Samenvatting boek Philosophy of Social Science
Hoofdstuk 1: What is the Philosophy of Social Science?
- Introduction: je moet altijd nadenken over je filosofische standpunt bij onderzoek, je kiest
een kant;
- What is philosophy:
o Er is geen afgebakende definitie van filosofie als discipline, er zijn wel grote
subdisciplines te onderscheiden:
Logic: zoeken naar gerechtvaardigde regels van redeneren;
Ethics (political philosophy): wat is goed of fout, recht en onrecht in gedrag
van mensen en instanties;
Epistemology (theory of knowledge): onderzoek naar aard, mate en
rechtvaardiging van menselijke kennis;
Metaphysics: probeert te bepalen wat de fundamentele dingen zijn die in de
realiteit bestaan en wat de relaties daartussen zijn (denk bijv. aan vragen aan
jezelf als: heb ik een vrije wil?);
o Deze onderdelen hebben ogenschijnlijk niets met elkaar te maken, waarom ze toch tot
het domein filosofie horen, wordt in dit boek antwoord op gegeven, dit gebeurt vanuit
twee soorten vragen:
1: Vragen die de wetenschap nu en misschien wel nooit kan beantwoorden;
2: Vragen die gaan over waarom de wetenschap geen antwoord kan geven op
de vragen uit vragen set 1;
o Vanuit de filosofie zijn subdisciplines zoals wiskunde en natuurkunde ontstaan, maar
ze laten altijd filosofische vragen achter die zij als eigen discipline niet kunnen
beantwoorden, daarnaast kan de wetenschap geen antwoord geven op fundamentele
vragen over goed en slecht, rechtvaardig en onrechtvaardig, vragen die hierover gaan
zijn normatieve vragen, in contrast daarvan bestaan descriptieve vragen, in de sociale
wetenschap worden vaak aan normatieve vragen verwante vragen gesteld, hieronder
de definitie:
Normative questions: vragen over wat hoort, wat we moeten doen, wat goed
of fout is;
Descriptive (positive) questions: het contrast van normatieve vragen, deze
vragen worden vaak in de wetenschap gebruikt, gaat om beschrijvende vragen;
Questions about knowledge: een derde categorie zijn vragen over de kennis
van elk discipline en dan met name over wat dan precies telt als kennis,
verklaringen, bewijs of begrip, dergelijke vragen worden gesteld in het
discipline: philosophy of science;
- Philosophical problems of social science:
o Wetenschappers moeten een standpunt innemen m.b.t. filosofische vragen en de
antwoorden daarop vanuit een bepaalde kijk omdat dit bepaalt welke vragen zij te
beantwoorden vinden door wetenschap en welke methode ze daarbij hanteren, dit
gebeurt vaak bewust, maar kan ook onbewust afhangen van de onderzoeksvraag;
o Het bewust zijn van je standpunt is met name in sociaal onderzoek van belang omdat
er geen consensus bestaat over theorieën en methodes (terwijl dit wel bestaat in de
natuurwetenschap), duidelijkheid over je standpunt zorgt daarnaast voor consistentie
in je positie en je resultaten, dit moet niet met elkaar stroken;
o Omdat er geen consensus bestaat over methodes en theorieën, is het noodzakelijk je
filosofische standpunt als richtlijn te nemen;
o In het boek wordt verder gekeken naar vragen die gaan over de vraag of sociale
wetenschap verklaringen moet zoeken voor grote groepen mensen (structural
properties) of meer voor de keuzes van individuen (rational human agents),
hieruit volgen categorieën van wetenschappers:
Holism: sociale wetenschappers die vinden dat sociale feiten op grote schaal
gedrag van de individu verklaren, ze kiezen dus structural properties, ze maken
grote metafysische assumpties over de realiteit van groepen onafhankelijk van
de individuen waaruit het bestaat;
Functionalism: hoort bij het holisme, is een verklarende visie die ervan
uitgaat dat mentale toestanden (overtuigingen, wensen, etc.)
uitsluitende gevormd worden door hun functionele rol;
Individualism: contrast met holisme, gaat uit van de morele waarde van het
individu boven die van de sociale groep;
- One central problem of the philosophy of social science:
, oEen centraal probleem is wat voor soort kennis men kan zoeken, er zijn hier twee
standpunten over:
1: Vanuit de natuurwetenschap bestaat onder sommige sociale
wetenschappers de visie dat begrip van iets wordt verhoogd door de
voorspelling daarover te verbeteren;
2: Andere sociale wetenschappers verwerpen het idee dat hun discipline
dezelfde benadering kan gebruiken als die van de natuurwetenschap, zij vinden
dat er alternatieve verklaringen zijn en geven aan dat het niet gaat om
voorspellende kennis en verbeteringen daarvan;
o Vanuit deze discussie is een ander debat ontstaan over of sociale wetenschap wel
evenveel vooruitgang heeft geboekt als de natuurwetenschap, en wat daar aan
gedaan kan worden om dezelfde vooruitgang te boeken. Vanuit dit debat komen drie
vooronderstellingen naar voren:
1: Dat we weten wat voortuitgang in de natuurwetenschap is en hoe dat te
meten valt;
2: Dat, gebaseerd op die meting, de natuurwetenschap daadwerkelijk meer
vooruitgang heeft;
3: Dat de sociale wetenschap als doel heeft dezelfde vooruitgang te boeken;
Als je vindt dat de sociale wetenschap op de natuurwetenschap moet
lijken, moet je deze vooronderstellingen kunnen onderbouwen, als je dit
niet vindt zal je de vergelijk überhaupt verwerpen, samen met de
vooronderstellingen waarop deze is gebaseerd, maar als je dat vindt, zal
je eveneens andere vooronderstellingen aannemen over de doelen van
sociaal onderzoek;
o Dit debat wordt verder in het boek dieper uitgeweid, maar er is één kijkwijze die ze
gemeen hebben, namelijk dat een nette compromis onmogelijk is, dit komt omdat bij
een compromis er overeenkomsten moeten zijn, en als er overeenkomsten zouden zijn
dan zou de sociale wetenschap zich ook meer toeleggen op praktische kennis;
o Er is een groep wetenschappers die vinden dat de sociale wetenschap überhaupt niet
vergeleken kan worden met andere disciplines, vanuit deze kijk is het hoofddoel van
sociale wetenschap te begrijpen en niet te vergelijken;
o Tot slot zijn er tegenargumenten tegen het standpunt dat sociale wetenschappen een
voorspellende waarde zou moeten hebben:
1: Het veronderstelt namelijk dat alle sociale wetenschappen gelijk zijn aan
elkaar;
2: Eisen dat een resultaat voorspellende kracht heeft, maakt niet dat dit ook zo
is;
3: Het kan de kennis ook verslechteren;
4: Het begrip van de mens kan menselijke conditie verbeteren, maar het biedt
niet per se handige gereedschappen om de sociale omgeving te manipuleren;
- Summary:
o Filosofie houdt zich bezig met twee vragen:
1: Vragen die de wetenschap niet kan beantwoorden;
2: Vragen over waarom de wetenschap die vragen niet kan beantwoorden;
o Omdat de sociale wetenschap resultaten biedt die relevant zijn voor het dagelijks
leven en waardes van mensen, zijn vragen over wat de sociale wetenschap ons kan
vertellen belangrijker dan vragen over de limieten van de natuurwetenschap;
o De hoofdvraag van de filosofie van sociale wetenschap is wellicht of we moeten
zoeken naar hetzelfde begrip dat de natuurwetenschap ons biedt m.b.t. het begrijpen
van de menselijke wereld. Dus kennis die ons in staat stelt om in toenemende mate
fenomenen te voorspellen en te controleren.