1 Wat is psychologie? Psychologie, de hoofdzaak
1.1 Psychologisch probleem
1.2 Psychologie en psychologen
1.3 Het werkterrein
1.4 Psychologie: een overzicht
Extra Het Hawthorne-onderzoek
1.1 Psychologisch probleem
Een psychologisch probleem is gedrag dat verklaard moet worden. Je kan ook zeggen de
wetenschappelijke studie van het menselijke gedrag.
Gedrag Waarneembare handelingen die mensen doen of laten.
Gedragsdeterminanten De oorzaken van een bepaald gedrag.
Gedrag verklaren is wijzen op mogelijke oorzaken. De enige manier om erachter te komen of een
verklaring deugt, is toetsen.
1.2 Psychologie en psychologen
Een psycholoog weet uit ervaring dat het vaak anders zit dan je in eerste instantie denkt.
1.3 Het werkterrein
Meervoudig gedetermineerd Er zijn verschillende oorzaken voor hetzelfde gedrag aan te wijzen.
Mentale functies Dingen als denken, leren en onthouden.
De belangrijkste onderdelen van de hersenen zijn:
1. De grote hersenen of hersenschors.
Dit zijn de bekende ‘grijze cellen’. De hersenschors bestaat uit 2 symmetrische delen, de
hemisferen. Het linkergedeelte bestuurt het rechterdeel en het rechtergedeelte bestuurt het
linkerdeel.
2. De middenhersenen en het bovenste gedeelte van de hersenstam.
Dit wordt ook wel het limbische systeem genoemd. De hersenen worden bedekt door het
hersenschors. Zij besturen instinctieve gedragingen en spelen een belangrijke rol bij emoties.
Ook de inwendige, lichamelijke functies zoals bloeddruk, hartslag en spijsvertering vinden
hier plaats.
3. De achterzijde van de hersenen
Dit wordt gevormd door de kleine
hersenen (het cerebellum en de rest
van de hersenstam). Deze besturen
motorische activiteiten (coördinatie
van ogen en lichaamsdelen).
Belangrijke taalcentra zijn het centrum van
Broca en het centrum van Wernicke.
Een hersenlaesie kan lijden tot afasie. Afasie
is een verzamelnaam voor allerlei taal-
,stoornissen die kunnen optreden als gevolg van een hersenbeschadeging.
Er zijn 2 soorten afasie:
Receptieve afasie Een stoornis waarbij iemand bepaalde woorden wel hoort of zelf uit kan
spreken, maar niet begrijpt. Stoornis in het centrum van Wernicke
Expressieve afasie Een stoornis waarbij iemand wel weet wat er gezegd wordt en ook wel weet
wat hij wil zeggen, maar is onvoldoende in staat het onder woorden te
brengen. Stoornis in het centrum van Broca
Tijdens een PET-onderzoek wordt zeer licht radioactief gemaakte zuurstof in de bloedbaan gebracht.
Met behulp van uitgezonden straling kan nagegaan worden naar welke gebieden in de hersenen de
bloedtoevoer bij bepaalde activiteiten het grootst is. Hersengebieden waar veel activiteit plaatsvindt,
hebben meer zuurstof nodig.
PET Positronen-Emissie Tomografie
Een ander belangrijk punt is de groei en ontwikkeling tijdens de kinderjaren. Aan deze groei en
ontwikkeling zitten drie demensies, namelijk erfelijkheid, rijping en leren.
Erfelijkheid Bij erfelijkheid betreft het een voorraad van aangeboren mogelijkheden.
Deze vermogens bevinden zich in het erfelijke materiaal, de 23 X- en 23 Y-
chromosomen.
Rijping Rijping is een intern gereguleerde ontwikkeling, onafhankelijk van oefening
en ervaring. Rijping is een gedragsverandering die onafhankelijk is van
leerprocessen.
Leren Bij leren zien we gedragsveranderingen die optreden door en dankzij ervaring
en oefening.
Ontwikkelingsfasen die duidelijk samenhangen met groei en rijping, zijn de zogenoemde kritieke of
gevoelige perioden. Dat zijn perioden waarin we bepaalde dingen gemakkelijk leren.
