100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Toegepaste Micro- Economie €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Toegepaste Micro- Economie

 37 keer bekeken  5 keer verkocht

samenvatting van het boek micro- economie: in het studiejaar heb ik deze samenvatting gemaakt. Uiteindelijk een 8,7 mee gehaald.

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • Nee
  • Onbekend
  • 3 oktober 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
studentbestuurskundefgga
Toegepaste micro economie: samenvatting
Hoofdstuk 1
1.2 Wat bestudeert de economie?
Economen bestuderen de keuzes van mensen onder druk van relatieve schaarste(meer behoeften
dan vervullende middelen).

Ervaringsobject en kenobject
Je kan daarin een onderscheid maken tussen ervaringsobject of kenobject:

 Ervaringsobject geeft aan welk deel van de werkelijkheid onderwerp van studie is. Het is de
maatschappij dat wordt onderzocht, een sociaal wetenschap. De wetenschap die zich bezig
houdt met sociale relaties rondom productie, consumptie en verdeling van goederen en
diensten.
 Kenobject zegt iets over de gezichtshoek van waaruit de werkelijkheid wordt bestudeerd.
Het zegt niet wát wordt bestudeert, maar juist hoé de werkelijkheid wordt geanalyseerd.
Namelijk het perspectief van de relatieve schaarste: spanning tussen middelen en behoeften.

Behoeften
Alle behoeften worden individueel ervaren, je kunt daarom niet bepaalde behoeften als niet-
economisch aanmerken. Sommige individuele behoeften vertonen soms interdependentie, wat
betekent dat ze afhankelijk zijn van de behoeften van anderen. Bijvoorbeeld bij consumptiegedrag
van hogere inkomens(jaloezie en imitatie). Bij interdependentie kan er een onderscheid worden
gemaakt in:

 Invloed van de overheid op behoeftepatroon: het opleggen(school), moedigen(huursubsidie)
en ontmoedigen(accijns) van behoeften.
 Invloed van maatschappelijke normen en waarden op behoeftepatroon, bijvoorbeeld het
niet willen van verzuimen van afspraken.

Middelen
 Goederen: materiële middelen
 Diensten: immateriële middelen
 Consumptiemiddelen: bevredigen behoefte direct
 Productiemiddelen/productiefactoren: goederen/diensten geschikter maken voor
consumptie.

Relatieve schaarste
Schaarste is een relatief begrip: middelen zijn schaars in verhouding tot de behoeften. Tegenover
schaarse goederen heb je vrije goederen. Als er sprake is van schaarste, kan er een economisch
probleem zijn.

Alternatieve bruikbaarheid
Schaarste is noodzakelijk, maar niet voldoende voorwaarde voor een economisch probleem. De
relatief schaarse middelen moeten voor meerdere behoeften kunnen worden ingezet(anders heb je
een technisch probleem). We moeten iets aan de schaarste kunnen doen door de middelen anders te
gebruiken. Deze alternatieve bruikbaarheid is een tweede voorwaarde voor een economische
probleem.

,Rangschikbaarheid van behoeften
Een derde voorwaarde voor een economisch probleem is dat de behoefte gerangschikt kunnen
worden naar dringendheid, dan pas kan iemand een beslissing maken over de inzet van schaarse
middelen. Pas als aan de drie voorwaarden is voldaan, is er sprake van een economisch probleem

De economische invalshoek
De voorwaarden staan centraal in Robbin’s kenobject van de economie: de wetenschap die het
aspect van menselijk gedrag bestudeerd dat bestaat bij de spanning tussen behoeften en
middelen(doeleinden zijn irrelevant).

1.3 Het welvaartsbegrip
Productie kan schaarste terugdringen(meerdere behoeften bevredigen), producten/diensten worden
immers geschikter gemaakt voor consumptie. Hierdoor ontstaat er welvaart. Daar zijn verschillende
begrippen van:

Inkomen en welstand
Inkomen gaat over hoeveelheid binnengekomen geld in een periode. Welstand is ruimer, vermogen
wordt daarbij betrokken. Deze twee dingen zijn waarneembaar, vaststelbaar en dus kenbaar en dus
objectieve begrippen.

