Leerdoelen
Wat de mammapoli is
Wat de verantwoordelijkheid is van de mammapoli
Welke verpleegkundige zorg van toepassing is bij mammachirurgie
Welke complicatie(s) te verwachten zijn bij mammachirurgie
Welke specifieke psychosociale zorg belangrijk is bij de patiënt met
mammacarcinoom
Leerboek
HF 24, zie leerboek borstkanker medisch.
WEEK 7 oncologie bij kinderen en
darmkanker
HC het zieke kind en psychosociale aspecten
Hoorcollege
Incidentie van kinderkanker
Leukemie 28,9%
Hersentumor 21,7 %
Lymfoom 11, 5%
Neuroblastoom 7,7%
Wilms’ tumor 6,4%
Rhabdomyosarcoma 3,6%
Retinoblastoma 3,0%
Osteosarcoma 2,7%
Ewing’s sarcoma 2,2%
Andere 12,3%
Cijfers
10.000 kinderen krijgt kanker
Jaarlijks ongeveer 600 kinderen in NL kanker
Hiervan ALL ongeveer 120 kinderen
Iedere week krijgen 10 kinderen kanker: 19% komt te overlijden
Verschil tussen kind VS volwassenen
Soorten kanker
Kinderen: ALL, neuroblastoom, Ewingssarcoom
Volwassenen: CLL (60+’ers), prostaatkanker, borstkanker
Kinderlichaam is géén ‘klein-volwassene’
Medicatie doseringen bij kind anders berekend
Veel medicatie alleen bij volwassene getest
Andere bijwerkingen
224
,Verschil in behandeling en genezingskansen
Kinderlichamen zijn sterk soms daarom zwaardere behandeling, met grotere
overlevingskansen
Doel bij oncologische kinderen
Bereiken ziektevrije genezing
Voorkomen acute bijwerkingen
Voorkomen lange termijn bijwerkingen
Verbetering van de prognose van maligne aandoeningen bij kinderen
De laatste 40 jaar is de overlevingskans bij kinderen met kanker verbeterd van 25% naar
ongeveer 75%.
Chemotherapie
Chirurgie
Radiotherapie
Stamceltransplantatie
Diagnostische mogelijkheden
Ondersteunende therapie
Centralisatie kinderonocologie
Behandelingen
Chemotherapie = cytostatica die celdeling remmen. Deze medicijnen zijn vooral
effectief bij kwaadaardige cellen die zich in hoog tempo delen.
- Tumorcellen zijn relatief sneldelende cellen = gevoelig voor cytostatica
- Protocollen/combinatie (SKION)
- Toxisch en bijwerkingen
Groot deel ook kankerverwekkend en kunnen schade toebrengen aan de voortplanting
en het nageslacht.
