In dit bestand vind je de samenvattingen van de hoofdstukken die je moet leren voor het tentamen.
Dit zijn:
Neuropsychologische diagnostiek hoofdstuk 3, 4, 7 en 11
Psychologische diagnostiek hoofdstuk 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10 en 11
Handboek psychodiagnostiek hoofdstuk 6 en 8.
De samenvatting...
Samenvatting hoofdstukken boeken
Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg
Hoofdstuk 1
De klinische psychodiagnostiek richt zich op 3 elementen:
Theorievorming over de problemen/ klachten en problematische gedragingen.
Operationalisatie en meting van deze problemen.
Toepassing van relevante diagnostische methoden.
o Dit berust zich allemaal op conceptueel en empirisch onderzoek.
De cliënt komt vaak via een doorverwijzing bij de klinisch diagnosticus. Hier wordt ten eerste de hulpvraag
(bijvoorbeeld ‘hoe kom ik van mijn dwangmatige gedrag af?’) van de cliënt en de aanvraag (bijvoorbeeld ‘heeft de
cliënt een obsessief-compulsieve stoornis?’) van de verwijzer bekeken. De diagnosticus formuleert zelf ook vragen die
opduiken tijdens het kennismakingsgesprek. Aan de hand van deze vragen wordt een diagnostisch scenario
opgesteld, die een voorlopige theorie bevat over de cliënt Wat zijn de problemen en hoe worden ze verklaard.
Toetsen van voorlopige theorie bevat 5 diagnostische handelingen:
1. De voorlopige theorie wordt omgezet in hypothesen.
2. Instrument wordt gekozen.
3. Voorspellingen worden gedaan.
4. Instrumenten worden afgenomen en verwerkt.
5. De hypothesen worden aanvaard of verworpen.
Basisvragen:
Onderkenning Wat zijn de problemen? Wat lukt er nog en wat gaat er mis?
o Inventarisatie en beschrijving.
o Ordening en categorisering in gedragsclusters of stoornissen. DSM
o Inschatting van de ernst.
Verklaring Waarom zijn bepaalde problemen er en wat houdt ze in stand?
o Bevat het probleem.
o Bevat de condities die het optreden van het probleem verklaren.
o Bevat de relatie tussen 1 en 2 in termen van ‘omdat en ‘doordat’.
Verklaringen kunnen worden ingedeeld volgens de locus (de persoon of de situatie), de aard van controle (de reden,
vrijwillige of intentionele keuze), synchrone en diachrone verklaringscondities (synchroon = samen met het te
verklaren gedrag, diachroon = gaan gedrag vooraf) of inducerende en continuerende condities (inducerend =
gedragsprobleem ontstaan, continuerend = houdt gedragsprobleem in stand).
In de diagnostiek het best zoeken naar verklaringen in de huidige situatie, want factoren in deze situatie kan men
beïnvloeden.
Predictie Hoe zullen de problemen van de cliënt zich in de toekomst verder ontwikkelen?
o Foutenmarges zijn vaak groot dat de hoge verwachting niet ingelost kan worden.
Indicatie Hoe kunnen de problemen verholpen worden?
o Kennis over behandeling en behandelaars
o Kennis over het relatieve nut van behandelingen
o Kennis voer de aanvaarding van de indicatie door cliënt (kan zijn dat cliënt het advies niet opvolgt).
Er wordt wel goed rekening gehouden met voorkeuren van een cliënt:
Het cliëntperspectief wordt geëxploreerd en geëxpliciteerd.
De diagnosticus versterkt de cliënt informatie over behandelingsmethoden, processen etc.
De verwachtingen en voorkeuren van de cliënt worden vergeleken met wat de diagnosticus
geschikt lijkt.
De cliënt kiest een behandelaar en behandeling uit.
Evaluatie Zijn de problemen voldoende verholpen als gevolg van de interventie?
o Deel van kennisbestand van de psychologie relevant.
, Holistische theorie Onderlinge relaties tussen verschillende probleemgedragingen.
