100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Oefenvragen tentamen FO& Recht €8,49   In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Oefenvragen tentamen FO& Recht

2 beoordelingen
 352 keer bekeken  20 keer verkocht

100 meurkeuze oefenvragen voor het tentamen van Forensische Orthopedagogiek en recht (inclusief antwoorden). Succes met leren!

Laatste update van het document: 2 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 26 oktober 2022
  • 26 oktober 2022
  • 18
  • 2022/2023
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (33)
Alle documenten voor dit vak (31)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: nthart3 • 2 jaar geleden

antwoorden kloppen soms niet, vragen vaag gesteld. wel heel goed om je zelf doen nadenken!

review-writer-avatar

Door: annelouise • 2 jaar geleden

avatar-seller
Sophiaavdehaas
Deel 1 twintig vragen
1. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van een Gedrags Beïnvloedende Maatregel?
A. Raad van de Kinderbescherming
B. Jeugdreclassering
C. Minister Veiligheid & Justitie
D. Gecertificeerde instelling

2. Hoe lang is een certificaat geldig van een Gecertificeerde instelling?
A. één jaar
B. twee jaar
C. drie jaar
D. Soms twee, soms drie jaar

3. Kan het kind uit huis worden geplaatst zonder dat het kind is gehoord?
A. Nee, op basis van artikel 9 en 12 van IVRK is dit niet mogelijk
B. Ja, alleen als het om een spoedmachtiging gaat
C. Ja, als de rechter dit noodzakelijk acht
D. Ja, als het kind maar binnen één week wordt gehoord

4. Welke instelling hoort niet bij de term vierpootinstellingen van kinderbescherming?
A. Strafrecht
B. Advieswerk
C. Jeugdreclassering
D. Voogdijwerk

5. Stelling I: Een familiegroepsplan moet aan het begin van de hulpverlening gemaakt
worden én bij verlenging
Stelling II: Minstens één keer per jaar moet het familiegroepsplan gekeken worden of het
moet worden bijgesteld
A. Alleen stelling I is juist
B. Alleen stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

6. Wie hebben er volgens artikel 811 inzage en afschriftrecht?
A. Ouders, pleegouders en minderjarigen >16 jaar
B. Ouders en minderjarigen >12 jaar
C. Ouders en pleegouders
D. Ouders, pleegouders en advocaat

7. Stelling I: De meldcode moet altijd in dezelfde stappen worden doorlopen
Stelling II: Professionals die werken met de meldcode grijpen 3x zo snel in
A. Alleen stelling I is juist
B. Alleen stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

,8. Bij welke kinderbeschermingsmaatregel past het Deltaplanmethode?
A. Uithuisplaatsing
B. Ondertoezichtstelling
C. Voorlopige voogdij
D. Gezagsbeëindiging

9. Zet deze gebeurtenissen op volgorde van vroeg naar laat
1= Adolescentenstrafrecht
2= Beginselenwet
3= Verdrag van Lanzarote
4= Grooming strafbaar in Nederland
5= PIJ-maatregel ingevoerd

10. Stelling I: Alleen op basis van de ‘ernst’ van het gepleegde feit is het voldoende om het
volwassenenstrafrecht toe te kunnen passen bij een minderjarige.
Stelling II: Een bijkomende straf kan zowel afzonderlijk als samen met een hoofdstraf of
andere bijkomende straf worden opgelegd
A. Alleen stelling I is juist
B. Alleen stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

11. Wat is waar over het verschil tussen PIJ-maatregel en GBM?
A. Bij een PIJ-maatregel moet advies van twee gedragswetenschappers gevraagd worden en
bij GBM maar van één gedragwetenschapper
B. Bij een PIJ-maatregel kan wel gratie verleend worden, bij een GBM niet
C. Een GBM is vrijheidsbenemend, een Pij-maatregel vrijheidsbeperkend
D. Een GBM wordt vaker ingezet dan een PIJ-maatregel

12. In beginsel is een bijkomende straf niet met een maatregel mogelijk. Echter zijn hier
uitzondering op bij twee overige maatregelen, welke twee?
A. Onttrekking aan het verkeer en ontneming wederrechtelijke voordeel
B. Ontneming wederrechtelijk voordeel en schadevergoedingsmaatregel
C. Onttrekking van verkeer en schadevergoedingsmaatregel
D. Ontneming wederrechtelijk voordeel en vrijheidsbeperkende maatregelen

13. Stelling I: In een JJI zitten ook personen >21 jaar die veroordeeld zijn voor tbs
Stelling II: In een JJI kan je ook minderjarigen zien met machtiging voor gesloten jeugdhulp
A. Alleen stelling I is juist
B. Alleen stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

14. Welke stelling is niet waar?
A. Ook kinderen >12 jaar kunnen vervolgd worden voor Kinderpornografie
B. Er bestaan wetsartikelen waarin cyberpesten specifiek strafbaar wordt gesteld
C. Er is een toename te zien in financiële fraude op internet

, D. Steeds meer jeugdigen krijgen een Halt-straf voor sexting
15. Wat is het verschil tussen jeugdhulp en kinderbescherming?
A. Kinderbescherming is vanuit het gedwongen kader
B. Jeugdhulp wordt gedaan door GI, kinderbescherming door RvdK
C. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor jeugdhulp, ministers voor kinderbescherming
D. Onder kinderbescherming valt ook specialistische hulp, onder jeugdhulp niet

16. Stelling I: Een medezeggenschap geldt alleen bij meer dan vijf werknemers
Stelling II: Een cliëntenraad kan een verzoekschriftprocedure bij de kantonrechter indienen
tegen een Gecertificeerde instelling
A. Alleen stelling I is juist
B. Alleen stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

17. Wanneer kan alsnog hulpverlening gestart worden bij minderjarige >12 jaar zonder
toestemming van ouders?
A. Wanneer hulp nodig is om ernstig nadeel te voorkomen
B. Wanneer jeugdige na weigering van ouders de hulp weloverwogen blijft wensen
C. Zowel A als B
D. Dit is nooit toegestaan, tot 15 jaar moeten ouders ook toestemming geven.

18. Zet op volgorde van eerst naar later in de tuchtrechtspraak:
1= Doorhaling
2= Berisping
3= Waarschuwing
4= Schorsing

19. Stelling I: Als twee mannen trouwen en een kind krijgen, hebben ze beide het gezag
Stelling II: Als twee vrouwen trouwen en een kind krijgen, hebben ze beide het gezag
A. Alleen stelling I is juist
B. Alleen stelling II is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

20. Wat is het verschil tussen meldcode en afwegingskader?
A. Afwegingskader is verplicht, meldcode niet.
B. Meldcode is alleen in Nederland, afwegingskader is wereldwijd.
C. Meldcode moet vast worden gelegd in dossier, afwegingskader niet.
D. Afwegingskader is voor professionals, meldcode is er voor iedereen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sophiaavdehaas. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73216 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49  20x  verkocht
  • (2)
  Kopen