Radiotherapie/chirurgie
- Bestraling op het hoofd: haaruitval, misselijkheid, vermoeidheidsklachten
- Op de buik: diarree, misselijkheid, vermoeidheidsklachten
- Bestraling op de rest van het lichaam kan daar op langere termijn vergroeiingen
veroorzaken
- Bij operaties: littekens, amputatie, verwijdering orgaan
- Zowel lichamelijk als psychisch heel ingrijpend
Soorten transplantaties
- Allogene transplantatie: stamcellen van een geschikte donor
- Autologe transplantatie: stamcellen uit je eigen bloed/beenmerg
Schade aan gezonde weefsels door chemotherapie en/of radiotherapie (acute
bijwerkingen)
Leukopenie
Trombocytopenie
Anemie
De mond
De maag
De darmen
De urinewegen
225
, Huid en haar
Centraal zenuwstelsel
Longen en hart
Skelet
Leukopenie
Vermindering/tekort van het aantal witte bloedlichaampjes in het bloed (weinig
afweer)
Wanneer heb je te weinig? Leuco’s lager dan 1, of granulo’s lager dan 0,5
Indien deze zo laag zijn altijd ondersteunen met antibiotica
Infecties voorkomen
Slijmvliesbeschadiging
Huidgevoeligheid
Trombocytopenie
Vermindering van het aantal trombocyten in het bloed waardoor spontane bloedingen
kunnen optreden
Trombo’s hebben een korte levensduur
Voorkom bloedingen m.n, tijdens contactsporten
Let op petechiën, blauwe plekken
Tromcytenconcentraat vóór ingrepen waar trombocyten op bepaalde hoogte moet zijn
Anemie
Een te klein aantal rode bloedcellen
Symptomen; vermoeidheid, bleekheid, kortademigheid, tachycardie, sterretjes zien,
oorsuizen
Infectieuze complicaties
Sepsis / katheterinfectie
Gastro-intestinaal
Schimmelinfecties
Waterpokken, geen waterpokken in het verleden gehad geen risico
Herpes zoster
Pneumocytis jiroveci (specifieke longontsteking, moeilijk te behandelen)
Grootste groep met leukemie is 2-6 jaar
Schoolgaande kinderen hebben vaak eerder waterpokken gehad
In België worden alle kinderen gevaccineerd tegen waterpokken
In Nl nog discussie; hoe erg is het dat een gezond kind het krijgt
Soms worden broertjes/zusjes passief ingeënt bij risico patiënt in familie
(mogelijke) klachten
Algehele malaise
Bloedarmoede, blauwe plekken
Koorts
Dyspnoe
Lymfeklieren en zwellingen
Hoofdpijn, braken, dubbelzien, valneiging
Bolle buik
Onnbegrepen nachtelijke botpijn aan een kant, zwelling botten
226
, Sonde voor voeding en/of medicijnen
Zieke kinderen; moeite met eten, weinig eetlust.
Pubers hebben hoge calorie behoefte
Voor een grote groep kinderen is het een strijd op medicatie/voeding binnen te krijgen
Stap naar sonde is groot voor ouders
Verschillende soorten: 3 dagen, 3 weken of 3 maanden
Wat is een P.A.C? (porth a cat)
Reservoir van titanium of kunststof met een centraal gelegen membraan waaraan een
siliconen katheter is bevestigd, onderhuids geïmplanteerd met de tip in de vena cava
superior
Kan 5 jaar blijven zitten
Mag 1500x aangeprikt worden
Wat is een C.V.C? (centraal veneuze katheter)
Silicone of poly-urethaan katheter die bestaat uit:
Een deel dat buiten het lichaam ligt,
Een deel onderhuids (getunneld) en
Een deel in het bloedvat, waarvan de tip dient te liggen in de vena cava superior vlak
boven het rechter atrium
Waarom wordt een C.V.C / P.A.C gebruikt?
Fragiele vaten
Goede veneuze toegang voor toediening van cytostatica, bloedroducten, TPV en
afname van bloed voor controles
Door intensieve en langdurige behandeling steeds moeilijker om een goed bloedvat te
vinden
Prikangst
Minder kans op extravasatie
Psychosociale aspecten rondom het zieke kind
Voor kind: boos, frustratie, teleurstelling, eenzaam, isolatie, ziek. Leven met de dag en
soms met het uur. Erg afhankelijk van de leeftijd
Voor ouders: dreiging van verlies van hun kind; schuldgevoel over het hoe en waarom
juist hun kind
Broertjes en zussen = ‘brussen’
Andere familie; mantelzorgers
Enkele taken
De verpleegkundige heeft een belangrijke taak bij het informeren van het kind en de
ouders over
De risico’s van chemotherapie, radiotherapie, chirurgie, het behandelingsschema, de
bijwerking op korte en lange termijn
Overdracht naar shared care ziekenhuis en kinderthuiszorg
Tevens maken zij samen met pedagoog, kind en ouders plan van aanpak: rondom angst
en pijnlijke ingrepen. Inzet hypnose bijvoorbeeld
227