Samenvatting gezondheidspsychologie
Gezondheid betekent voor iedereen iets anders. Vroeger werd er niet nagedacht over dat de
geest zelf een rol speelde in de etiologie1 van ziekten. Men had vroeger vele theorieën2
rondom de verklaring van ziekten. In de middeleeuwen werd ziekte bijvoorbeeld gezien als
de straf van God voor vergrijpen of als het gevolg van kwade geesten die de ziel
binnendrongen.
Descartes stelde dat interactie mogelijk was tussen de twee domeinen, oftewel geest en
lichaam. Dit werd ook wel het dualisme3 genoemd, waarbij de geest wordt beschouwd als
‘’niet-materieel’’. Hoe kon bijvoorbeeld een gedachte, zonder lichamelijke eigenschappen,
een lichamelijke reactie oproepen? Dualisten ontwikkelden het idee van het lichaam als
machine (een mechanistisch4 standpunt), dat alleen kon worden doorgrond in termen van
zijn onderdelen.
Deze dualistische benadering gaat uit van het biomedisch ziektemodel. In het biomedisch
ziektemodel5 wordt gezondheid gedefinieerd als afwezigheid van ziekte. Dit is het
tegenovergestelde van de holistische benadering. Volgens de redenering van het
biomedisch ziektemodel is dat de mens deelbaar is en elk onderdeel (orgaan) vervangbaar
zou zijn. Bijvoorbeeld: als iemand buikpijn heeft, wordt er naar de maag gekeken en wordt
daar medicatie voor gegeven.
Veel ziekten hebben organische oorzaken, maar veroorzaken unieke individuele reacties. De
rol van de geest bij de manifestatie van en de reactie op ziekte is cruciaal voor het
bevorderen van ons inzicht in de complexe aard van gezondheid en ziekte. In tegenstelling
tot het voorgenoemde model, neemt het biopsychosociaal model6 in de beoordeling van de
gezondheid nadrukkelijk de subjectiviteit of beleving mee. Hieronder een schema van de
grofweg drie factoren: biologisch (lichamelijk), psychologisch en sociaal/cultureel.
1
De oorzaak van een ziekte.
2
Een algemene aanname of aannamen over een aspect van de wereld die niet door bewijs wordt ondersteund.
3
Het idee dat lichaam en geest afzonderlijke eenheden zijn.
4
Een benadering die het gedrag reduceert tot het niveau van het orgaan of de lichamelijke functie.
5
De opvatting dat ziekten en symptomen een achterliggende fysiologische verklaring hebben en dat daarmee
ook genezing mechanistisch en rechtlijnig werkt.
6
Het standpunt dat ziekten en symptomen dor een combinatie van lichamelijke, sociale, culturele en
psychologische factoren kunnen worden verklaard.
,Het WHO heeft ook een model uitgebracht in 2001, de International Classification of
Functioning, Disability and Health. In dit model kan je bij ziekte/gezondheid kijken naar
meerdere aspecten en dan kijk je naar de anatomische en lichamelijke eigenschappen.
Vervolgens moet je ook kijken naar de activiteiten die de persoon ontplooit. Wat kan iemand
nog zelf, of juist niet. Ten slotte kijk je naar de participatie, kan iemand nog deelnemen aan
de maatschappij (in bijvoorbeeld het verkeer)? De persoonlijke factoren gaan over welke
opvattingen iemand heeft. Iemand kan bijvoorbeeld kaal zijn door kanker en dit als heel erg
afschuwelijk ervaren en daarom minder participeren in de samenleving. Ook kunnen leeftijd
en gewoonten hier een rol in spelen. Ten slotte zijn er externe factoren die een rol spelen.
Wat zijn bijvoorbeeld de mogelijkheden rondom een ziekte? Kan iemand die in een rolstoel
zit zijn werk nog uitvoeren. Of zijn er genoeg hulpmiddelen, is er genoeg mantelzorg of kan
iemand nog thuis wonen. De externe factoren hebben betrekken tot de fysieke en sociale
omgeving van iemand.
Hierboven staat de tabel. Even een voorbeeld ter verduidelijking. Stel iemand is in een
rolstoel terecht gekomen. De aandoening/ziekte is dat beide benen verlamd zijn. Dan kan je
stellen dat de lichamelijke eigenschappen zijn dat iemand een laesie heeft opgelopen in het
ruggengraat en dat hij daardoor niet meer kan lopen (activiteit). Dit resulteert zich in dat deze
persoon niet meer kan werken (participatie).
Gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen van mensen om met de
fysieke, emotionele en sociale uitgadingen van het leven om te gaan en zo veel mogelijk
eigen regie te voeren.
De stijging van de levensverwachting in de westerse wereld gedurende de twintigste eeuw
was mede het gevolg van de vooruitgang van de medische technologie en verbeterde
behandelingen. De introductie van geneesmiddelen, de toegenomen beheersing van
besmettelijke ziekten via vaccinatie en verbeterde sanitaire voorzieningen bieden
verklaringen voor de stijging van de levensverwachting wereldwijd.
De verschillen in levensverwachting worden deels verklaard door verschillen in manier van
leven, leefomstandigheden en voeding. In de toekomst zou de levensverwachting weer
kunnen dalen i.v.m. de stijging van obesitas.
Een groot deel van de daling van de mortaliteit7 in de wereld vond plaats door de grote
vaccinatieprogramma’s, successen in de verbetering van de volksgezondheid na
verandering van sociale omstandigheden en leefomgeving. Denk hierbij aan: onderwijs,
landbouw, verandering in voeding, verbetering publieke hygiëne en de levensstandaard.
7
Meestal uitgedrukt in de vorm van sterftecijfer, ofwel het aantal sterfgevallen.
,De conclusie is dat ons eigen gedrag aanzienlijk bijdraagt aan onze gezondheid en onze
kans op overlijden. Het gezondheidsgedrag8 heeft hier invloed op.
Hiernaast bevinden zich de zes dimensies van
gezondheid in het concept Positieve
Gezondheid van Machteld Huber. Op iedere
dimensie kan er gescoord worden in een
schaal van 1-10. Zingeving gaat over of
mensen nog zijn in het leven ervaren rondom
hun ziekte.
Er zijn individuele, culturele en leeftijdgerelateerde perspectieven op gezondheid. In een
groot onderzoek naar de sociale representatie van gezondheid9 werd gevraagd aan de
participanten: ‘’wat betekent gezondheid voor u?’’ Verder is er nog een representatiever
beeld gecreëerd van het beeld van gezondheid. Zie bladzijde 15 voor deze omschrijvingen.
De WHO definieert gezondheid als een ‘’toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
sociaal welzijn en (…) niet alleen als de afwezigheid van ziekte of invaliditeit.’’ Wat wordt
beschouwd als een normale gezondheid verschilt per cultuur. In Afrikaanse culturen zijn er
holistische benaderingen. Bij een holistische benadering10 wordt gezondheid beschouwd als
een geïntegreerde toestand die uit deze elementen bestaat. In de westerse cultuur worden
de drie elementen (geest, ziel en lichaam) juist als afzonderlijk gezien.
De collectivistische benadering11 duidt op dat groeps- of familieleden samenwerken voor het
welzijn van allen. Dit komt in bijvoorbeeld de Afrikaanse cultuur voor. Sociale handelingen
worden hierbij bijvoorbeeld consequenter uitgevoerd dan persoonlijke preventie.
Hiertegenover staat de individualistische benadering12 die zich voordoet in de westerse
wereld. In culturen waarin wordt verkondigd dat individuen onderling afhankelijk zijn, is de
kans groter dat gezondheid wordt beschouwd in relatie tot het sociaal functioneren en niet
eenvoudigweg tot het persoonlijk functioneren.
In Aziatische culturen wordt gezondheid beschouwd als een balans tussen warm en koud en
in Chinese cultuur het evenwicht tussen yin en yan. Het aangeven van een oorzaak van een
ziekte heet ziekteattributie13.
8
Gedrag, ongeacht de gezondheidstoestand, dat is bedoeld om de gezondheid te beschermen, te bevorderen
of in stand te houden. Bijvoorbeeld gezond eten.
9
Datgene wat bepaalde groepen mensen onder gezondheid verstaan.
10
Hierbij kijkt men niet alleen naar het zuiver lichamelijke of waarneembare, maar naar het hele wezen.
11
Benadering die de nadruk legt op het individu als deel van een groter geheel en op handelingen die meer
door collectieve dan door individuele behoeften en wensen worden gemotiveerd.
12
Benadering die de verantwoordelijkheid in handen legt van het individu; het zijn de individuele behoeften en
wensen die het gedrag motiveren.
13
Toekenning van de oorzaak van een ziekte. Bij externe ziekteattributie legt met de oorzaak van ziekte buiten
het persoon (bv. het lot) en bij interne ziekteattributie wordt de oorzaak binnen de persoon gelegd.