1.4 Psychologie: een overzicht
De ontwikkeling van de psychologie
Wundt 1879 Ontstaan psychologie
- Eerste psychologisch laboratorium
- Bewustzijnspsychologie
- Introspectie
Freud 1892 Psychoanalyse
- Het onderbewuste
- Droominterpretatie
Wertheimer 1910 Gestaltpsychologie
- Waarneming
- Inzicht
,Watson 1914 Behaviorisme
- Controleerbare verklaringen
- Conditioneringsprincipes
Maslow 1950 Humanistische psychologie
- Psychologie van de derde dag
- Zelfactualisatie
Heider 1958 Cognitieve psychologie
- Mentale processen
- Informatieverwerking
Wundt/Ontstaan psychologie
Wundt was de eerste die in 1879 een psychologisch laboratorium oprichtte. Een van de methoden
die hij het meest gebruikte, was de zogenoemde introspectie. De introspectieve waarnemer moest
zijn eigen gewaarwordingen, denkprocessen, motieven en gevoelens analyseren.
Freud/Psychoanalyse
Freud beperkt zich tot de verhoudingen tussen het Es, Ich en Über-Ich. Freud trachtte erachter te
komen hoe de persoonlijkheid van de mens in elkaar zit. Hij probeerde diepere oorzaken van gedrag
te achterhalen (psychoanalyse).
Wertheimer/Gestaltpsychologie
De gestaltpsychologie hield zich vooral bezig met de waarneming. Haar uitgangspunt was dat onze
waarneming gericht is op gestalten (gestalt = figuur). Een gestalt is die manier waarop een geheel is
opgebouwd uit verschillende elementen.
Watson/Behaviorisme
Een belangrijke stroming in de psychologie waarbij het leren, aan- en afleren, centraal staat is het
behaviorisme. Zij houdt zich uitsluitend bezig met waarneembaar gedrag en beperkt zich tot
controleerbare verklaringen. Watson zet zich af tegen alles wat subjectief en oncontroleerbaar is.
Belangrijke thema’s in het behaviorisme zijn het voorspellen en veranderen van gedrag. De omgeving
speelt de hoofdrol. Een andere vertegenwoordiger van het behaviorisme is Skinner.
Maslow/Humanistische psychologie
Een belangrijke motivatietheorie is die van Maslow. Hij gaat uit van de behoeften die de mens van
nature heeft en de bevrediging daarvan. De hogere behoeften willen zichzelf verder ontplooien. Dit is
een belangrijke basis voor intrinsieke motivatie, gedrag dat van binnenuit iemand motiveert. Maslow
behoorde tot de Amerikaanse stroming die we kennen onder de naam humanistische psychologie.
Ieder mens is een uniek wezen met een eigen vrije wil, en de wens zichzelf optimaal te ontplooien.
Heider – Tolman/Sociale psychologie – Cognitieve psychologie
Sociale psychologie
Bij sociale psychologie kun je denken aan agressie, stereotypie, beïnvloeding van anderen. De mens is
een sociaal wezen. Centraal staat hoe we anderen waarnemen. Sociale psychologie wil het
individuele gedrag, zoals gevoelens en gedachten, verklaren in sociale situaties.
Cognitieve psychologie
De cognitieve psychologie heeft een grote invloed binnen de sociale psychologie. Deze houdt zich
bezig met hogere mentale processen, zoals geheugen, waarnemen, leren en denken. De nadruk ligt
op de manier waarop mensen informatie verwerken. De cognitieve psychologie zet zich af tegen de
, benadering van het behaviorisme. De reden van deze afwijzing is dat het behaviorisme innerlijke,
mentale processen niet toestaat als verklaring voor gedrag. Bij de cognitieve psychologie gaat het
erom hoe je tot inzicht komt, hoe je denkt en hoe je iets aanpakt.
Tolman Voorloper van de cognitieve psychologie
Cognitieve systemen Cognitieve systemen maken de wereld ordelijk en voorspelbaar.
Extra Het Hawthorne-onderzoek