Hoorcolleges JCJB
Inhoud
HC1: Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming; cijfers, informanten & definities...............................2
HC1a: Jeugdcriminaliteit.................................................................................................................2
HC1b: Jeugdbescherming...............................................................................................................3
HC2: Ontwikkelings- en levensloop criminologie................................................................................9
HC3: Neurobiologie en criminaliteit.................................................................................................16
HC3a: Neurobiologie en gedragsproblemen.................................................................................16
HC3b: Biomarkers van antisociaal gedrag.....................................................................................18
HC4: Jeugdgroepen, bendes en geweld............................................................................................22
HC5: Jonge aanwas in georganiseerde criminaliteit: De rol van familie...........................................29
HC6: Cybercrime en meisjes.............................................................................................................35
HC6a – Online deviant gedrag en cybercrime...............................................................................35
HC6b – Meisjes in JeugdzorgPlus..................................................................................................37
HC7: LVB en vroegkinderlijk trauma.................................................................................................41
HC8: Cultuur en delinquentie...........................................................................................................48
HC5
Voor tentamen:
Meta-analyses – risico/beschermende factoren
Risicofactoren in verband tot kindermishandeling, specificatie van kindermishandeling is niet
specifiek nodig, behalve als er een uitzonderlijk verband is.
Geheim van Mallorca à life course persistent/adolescence limited à Weten we nog niet, want we
weten de achtergrond nog niet
Schrijfopdr 4: Niet voldaan als onderdelen missen – toepassing theorie bij verband – 4
wetenschappelijke bronnen
,HC1: Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming; cijfers, informanten &
definities
Jessica Asscher
HC1a: Jeugdcriminaliteit
Wat is jeugdcriminaliteit?
- Veelomvattend (bewust/niet bewust)
- (sociale of culturele) context gebonden (in welke context wordt iets gezien als
criminaliteit/strafbaar gedrag) à hierbij hebben wij vaak een westerse bril op, terwijl er in
andere culturen andere normen heersen
- variabel over tijd (vroeger was het normaal om te slaan, nu is dat strafbaar)
Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor strafbaar gedrag van minderjarigen. Denk aan
vernieling, winkeldiefstal, zware mishandeling en moord, zodra een delict is gepleegd door een
minderjarige betreft het jeugdcriminaliteit. In Nederland kan niemand worden vervolgd voor
strafbare feiten gepleegd voor zijn twaalfde jaar.
Profielen jeugdige delinquenten:
Experimenteerder: iemand die het voor het eerst doet
Risicojongere: iemand die drie keer iets heeft gedaan
Veelpleger: meer dan drie keer iets gedaan
Zeer actieve veelpleger: herhaaldelijk in contact met politie, jeugdbescherming ingeschakeld,
in contact met de delinquente gedragingen waar de media over schrijft
Feiten en cijfers: zie slides hoorcollege
Conclusie: cijfers en feiten fluctueren, wordt zowel gezegd dat het toeneemt als daalt, ligt
aan de bron.
Van 2006 en 2011 is de recidiveprevalentie gedaald van 60% naar 55%. Vanaf 2011 stijgt de
recidive onder ex-JJI-pupillen tot 63% onder de in 2015 vrijgekomen jeugdigen.
Dus: werk aan de winkel dus voor de toekomst, oftewel de aangeboden justitiële
interventies.
Hoe te meten
Verschillende bronnen:
Politie/justitie data:
Zeggen niet altijd veel over daadwerkelijke toe/afname van jeugddelinquentie
Worden beïnvloed door aangiftebereidheid van slachtoffers en getuigen (fietsen die worden
gestolen, wordt geen aangifte meer voor gedaan, want wordt niks mee gedaan)
Worden beïnvloed door beleidsprioriteiten (bij welk delinquent gedrag legt de overheid hun
prioriteit? Momenteel voor drillrap bv.)
‘Dark number’ is hoog: slechts 6 a 7% van jongeren die aangeven over de schreef te zijn
gegaan komt in aanraking met de politie (wat in de media komt, is maar een deel van de
jeugdcriminaliteit)
Zelfrapportage
Slechts een beperkt aantal delicten wordt opgenomen (niet elk delict komt voor op de
lijst/enquete, dus is niet representatief)
, Daders worden moeilijk bereikt
Geen representatief beeld van ernstige delicten (minst betrouwbaar bij geweldsdelicten)
Onderrapportage (vooral bij bepaalde etnische groepen Junger, 1990)
Zelfrapportage kan je meer inzicht geven, maar is wellicht niet volledig
Slachtoffer enquetes
Betrouwbare en valide manier om gegevens over criminaliteitsincidentie te verzamelen
Weinig informatie over de daders
Moord en doodslag, slachtofferloze en seksuele delicten zijn niet of slecht vertegenwoordigd
Geen gegevens over slachtoffers < 15 jaar
Factoren die criminaliteitscijfers beïnvloeden
(jeugd)Werkloosheid
Mate van toezicht
Meldingsbereidheid
Politiecapaciteit
Beleidsprioriteiten
Wet en regelgeving (alcoholverbod)
Oorzaken jeugdcriminaliteit
Combinatie van perspectieven:
Aanleg (niet de gevolgen kunnen inzien van je gedrag)
Leren (van peers, ouders)
Directe omgeving 54r
Woonbuurt
Bredere sociale context
HC1b: Jeugdbescherming
Jeugdbescherming komt om de hoek kijken wanneer problematiek dusdanig ernstig is dat de kind
veiligheid en kind ontwikkeling ernstig bedreigd worden, waardoor justitieel ingrijpen noodzakelijk is
of dreigt.
Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming samen
Zijn werkveld van de Forensische orthopedagogiek
Justitieel ingrijpen is aanwezig of dreigt
Via civiel (jeugdbescherming) –
Of strafrechtelijke weg
Nauwelijks los van elkaar te zien (zie docu)
Kindermishandeling (begrip van de definitie, geen leerstof):
“...elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke,
psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige
in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor
ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van
fysiek of psychisch letsel” (Wet op de Jeugdzorg, artikel 1, lid m).
Typen:
Seksueel misbruik
, Fysieke mishandeling
Emotionele mishandeling
Andere mishandeling
Fysieke verwaarlozing
Andere vormen van lichamelijke verwaarlozing, onachtzaamheid
Verwaarlozing van onderwijs
Overige emotionele verwaarlozing (ruzie tussen ouders, waar kind de dupe van is)
Overige vormen van mishandeling
Informanten scholen die rapporteren:
Emotionele verwaarlozing als meest ervaren kindermishandeling
Scholierenonderzoek:
Psychologische agressie door ouders als meest ervaren kindermishandeling