DECENTRALE SELECTIE TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE
Hoofdstuk 10 – persoonlijkheid: theorieën van de gehele persoon
Persoonlijkheid staat voor alle de psychologische kenmerken die een zekere continuïteit
verlenen aan het gedrag van een individu in verschillende situaties en op verschillende
momenten. Cervona en Shoda 1999: ‘persoonlijkheid is de rode draad in ons leven, als die
draad onverhoopt breekt, kan dit ertoe leiden dat een persoonlijkheid beladen raakt met
inconsequenties die we bijvoorbeeld zien bij manisch-depressieve psychose, schizofrenie of
de meervoudige persoonlijkheidsstoornis.’
De verschillende delen waaruit de persoonlijkheid bestaat is:
Leren
Perceptie
Ontwikkeling
Motivatie
Emotie
Al het overige
Al deze elementen heb je nodig om een poging te doen om het individu als geheel te
begrijpen. Individuen hebben veel duidelijke overeenkomsten, maar ook verschillen, die ieder
individu uniek maken. De persoonlijkheidsleer bestudeerd deze verschillen.
Mary Calkins was een docente psychologie die vele artikelen en boeken heeft
gepubliceerd. Ze heeft dit allemaal zonder titel gedaan, omdat ze deze niet mocht krijgen,
omdat ze een vrouw was. Ze heeft de studie wel gedaan, maar de titel dus niet gekregen. De
vraag die gesteld kan worden is of haar moed en vastberadenheid komen vanuit innerlijke
eigenschappen, of door de mensen om haar heen, oftewel is het aangeboren of aangeleerd?
Verschillende soorten theorieën:
Als je snel een overzichtelijk beeld wilt hebben van de huidige
persoonlijkheidskenmerken van een individu temperamenten, trekken of typen.
Als je een manier zoekt om iemand te begrijpen psychodynamische, de
humanistische, de existentiële of de sociaal-cognitieve
persoonlijkheidstheorieën.
Als je wilt weten welke ideeën mensen over elkaar hebben impliciete
persoonlijkheidstheorieën.
Als je je afvraagt of mensen elkaar overal ter wereld op dezelfde manier begrijpen
cross culturele onderzoek naar de persoonlijkheid.
§10.1 – door welke krachten wordt de persoonlijkheid gevormd?
Door onze persoonlijkheid verschillen we van andere mensen. McAdams & Pals 2006: ‘We
zouden persoonlijkheid kunnen beschouwen als de ‘standaardinstellingen’ van ons unieke
patroon van motieven, emoties en percepties, in combinatie met de aangeleerde schema’s
die we toepassen om onszelf en onze wereld te begrijpen.’ Persoonlijkheid is dus eigenlijk de
collectieve term voor de eigenschappen die ons maken tot wie we zijn.
De persoonlijkheid wordt gevormd door de gecombineerde krachten van biologische,
situationele en psychologische processen, die allemaal in een context van sociaal-culturele
en ontwikkelingsfactoren zijn ingebed.
§10.1.1 – biologie, menselijke natuur en persoonlijkheid
Sigmund Freud is een arts die het displacement van agressie benoemde. Dit verschijnsel
staat voor het aanwijzen van een zondebok, mensen halen uit naar elk geschikt doel als ze
pijn lijden. De zogenaamde zondebok is ontstaan uit een Hebreeuws ritueel waarbij de
zonden van een stam symbolisch werden overgedragen op een bok die de woestijn in werd
gedreven om te sterven. Een voorbeeld hiervan is dat de weigering om Mary Calkins de
graad te geven die ze had verdiend ertoe leed dat alle vrouwen een terroristische actie in het
leven zetten. Volgens David Barash in 2007 is de menselijke geschiedenis het verhaal van
mensen die op pijnlijke of bedreigende situaties hebben gereageerd door naar het
dichtstbijzijnde doel uit te halen.
, DECENTRALE SELECTIE TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE
Displacement van agressie is niet de enige menselijke eigenschap die in onze
biologie lijkt te zijn ingebouwd. Mensen houden van genot, met voorkeur aan seksueel genot.