Welvaart en welzijn
Welvaart is de mate waarin iemand zijn behoefte kan bevredigen met relatief schaarse en voor
meerdere behoefte inzetbare middelen. Welvaart wordt ook wel nut genoemd en welvaart gaat om
de waardering van de middelen voor behoeftebevrediging(is het genoeg voor bevrediging?).
Welvaart is dus subjectief, want mensen waarderen middelen en behoeften verschillend. Dingen als
liefde en trouw horen niet tot welvaartsbegrip. Dat is dan ook het onderscheid met welzijn, waar dat
soort begrippen wel bij horen. Dat zijn subjectieve ervaringen waarvoor de opoffering van relatief
schaarse middelen niet nodig zijn of schaarste-ervaringen niet te beïnvloeden zijn door de middelen
anders in te zetten.

Het formele welvaartsbegrip
Behoeften zijn uitgangspunt van economisch handelen, er is geen economisch motief.
Welvaartsbegrip is dan inhoudsloos, wat welvaart is maken mensen zelf uit. Dit is het formele
welvaartsbegrip. Het onderscheid met materiële welvaartsbegrip is dat het formele welvaartsbegrip
een veel ruimere betekenis heeft, niet direct tastbare zaken zoals geluk kunnen dan ook welvaart
zijn.

1.4 Het allocatievraagstuk
Alternatieve kosten
Er is spanning tussen behoefte en middelen: niet alle behoeften kunnen bevredigt worden, dat
betekent dat er dus onbevredigde behoeften(en daarmee ook de baten daarvan) opgeofferd worden
ten behoeve van andere wensen. Deze opgeofferde baten worden alternatieve kosten genoemd.

Transformatiecurve
Deze keuzeprobleem wordt weergegeven in een grafiek waarbij de hoeveelheid van de ene wens
wordt uitgezet tegen de hoeveelheid van de andere wens. De lijn in de grafiek laat precies zien
hoeveel er wordt opgeofferd tussen de één en de ander. Dit is een transformatiecurve, door de
mogelijke combinaties(punten in de grafiek) te verbinden, krijg je de curve.

,Het allocatievraagstuk
Keuzeproblemen van individuen hangen samen met elkaar(ze beïnvloeden elkaar). Dus wordt er op
het niveau van volkshuishouding beslissingen genomen over schaarse middelen, over hoe ze ingezet
moeten worden: het allocatievraagstuk van volkshuishouding. Daarbij zijn er drie deelproblemen:

 Wát moet er worden geproduceerd en hoeveel?
 Hoe moeten de gewenste diensten/producten worden geproduceerd?
 Waar moeten ze worden geproduceerd?

Hoe meer mensen bevredigt zijn, hoe beter de allocatie en hoe meer de welvaart. Om antwoord te
geven op deze vragen kun je gebruik maken van een transformatiecurve.

Linear programmeren
De productiemogelijkhedencurve/transformatiecurve wordt gemaakt door de productiefactoren
lineair te programmeren. Daarbij zet je de twee gewenste diensten/producten in een grafiek tegen
elkaar uit. Daarna kijk je per productiefactor wat er met dat factor maximaal geproduceerd kan
worden van het ene gewenste dienst/product, wanneer de andere dienst/product op hoeveelheid 0
is(en andersom). De punten die op je x en de y- as krijgt moet je met elkaar verbinden, dan krijg je
een lineaire lijn en dat is het lineaire programma. Dit doe je voor alle productiefactoren, waardoor je
dus meerdere lijnen en dus meerdere snijpunten hebt. De snijpunten zijn de mogelijke producties,
als je die met elkaar verbindt krijg je de transformatiecurve.

De volgende productiefactoren beschrijven wat er in een volkshuishouding mogelijk is:

 Omvang scholingsgraad beroepsbevolking
 Aantal machines/fabrieken en kwaliteit daarvan
 Hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen en de kwaliteit daarvan

Technische kennis is niet persé een afzonderlijke productiefactor, omdat het al in principe een
onderdeel is van kapitaal en arbeid. De genoemde factoren zijn heel breed, je kunt daar veel vragen
voor bedenken, wat dus allocatie complex maakt.

1.5 Optimale allocatie
De allocatie(afstemming tussen wens en mogelijkheid) laat zien dat er afruilrelaties is tussen
doeleinden. Allocatie is optimaal wanneer de behoeftebevrediging niet kan worden verbeterd door
middelen anders in te zetten. De allocatie is dan doelmatig en doeltreffend.