, Het psychologisch welzijn en de sociale en emotionele gezondheid worden door het proces
van het ouder worden beïnvloed. Een kind kijkt bijvoorbeeld anders tegen de griep aan dan
een volwassenen. Kinderen jonger dan zeven jaar verklaren ziekte op een magische manier.
De associaties zijn hierbij: onbegrip, fenomenalisme en aangestoken worden. Bij kinderen
tussen de acht en elf jaar wordt ziekte concreter en logischer verklaard. De associaties zijn:
besmetting en internalisatie. Een puber ziet ziekte als een abstract begrip en legt de
verklaring bij de interactie tussen persoon en omgeving. De associaties zijn: fysiologisch en
psychofysiologisch.
Volwassenen begrijpen de zogenaamde ins en outs van ziekte en gezondheid. De twintigers
zijn op hun top van wat betreft kracht, zintuigen, coördinatie en reactietijd. Volwassenen
laten zich regelmatig medisch onderzoeken, sporten meer en eten gezonder. Ook zorgen
volwassenen vaak voor andermans gezondheid.
Het aantal ouderen wereldwijd is enorm toegenomen. Dit heeft implicaties voor de
bekostiging van de gezondheidszorg en de sociale zorg; de epidemiologie14 laat zien dat de
incidentie van vele ziekten toeneemt met het ouder worden. Verder onderzoek toont aan dat
het zelfconcept15 tijdens het ouder worden relatief stabiel is en dat veranderingen van het
zelfconcept niet per se deel uitmaken van het ouder worden.
Psychologie kan worden gedefinieerd als het wetenschappelijk onderzoek naar mentale,
psychosociale en biologische processen en gedragsmatig functioneren. Het doel van de
psychologie is het beschrijven, verklaren en voorspellen van gedrag en mentale processen
en te interveniëren om gedrag en mentale processen te sturen of aan te passen.
De basis van psychologisch onderzoek wordt gevormd door het principe dat we de wereld
via zintuigelijke waarneming kunnen leren kennen. We noemen dat het empirisme16.
Gezondheidspsychologie17 integreert cognitieve, ontwikkelings- en sociale theorieën en
verklaringen en past deze toe op gezondheid, ziekte en gezondheidszorg. Deze definitie
benadrukt de belangrijkste doelstellingen van de gezondheidspsychologie, begrip
ontwikkelen en vergroten van de factoren: de bevordering en in stand houden van de
gezondheid, de verbetering van de gezondheidszorg en gezondheidsbeleid, de preventie en
behandeling van ziekten en de oorzaken van ziekte.
Individuele zaken hebben vaak invloed op de gezondheid, zoals persoonlijkheid, voeding en
lichaamsbeweging. Er is echter bewijs dat de invloed van omgevingsfactoren en van
culturele en sociale factoren op onze gezondheid minstens even groot is. mensen met een
hogere sociaaleconomische status leven langer. Mensen die qua gender of etniciteit tot de
maatschappelijke minderheid behoren zijn vaker ziek. Verder leven vrouwen over het
algemeen langer dan mannen.
Er zijn tevens duidelijke gezondheidsverschillen18 tussen landen onderling. Over het
algemeen is de levensverwachting hoger in geïndustrialiseerde landen. Bijna een derde van
de sterfgevallen in de ontwikkelingslanden vindt plaats voor het vijfde levensjaar, i.t.t. na het
65 jaar. De factoren die aan deze verschillen bijdragen zijn economische, sociale en
omgevingsfactoren.
In veel ontwikkelingslanden lopen mensen grote gezondheidsrisico’s door gebrek aan
schoon drinkwater, slechte sanitaire omstandigheden, ontoereikende voeding, rook
14
Het bestuderen van ziektepatronen in verschillende populaties en de relatie met andere factoren, zoals
leefwijze.
15
De bewuste gedachten en aannamen over jezelf die je het gevoel geven dat je anders bent dan anderen en
dat je een afzonderlijk persoon bestaat.
16
Het elementaire principe dat we de wereld via zintuigelijke waarneming kunnen leren kennen.
17
(…) het vakgebied psychologie aan de bevordering en het behoud van de gezondheid, de voorlichting over en
de behandeling van ziekten en de daaraan gerelateerde disfunctie.
18
Term die de verschillen in gezondheid en levensverwachting tussen verschillende groepen aanduidt.