De neiging tot seks en agressie komen overeen met het idee van Darwin, hij beweert dat we
nakomelingen zijn van een lange lijn van voorouders die waren gemotiveerd om te overleven
en zich voort te planten. Sigmund Freud nam dit idee ook over, hij vindt dat alles wat we
doen voortkomt uit een op seks gebaseerde overlevingsinstinct en instinctieve neiging tot
verdediging en agressie. Volgens een andere theoretici is de persoonlijkheid ook op sociale
motieven gebaseerd, wij mensen zijn namelijk ook sociale wezens.
Uit de moderne neurologie en evolutionaire psychologie blijkt dat de uitspraak van
McAdams & Pals (2006) onjuist is. Het beeld wat in de wetenschap naar voren komt is als
volgt: wij (de hersenen) lijken te bestaan uit een verzameling ‘modulen’, deze modulen
hebben zich gespecialiseerd in (aangepast aan) de realisatie van een specifiek doel. Een
motief is een afzonderlijke module in de hersenen, en de manier waarop een motief ons
beïnvloedt, vormt een deel van de eenheid die we persoonlijkheid noemen.
§10.1.2 – de effecten van nurture: persoonlijkheid en omgeving
Ons gedrag wordt voor een belangrijk deel gevormd door de principes van behavioristische
conditionering, cognitief leren en sociale psychologie, Robins (2005). Veel theoretici
beweren dat je persoonlijkheid voortkomt uit ervaringen in de vroegere jeugd. Dit zal dus
betekenen dat je ouders een sterke invloed hebben op je persoonlijkheid, niet alleen door
hun genen, maar ook door de omgeving die ze je geven. Uit verschillende onderzoeken
(Nelson 2007, Spitz 1946, Rutter 2011) blijkt dat kinderen die opgroeien met weinig
menselijk contact, zoals in een weeshuis waar ze worden verwaarloosd, een belemmerde
ontwikkeling vertonen. Uit nieuwere onderzoeken blijkt dat kinderen die in een arme
omgeving opgroeien letterlijk in omvang krimpen en hersencellen in de thalamus (=
betrokken bij de motoriek en heeft informatie door) verliezen die zowel de cognitieve
vermogens als de lichamelijke overleving beïnvloeden, Sowell (2015). Walter Mischel
(2003) heeft gesuggereerd dat alle andere effecten, zoals aangeboren eigenschappen, door
deze invloeden worden overstemd. Of hij gelijk heeft wordt de persoon-situatiecontroverse
of persoon-situatiedebat genoemd.
§10.1.3 – de effecten van nature: karakter en psychische processen
Een beschrijvende persoonlijkheidstheorie legt nadruk op de betrekkelijke stabiele
persoonlijkheidskenmerken of karaktertrekken van een individu. Alles wat je in je omgeving
meemaakt, worden door interne mentale ‘filters’ gehaald. Deze filters zorgen ervoor dat je
alles op jouw manier interpreteert. Procestheorieën gaan verder dan alleen beschrijven en
deze theorieën verklaren de persoonlijkheid in termen van interne
persoonlijkheidsprocessen die we bestuderen. Deze persoonlijkheidsprocessen zijn:
Motivatie;
Perceptie;
Leren, en
Ontwikkeling
Voor volledige verklaring van de persoonlijkheid hebben we zowel de karaktertheorieën als
de procestheorieën nodig.
§10.1.4 – sociale en culturele bijdragen aan de persoonlijkheid
Volgens cross cultureel psycholoog Juris Draguns (1979) is het concept
persoonlijkheidstheorie een westerse uitvinding. De meest invloedrijke theorieën zijn dan ook
ontwikkeld door mensen die opgeleid zijn in het westerse denkkader. Guisinger & Blatt
(1994) en Segall (1999) zeggen over het westerse denkkader dat deze gericht is op
individualisme en een uniek zelf. Het meest tegenovergestelde van het westerse denken is
het denken vanuit religie, aldus Walsh (1984). Denk bijvoorbeeld aan de hindoes, zij zien
persoonlijkheid als een vereniging van tegengestelde kenmerken (Murphy & Murphy 1968).
Een variant op dit thema is de Chinese yin en yang, zij geloven dat persoonlijkheid bestaat
uit tegengestelde krachten. Cultuur kan wel degelijk invloed hebben op de persoonlijkheid,