Het classificeren van iemand heeft voor- en nadelen. Het leidt namelijk tot labeling, die aanleiding geeft tot het
vaststellen van comorbiditeit. Wel wordt de communicatie tussen deskundigen vergemakkelijkt.
De diagnostische cyclus bestaat uit 5 processen:
1. Observatie Verzamelen van empirisch materiaal.
2. Inductie Formulering van theorie en hypothesen over het gedrag.
3. Deductie Uit hypothesen een toetsbare voorspelling afgeleid.
4. Toetsing Aan de hand van materiaal nagegaan of de voorspelling juist of onjuist is.
5. Evaluatie.
Referentiekader van de verwijzer = De visie van de verwijzer omtrent het gedrag en functioneren van de cliënt.
De aanvraag van een verwijzer kan open of gesloten zijn. Wanneer deze open is, heeft hij/ zij nog geen hypothesen
geformuleerd. Wanneer deze gesloten is, heeft hij/ zij wel al hypothesen geformuleerd.
Analyse van de hulpvraag bevat exploratie van de belevingswereld van de cliënt
Analyse van de aanmelding Dossiergegevens worden benut.
In een diagnostisch scenario ordent de diagnosticus al de vragen van aanvrager en cliënt uit de aanmeldingsfase. Dit
zijn ook wel de vragen die bij hem zijn opgekomen en zijn kennis over het probleem. Vanuit deze ordening wordt er
een eerste theorie opgesteld over de problematische gedragingen van de cliënt.
Pièce de résistance Het uiteindelijke verslag en de mondelinge toelichting. Hierop wordt de diagnosticus
beoordeeld door collega’s en aanvragers. Ook zijn op dit document de beslissingen gefundeerd.
Verslagen bevatten vaak een geclausuleerd antwoord. Dit is een antwoord waarin allerlei voorwaarden staan,
waardoor de uitspraken geldig zijn.
In de gezondheidszorg wordt vaak gebruik gemaakt van een DBC. Met een DBC is het idee dat een patiënt op
effectieve wijze wordt gediagnosticeerd. Er zal vervolgens een protocollaire behandeling plaatsvinden die past bij de
gestelde diagnose.
De cliënt wordt terugverwezen wanneer de diagnose de aanmeldingsklacht niet bevestigt of wanneer de behandeling
geen of onvoldoende resultaat heeft Kan ook naar andere afdeling worden gestuurd.
Hoofdstuk 2 – Geen tentamenstof
De psychodiagnostiek kan worden verdeeld in drie onderdelen:
A. Diagnostische referentiekaders of theorieën.
Individuele verschillen. Gedragingen kunnen begrepen/ verklaard worden door naar individuele
verschillen te kijken.
Ontwikkeling Gedragingen kunnen begrepen/ verklaard worden door de ontwikkeling in tijd te
bestuderen.
Context Gedragingen kunne begrepen/ verklaard worden als deze in stand gehouden/ veranderd
worden door oorzaken (stimuli, gebeurtenissen, interventies etc.).
B. De beschrijving van de drie referentiekaders in modellen uit de testtheorie en de statistiek.
C. Tests
In ideale geval gebaseerd op een construct dat gedefinieerd is binnen referentiekader.
Referentiekader bepaalt de manier waarop gedragingen beschreven, begrepen en verklaard worden en bijgevolg
de diagnostiek en behandeling.
Biopsychologische benadering gedragingen worden verklaard door ingrepen of manipulaties.
Egopsychologie Studie naar identiteitsontwikkeling. Dit kan worden gedaan aan de hand van de ZALC. Dit meet
namelijk het niveau van ego-ontwikkeling van 9 tot 22 jaar.
Hoofdstuk 3 – het gesprek
Methoden in diagnostische fase: Gesprek – observatie – gestandaardiseerde meetinstrument.
Het belangrijkste doel van zo’n gesprek is de informatieverwerking om de hulpvraag te kunnen beantwoorden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lolageuzinge. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.