Week 1
De twee manier om gedrag te sturen zijn:
1. Nudge: bij nudge is er sprake van libertair paternalisme, ofwel een duwtje in de
goede richting. Het libertair paternalisme betekent het sturen van gedrag door de
keuzecontext te beïnvloeden. Libertair paternallisten vinden dat mensen vrij moeten
zijn om te kiezen. Ze streven ernaar beleid te ontwerpen dat de keuzevrijheid
respecteert of vergroot.
2. Belonen en straffen: belonen en straffen houdt in dat gewenst gedrag beloond wordt
en dat ongewenst gedrag bestraft wordt. Een voorbeeld van een beloning is geld
krijgen wanneer er gewerkt wordt en een voorbeeld van straffen is een boete krijgen
wanneer er te hard gereden wordt.
De twee manieren om verkeerde keuzes te beïnvloeden zijn:
1. Libertair: libertair houdt in dat de vrijheid om te kiezen niet ontnomen worden.
2. Paternalisme: paternalisme houdt in dat de keuzevrijheid van een persoon of groep
wordt ingenomen voor hun eigen best wil. Het is dan ook legitiem om het gedrag van
mensen zodanig te beïnvloeden dat ze langer, gezonder en beter leven. Het beleid is
paternalistisch wanneer het probeert de keuzes zodanig te beïnvloeden dat
keuzemakers, naar hun eigen oordeel, beter af zijn.
Libertair paternalisme: het libertair paternalisme is een relatief zwakke, softe en niet
ingrijpende vorm van paternalisme, omdat keuzes niet worden geblokkeerd, uitgesloten of
aanzienlijk worden belast. Libertair paternalisten zullen mensen dus niet dwingen om hun
gedrag te veranderen, maar zullen het gedrag sturen door de context te beïnvloeden.
Voorbeelden waarbij het libertair paternalisme helpend kan zijn is: wanneer een eenmalige
beslissing gemaakt moet worden, wanneer er afwegingen zijn tussen korte- en lange termijn,
bij ingewikkelde keuzes en wanneer je zelf iets niet goed weet.
Een keuzearchitect is iemand die verantwoordelijk is voor het organiseren van de context
waarbinnen mensen beslissingen nemen. Een voorbeeld hiervan is wanneer een ouder
bijvoorbeeld vertelt aan zijn kind wat de keuzemogelijkheden zijn aan middelbare scholen.
Voorbeelden van libertair paternalisme is keuzearchitecteur. Denk hierbij aan gezonde
snacks op ooghoogte plaatsen, waardoor men deze eerder grijpt.
Econs Human
Streeft naar nutsmaximalisatie (de hoogste Ervaart invloed van psychologische
opbrengst met de minste moeite). factoren, zoals (risico-)perceptie, attitudes,
emoties, leerprocessen en sociale
beïnvloeding.
De homo economicus kiest rationeel/ In praktijk bestaat de human niet, het is een
objectief het meest aantrekkelijke alternatief abstract voorbeeld.
uit het hele aanbod.
Een econ stelt het eigenbelang boven het Psychologisch inzicht is nodig om gedrag te
belang van anderen (egoïstisch). kunnen verklaren, te voorspellen en te
beïnvloeden. Zie kolom 1 bovenstaand.
Een econ reageert primair op financiële Een human reageert ook op financiële
prikkels. Hij past zich rationeel gezien wel prikkels, maar wordt daarnaast ook
aan, maar zal zich niet zomaar laten beïnvloed door een duwtje in de goede
beïnvloeden. richting.
, Er zijn enkele aspecten die alleen behoren tot human:
Mensen maken voorspelbare fouten, bijvoorbeeld de planningsmisvatting;
Mensen zijn minder goed in het nemen van beslissingen;
Mensen hebben allerlei redenen om voor de standaardoptie te kiezen.
Econ Human
Free riding: egoïstisch zijn Versus Provision of public goods:
en profiteren van de human wil bijdragen aan de
bijdrage van anderen. gemeenschap zonder hier
iets voor terug te willen.
Econs definieren waarde Versus Humans definieren waarde
als het bedrag dat een in termen van nut, hierbij is
object zou opbrengen als de persoonlijke waarde en
het onder optimale betekenis relevant.
omstandigheden zou
worden verkocht, dus
economische waarde.
Welvaart (economisch) is Versus Subjectief welzijn is
de mate waarin behoeften psychologsich en staat
met beschikbare middelen buiten de economie. Welzijn
kunnen worden bevredigd is een gevoel van
(materieel). welbevinden.
Wij mensen kennen twee cognitieve systemen:
1. Automatisch systeem (systeem 1): ongecontroleerd, moeiteloos, associatief, snel,
onbewust en gebaseerd op ervaring.
2. Reflectief systeem (systeem 2): gecontroleerd, moeizaam, deductief, langzaam,
bewust en volgt logische regels.
Het eerste systeem, het automatische systeem, treedt als eerste op. Wanneer we erg ons
best doen en er energie in steken, kunnen we overgaan naar het tweede systeem, het
reflectieve systeem. Het nut van het reflectieve systeem heeft twee kenmerken: het
inbeelden van hypothetische situaties (nadenken over de toekomst en gevolgen
inschatten) en zelfcontrole. Er zijn drie operationele kenmerken van systeem 1:
adaptieniveau, verminderde gevoeligheid en afkeer van verlies.
Een heuristiek is een soort vuistregel; een mentale sneltoets. Dit is een vuistregel die het
beslissingsproces aanzienlijk vereenvoudigd. In totaal zijn er drie soorten vuistregels, oftewel
heuristieken:
1. Verankering: de verankeringsheuristiek gaat over de invloed van getallen op onze
perceptie van het getal dat erna getoond wordt.
2. Beschikbaarheid: de beschikbaarheidsheuristiek houdt in dat onze beslissing of
oordeel afhangt van het gemak waarmee voorbeelden in onze gedachten opkomen.
Het gemak waarmee gebeurtenissen of situaties cognitief beschikbaar zijn, wordt
daarbij vaak gebruikt als indicatie van de frequentie; hoe makkelijker ergens
voorbeelden van te binnen schieten, des te meer er wordt aangenomen dat het vaak
voorkomt. Voorbeelden van cognitieve beschikbaarheid zijn levendigheid en
simulatieheuristiek (met neerwaarts/opwaarts contrafeitelijk denken).
3. Representativiteit: de representativiteitsheuristiek houdt in dat er een beslissing
genomen wordt door de huidige situatie te vergelijken met het meest representatieve
stereotype. Hierbij worden initiële waarschijnlijkheden, de steekproefgrootte en de
kans op willekeur niet in acht genomen.