Doelmatigheid en doeltreffendheid
Een productieve activiteit is doelmatig/efficiënt wanneer het gewenste resultaat niet met minder
middelen gerealiseerd had kunnen worden. Als er geen alternatieve manier is beter in behoeften te
voorzien is het productieresultaat doeltreffend/effectief. Het verschil tussen resultaat en behoefte is
daarom ‘de geringst opgeofferde alternatieve bevrediging’.

Optimale allocatie in een volkshuishouding
Optimale allocatie vereist tenminste een doelmatige inzet van de productiefactoren(alle factoren
worden gebruikt=input). Het resultaat kun je dan terugvinden op de curve in de transformatiecurve
grafiek. In de praktijk is dat niet mogelijk, je hebt altijd wel werklozen of leegstaande panden. Zolang
de beperkte beschikbaarheid van één of meer productiefactoren een verdere uitbreiding van de
productie verhindert, wordt er dus doelmatig geproduceerd. Doelmatigheid is noodzakelijk, maar
niet voldoende voor allocatie. De combinatie van producten op de curve kunnen namelijk ongewenst
zijn. Pas als de doelmatigheid een combinatie brengt die gewenst is, is er sprake van optimale
allocatie.

, Hoofdstuk 2
2.1 de economische orde
Allocatie en orde
Het allocatieprobleem wordt complexer als we realiseren dat niemand uitsluitend voor zichzelf de
relatieve schaarste probeert op te lossen, door maatschappelijke arbeidsdeling voorzien mensen een
paar behoeften en zijn ze voor de andere afhankelijk van anderen. Arbeidsdeling verbetert allocatie
als het geproduceerde resultaat gewenst is, dat is geen garantie in een samenleving waar iedereen
voor een klein onderdeel van het productieproces zorgt. Een goede organisatie van ieders
activiteiten is nodig om vraag en aanbod op elkaar te laten aansluiten en dat staat ook bekend als de
economische orde.

Differentiatie en integratie
De maatschappelijke arbeidsdeling valt uiteen in:

 Differentiatie: verticale richting van arbeidsdeling: bepaalde onderdelen van productieproces
verzelfstandigen in aparte bedrijfshuishoudingen. De onderdelen vormen een
productiekolom
 Integratie: onderdelen van productieproces volgen elkaar in dezelfde productiehuishouden.

Specialisatie en parallellisatie
 Specialisatie is een vorm van maatschappelijke arbeidsdeling in horizontale richting. Groep
bedrijven die specialistisch zijn is een branche/bedrijfstak.
 Wanneer zo’n bedrijf wordt gefuseerd/overgenomen is er sprake van parallellisatie.

Maatschappelijke ordening
Specialisatie en integratie vergroten productie, maar zorgen ervoor dat mensen afhankelijk zijn van
elkaar. Ze moeten rekening houden met elkaars behoeften en hun activiteit op elkaar dus
afstemmen. Dat kan functioneren door er orde in te brengen, een economische orde. Het gaat dan
steeds om twee vragen:

 Wie beslist over wat?
 Hoe worden de afzonderlijke beslissingen op elkaar afgestemd?

Om daarop antwoord te geven wordt er gebruik gemaakt van ideaaltypen van economische
ordening/ zuivere grondvormen. Daaruit kunnen concrete economische orden worden gebouwd.

2.2 de verdeling van beslissingsbevoegdheden
Bronnen van beslissingsbevoegdheid
Volgens Neuberger/Duffy zijn traditie, macht, eigendom en informatie bronnen van
beslissingsbevoegdheid:

 Oude mannen van een stam die de beslissingen nemen is een voorbeeld van traditie als bron
van beslissingsbevoegdheid.
 Weber definieert macht als een specifieke vorm invloed, die wordt ondersteund door
negatieve sancties, wat kenmerkend is in dictaturen en wat een bron van
beslissingsbevoegdheid is.
 In feodale tijdperk was bezit van land een bron van beslissingsbevoegdheid. Meer land is
immers meer inkomsten en dus betere mogelijkheden om een huurleger te bekostigen om
de macht te behouden. Later werd door de IR kapitaal een belangrijke bron van macht.
 De laatste jaren is informatie een belangrijke bron van beslissingsbevoegdheid, vooral in
complexe organisaties(ministeries) hebben mensen met essentiële informatie veel macht.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentbestuurskundefgga. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52507 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd