Hoofdstuk 1: Het biopsychosociaal model
Wat is afwijkend gedrag: waar je zelf last van hebt, context, internaliserend/
externaliserend, rol van de maatschappij, diagnose, tijdsgeest.
Belemmering van het algemeen dagelijks functioneren op:
Uitzonderlijk
Sociaal afwijkend gedrag
Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
Aanzienlijk emotioneel lijden
Ongepast of contraproductief gedrag
Gevaar voor jezelf en anderen
Verklaringsmodel: bio- psycho-sociaal model
4 vragen volgens van Os om tot een persoonlijke diagnose te komen
Wat is er gebeurd?
Wat is je kwetsbaarheid/ weerbaarheid
Waar wil je naartoe?
Wat heb je nodig?
Overstappen van lineair en statisch denken (je bent druk dus hebt ADHD)
op complex en dynamisch denken.
Als je uitgaat van complexe interactiemodellen en de nadruk daarbij te
veel legt op factoren in de person zelf, onstaat er een vertekening van de
werkelijkheid.
Systemen veranderen continu.
BPS model was bedoeld als alternatief voor het reductionistische
biomedische model. Gaat, net als syteemtheorie, uit van complexe
interacties. Gaat echter geheel voorbij aan subjectieve ervaringen en
relationele factoren die een rol spelen bij het onstaan van de ontregeling.
,stressmodel
Factoren model:
Hersenontwikkeling
Fysieke gesteldheid
Vaardigheden
Digitaal
Buurt
School
Werk
Thuis
Prenataal
Gedrag
Mentale problemen
Stressmodel: Draagkracht en draaglast, risicofactoren en beschermende factoren
Micro
Kindfactoren
Ouderfactoren
Gezinsfactoren
Meso
Sociale (gezins) factoren
Sociale (buurt) factoren
Macro
Sociaal-economische gezinsfactoren
Culturele factoren
Maatschappelijke factoren
, Stressoren op:
Biologisch niveau
o Hersenziekten, somatische ziekten, drugs (inclusief alcohol),
geneesmiddelen
Psychologisch niveau
o Moeten verwerken van ernstig trauma, verliezen, bedreigingen,
teleurstellingen, frustraties en dergelijke. Ook het moeten leven met
innerlijke spanningen en conflicten hoort hierbij
Sociologisch niveau
o Onverwachte opgave en problemen, bijvoorbeeld overlijden van een
partner, verlies van werk, status of vrienden,
Kwetsbaarheid:
Biologisch niveau
o Alle somatische aandoeningen die iemands draagkracht
ondermijnen. (door een trauma een hersenbeschadiging opgelopen,
waardoor hij nijgt naar impulsief reageren. Ook genetisch (erfelijke)
factoren horen erbij.
Psychologisch niveau
o Eigenschappen die tot iemands persoonlijkheid behoren. (hoe gaat
men om met stressoren)
o Ik-sterkte (hoeveel kan je hebben). Nagaan hoe iemand functioneert
op werk, relatie en woon-leefsituatie. Letten op crisissituatie en hoe
iemand daar mee omgaat.
Sociologisch niveau
o Kwaliteit van sociaal netwerk
Assen in de DSM IV TR
As I: stoornis wordt geregistreerd
As II: opvallende persoonlijkheidstrekken of afwijkende persoonlijkheidstypen
(hoe iemand is, al zijn hele leven)
As III: eventuele lichamelijke ziekten
As IV: psychosociale en andere omgevingsproblemen
As V: hoe iemand het laatste jaar psychosociaal heeft gefunctioneerd
Structuurdiagnose: na classificatie komt de structuurdiagnose. Met een
structuurdiagnose wordt bedoeld dat je tot een formulering komt van hoe de
stoornis tot stand gekomen is en waarom hij blijft bestaan. Diagnose is theorie
van de ziekte, structuur is hoe dingen in elkaar zitten.
8 onderwerpen van de structuurdiagnose
Verschijnselen
Diagnose
Differentiaal diagnose
Epidemiologie (incidentie en prevalentie)
Etiologie : oorzaakleren
Behandeling
Risico factoren
Behandelingsprognose
Kreaplin: nauwkeurige beschrijving van klinisch beeld en beloop op de lage
termijn van psychische ziekten. Hij heeft de hele psychiatrie in kaart gebracht