ernstige ziekte/operatie
- Verminderde voedselintake
Aandachtspunten voor de praktijk
- Belangrijk om te signaleren
- Ondervoeding is nadelig voor patiënten
- Via wonden kan veel eiwit verloren gaan
- Verwijzing naar diëtist in overleg met behandelend arts.
Littekens
Een litteken betekent als “het bindweefsel, dat normaal weefsel vervangt dat is vernietigd door een
trauma of ziekte
Algemene factoren vorm van littekens
- De techniek van sluiting wond
- Ontstaanswijze
- Genetische aanleg
- Huidtype/huidskleur
Specifieke factoren
- Lokalisatie wond/anatomische lokalisatie (op het gezicht is er een betere doorbloeding,
betere doorbloeding is een betere wondgenezing wat weer leidt tot een mooier litteken)
- Aanwezige spanning in wondoppervlak (spanning op de wond leidt tot een minder mooi
litteken)
- Welke interventie heeft er plaatsgevonden met de wond
- Richting wond
- Aard van de wond
- Diepte van de wond: regeneratie of reparatie
- Aanwezigheid infectie
Soorten littekens
- Normaal litteken
38
, - Verheven littekens (hypertrofisch, keloid)
- Ingezonken littekens (atrofisch)
Verschillende soorten littekens
Hypertrofisch en keloid
- Beginnen als verheven, roze tot paarse laesies die pijnlijk kunnen zijn, jeuken of beide
- Hypertrofisch is beperkt tot wondranden, keloid treedt erbuiten
- Hypertrofisch gaat vaan 12-18 maanden later in regressie
- Op jonge leeftijd en bij ouderen komt het zelden voor
Ontstaan
- Toename van bloedvaten en bindweefsel
Histologische kenmerken hypertrofisch litteken
- Fijne goed georganiseerde collageen type 3 vezels parallel aan epidermale oppervlak beperkt
tot oorspronkelijke wondranden
Keloid litteken
- Ongeorganiseerd grote dikke collageen type 1 en 3
Hypertrofisch
Proliferatie
- Woekering collageen type 3 door disbalans in afbraak en aanmaak collageen
- Toename bloedvaatjes, bemoeilijkt de zuurstofvoeding
Remodelleringsfase: uitgestelde rijping van collageen
Keloid litteken, heling blijft ongeremd doorgaan. Granulatieweefsel blijft worden aangemaakt.
Atrofisch litteken
- Litteken is ingezonken door verlies aan dermaal weefsel
- Weefsel is dun en zacht, soepel, rekbaar en glanzend
- In merendeel van de gevallen ontstaan atrofische littekens als gevolg van vernietiging van het
bindweefsel door een (wel of niet steriele) ontsteking daarvan, zelden door trauma
- Meeste atrofische littekens worden veroorzaakt door inflammatoire huidziekten, vooral acne
en varicella (waterpokken). Voorbeelden zijn ook trauma en geneeskundige behandelingen
Overige littekens
- Normaal litteken
- Acne littekens
- Acne keloidalis nuchae
- Litteken na brandwonden
- Littekens na operatie
- Litteken na trauma
- Striae
Klinimetrie (POSAS)
14. de student kan onderscheid maken tussen de verschillende soorten wonden (diabetisch,
oncologische, decubitus, brandwonden, ulcus cruris venosum, ulcus cruris arteriosum) wat betreft
oorzaak, ontstaan, klinisch beeld, classificatie en kan de rol van de huidtherapeut bij de behandeling
van deze wonden beschrijven (8 vragen)
Ulcus cruris:
Defect van de huid tot in het onderliggende weefsel, onderbeen en geneest niet of nauwelijks
Complexe, terugkerende aandoening, veroorzaakt door een circulatie stoornis
39