Alle leerdoelen uitgewerkt voor het vak Beginselen staatsrecht aan de VU. uitgebreide uitwerking van de leerdoelen in combinatie met extra aantekeningen van de werkgroepen en/ of colleges. Ideaal voor het leren voor je tentamen.
NB: extra aantekeningen zijn gemaakt in het blauw
Leerdoelen week 1
Leerdoel 1: u heeft inzicht in de verschillende kenmerken
van een staat
Wat zijn de verschillende kenmerken van een staat?
- Een staat is een organisatie die met voorrang boven andere
organisaties effectief gezag uitoefent over een gemeenschap
van mensen op een bepaald grondgebied. Bovendien is dit
een rechtsgemeenschap.
- Er moet dus ten eerste sprake zijn van een groep mensen.
- Er moet sprake zijn van een rechtsgemeenschap, dus door
dwang te handhaven rechtsregels moeten aanwezig zijn.
- Ook moeten er territoriale grenzen zijn.
- Tenslotte is vanuit volkenrechtelijk perspectief van belang dat
er erkenning bestaat van andere staten, echter is dit niet
noodzakelijkerwijs een vereiste van een staat.
Gezag is het tegendeel van vrijheid, het beperkt de vrijheid van
individuen. Iedere vorm van staatsrecht is een compromis tussen
individuele vrijheid en dwang van de gemeenschap.
De Staat heeft tevens het geweldmonopolie.
Elke burger is gelijkwaardig en heeft recht op gelijke invloed
op het staatsbestuur.
De staat waar het staatsrecht geldt, wordt bepaald door territoriale
grenzen. De staat heeft soevereiniteit op zijn grondgebied. Er
bestaat vaak een psychologische band tussen de staat en de
bewoners.
Leerdoel 2: u weet wat de verschillende bronnen van staatsrecht
zijn in Nederland;
De verschillende bronnen van het Nederlands staatsrecht zijn als
volgt:
- De Grondwet
- Gewoonterechtelijke regels
- Een aantal geschreven regelingen in de vorm van wetten of
algemene maatregelen van bestuur
- Jurisprudentie
- Organieke wetten
- Het Statuut
- Reglement van de orde van zowel de Eerste als Tweede
Kamer
De eerste vorm van de Grondwet kwam in 1579, met de komst van
de Unie van Utrecht. In 1815 kwam de eerste Grondwet.
Leerdoel 3: u kunt reflecteren over het verschil tussen een ‘rigid
constitution’ en een ‘flexible constitution’;
1
, - De grondwet in Nederland is een rigid constitution, wat
betekent dat je de Grondwet minder makkelijk kan wijzigen
dan andere wetten. Er is bijvoorbeeld een speciale
meerderheid in het parlement voorgeschreven voor het
wijzigen van de Grondwet.
- In een flexibele constitution is het staatsrecht geregeld in
gewone wetten en kan het dus ook met een gewone wet
worden gewijzigd.
- Een probleem met de rigid constitution kan bijvoorbeeld zijn
dat er een kloof ontstaat tussen het rechtsbewustzijn
(=rechtsgevoel over wat juist en onjuist is) en de geschreven
tekst.
Leerdoel 4: U heeft kennis van het ontstaan, de evolutie en de
structuur van het Koninkrijk der Nederlanden en de verhouding
tussen het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden en de
Nederlandse Grondwet;
- Vroeger drie landen: Aruba, de Nederlandse Antillen en
Nederland.
Vanaf nu (sinds 2010):
- Sint-Maarten en Curaçao zijn nu zelfstandige landen binnen
het Koninkrijk. De andere landen zijn onderdeel van
Nederland. Dus Nederland bestaat uit Nederland, Bonaire,
Saba en Sint Eustatius.
- Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is een
overeenkomst tussen de landen van het Koninkrijk der
Nederlanden. Het regelt verhoudingen tussen de landen. De
Grondwet geldt alleen voor het Nederlandse rijksdeel. Het
Statuut is de hogere regeling, waaraan de Grondwet zich moet
houden. Het Statuut gaat onder meer over grondwettelijke
artikelen over het koningschap met de troonopvolging.
Leerdoel 5: u kent de belangrijkste staatsvormen en kunt u
reflecteren over de staatsvorm van het Koninkrijk der Nederlanden
en het land Nederland;
- Ons land is een constitutionele monarchie met parlementair
stelsel. Tevens is het een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Er zijn namelijk onderdelen die een zekere mate van zelfstandigheid
hebben. Niet alles is centraal geregeld; provincies en gemeentes
hebben bijvoorbeeld ook autonomie. De hoogste instantie op
rijksniveau heeft echter wel het laatste woord. De centrale overheid
kan altijd ingrijpen als hij vindt dat de decentrale overheid een fout
maakt.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat
Het Koninkrijk der Nederlanden heeft de meeste trekken van
een federatie; waarbij de deelstaten elk eigen exclusieve
2
, bevoegdheden hebben maar niet helemaal onafhankelijk van elkaar
zijn.
Leerdoel 6: u bent bekend met de betekenis van de trias politica
en kunt u beoordelen in hoeverre Nederland daaraan voldoet;
- De leer van de trias politica stelt dat de macht in een land
moet worden verdeeld in drie verschillende organen, de
wetgevende macht, de rechtsprekende macht en de
uitvoerende macht. De drie functies moeten worden
toegekend aan verschillende organen. In deze organen
moeten tevens verschillende personen zitten.
- In het Nederlandse systeem is er geen sprake van een strikte
machtenscheiding, wetten worden namelijk samengesteld
door de regering en de Staten-Generaal samen. De regering
heeft tevens de uitvoerende macht maar wordt dus nu ook
een wetgevende macht toegekend. Dit is niet conform de leer
van de trias politica.
Wanneer één individu of groep al het macht hebben, geven zij dit
moelijker uit handen. Door ieder orgaan een deel van de macht te
geven, hebben de organen elkaar nodig en zal balans ontstaan.
Checks and balances.
Leerdoel 7: u heeft inzicht in de kenmerken van de democratische
rechtsstaat;
- Er is sprake van een democratie wanneer het staatsbestuur in
overeenstemming is met wat het volk wil. Dit kan zijn in de
vorm van een directe of indirecte democratie. In Nederland
hebben we een indirecte democratie, waarin het volk
volksvertegenwoordigers kiest.
- Er is sprake van een rechtsstaat wanneer;
- Er sprake is van een staatsvrije sfeer, dus privésfeer. Tevens
worden individuele grondrechten van burgers erkend.
- Er moet worden voldaan aan het legaliteitsbeginsel,
overheidshandelen mag alleen op grond van een wet
geschieden.
- Er moet voldaan zijn aan de machtenscheiding conform de
leer van de trias politica en de checks en balances. Niemand
kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording
schuldig te zijn of zonder dat op die uitoefening controle
bestaat.
- Toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Democratie= de permissie dat elke burger gelijkwaardig is en recht
heeft op gelijke invloed op het staatsbestuur.
Rechtsstaat= verwijst naar een staat waarvan de organisatie erop is
gericht dat de burgers beschermd zijn tegen machtsmisbruik door
de staat zelf.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saraseijdel0112. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.