Compendium Hoofdstuk 18
Verbintenis
Wat is een verbintenis?
• Klassieke betekenis: vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer bepaalde
personen waarbij de een tot een bepaalde prestatie is gerechtigd waartoe de ander verplicht is.
• Verplichting <—> vorderingsrecht = opeisbaar
• Behalve de natuurlijke verbintenis art. 6:3 BW
• Kale verplichting: geen verbintenis
• Tegenover verplichten van de een staat geen vorderingsrecht van de ander
• Schending van een verbintenis wordt wanprestatie genoemd
Compendium Hoofdstuk 20
Hoe ontstaat een verbintenis?
• Uit de wet art. 6:1 BW
• Direct uit de wet
• Onrechtmatige daad (titel 6.3)
• Zaaksvorming (6:198 BW)
• Onverschuldigde betaling (6:203 BW)
• Ongerechtvaardigde verrijking (6:212 BW)
• 6:24, 6:271 BW
• 6:74 BW
• 6:10, 6:33. 6:36 BW
• Indirect uit de wet
• Wilsverklaring van de bij een rechtshandeling betrokken partijen (3:33, 3:35, 6:248. Lid 1
BW)
• Gewoonte (6:248 lid 1 BW)
• Redelijkheid en billijkheid (6:2, 6:248, 3:12 BW)
• 6:3 lid 2 sub b BW
• Rechterlijke uitspraken
• Stelsel van de wet
• Rechtspraak
Compendium Hoofdstuk 19
Natuurlijke verbintenis
• Rechtens niet afdwingbare verbintenis (6:3 lid 1 BW)
• Debiteur heeft een verplichting, de crediteur een daarmee corresponderend recht —> aan dit
recht ontbreekt een rechtsvordering
• Bestaat in twee gevallen (lid 2):
• Wanneer de wet of een rechtshandeling aan een verbintenis de afdwingbaarheid onthoudt
• Wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige
aard dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar maatschappelijke
opvatting als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden
aangemerkt.
Compendium Hoofdstuk 29
Compendium Hoofdstuk 30
Overeenkomst
• Meerzijdige rechtshandeling waarbij door op elkaar aansluitende wilsverklaringen van partijen
tussen hen rechtsgevolgen ontstaan
Totstandkoming overeenkomst art. 6:217 BW
• Aanbod
• Wil
, • Verklaring
• Aanvaarding
• Wil
• Verklaring
• Aanbod moet bepaalbaar zijn (art. 6:227 BW)
• Essentiële elementen waarbij ook de rol van de acceptant een rol speelt (HR Ho and-
Hennis), zoniet —> onvolledig aanbod = uitnodiging tot het doen van een aanbod
• Aanbod kan worden herroepen (art. 6:219 BW)
• Denk aan het verschil van intrekken:
• Intrekken —> 3:37 lid 5 BW: verklaring trek je in waardoor er geen rechtshandeling tot
stand komt
• Is er wel een rechtshandeling: dan kijk je of deze herroepen kan worden, 6:219 BW
(allemaal gericht op aanvaarding)
Aanvaarding
• Eenzijdig gerichte rechtshandeling
• Zij geschiedt in beginsel vormvrij (3:37 lid 1 BW)
• Twee eisen:
• Zij moet inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen
• Zij moet gedaan zijn op een moment waarop het aanbod nog van kracht was
Verval van het aanbod
• Door herroeping (6:219 lid 1 BW)
• Kan niet meer herroepen indien (lid 2):
• Het aanbod is aanvaard
• Al aan een aanvaardingsmededeling is verzonden
• 6:217 lid 2 BW
• Door tijdsverloop
• 6:221 lid 1 BW —> aanbod waarin geen tijd is ingesteld. Bijvoorbeeld mondeling aanbod
vervalt wanneer het niet onmiddellijk wordt aanvaardt
• Aanbod waarin wel een tijd is ingesteld —> vervalt door het verstrijken van de termijn (6:217
lid 2 en 3:38 lid 1 BW)
• Doordat het wordt verworpen (6:221 lid 2 BW)
Compendium Hoofdstuk 3
Rechtshandeling, titel 3.2
• Art. 3:33 BW: wil + verklaring (art. 3:37 BW)
• Maar er kan sprake zijn van discrepantie van de wil en verklaring:
1. Wil en verklaring stemmen niet met elkaar overeen
2. Wil en verklaren stemmen op het moment van sluiten wel overeen maar dat komt door
een geestelijke stoornis
• Eenzijdige rechtshandeling
• Slechts een partij betrokken
• Meerzijdige rechtshandeling
• Wordt tot stand gebracht door twee of meer partijen
• Iedere rechtshandeling kan onder een tijdsbepaling of onder een voorwaarde worden verricht,
tenzij uit die wet of de aard van de rechtshandeling anders voortvloeit (3:38 lid 1 BW)
• Tijdsbepaling: de werking van een rechtshandeling wordt afhankelijk gesteld van een
toekomstige gebeurtenis die zeker zal intreden
• Voorwaarde: de werking van de rechtshandeling wordt afhankelijk gesteld van een
toekomstige gebeurtenis waarvan niet zeker is of hij zal intreden
Totstandkoming gebaseerd op dubbele grondslag
• 3:35 BW —> waarde toegekend aan het bij de wederpartij opgewekte vertrouwen
• Geopenbaarde wil (3:33 BW)
• Wil moet in verklaring zijn geopenbaard
• Verklaring is in beginsel vormvrij (3:37 BW)
fl
, • Het opgewekte vertrouwen (3:35 BW)
• Te goeder trouw
• De wederpartij moet gerechtvaardigd hebben vertrouwd op een door de ander gewekte
schijn
• Gevolg: op grond van art. 3:35 jo. 3:33 BW is de rechtshandeling geldig tot stand
gekomen
• Rechtshandeling komt tot stand op het moment waarop de wilsverklaring haar werking verkrijgt
(3:37 lid 3 BW)
• Hoofdregel: de verklaring werkt vanaf het moment waarop zij degene tot wie zij is gezegd
heeft bereikt
• Nuancering: een verklaring die degene tot wie zij is gericht niet of tijdig bereikt, heeft
desondanks haar werking, indien dit niet of niet tijdig bereiken voor risico van de
geadresseerde komt
• Verklaring kan worden ingetrokken als de tweede verklaring de geadresseerde eerder of
gelijktijdig met de eerste verklaring bereikt (3:37 lid 5 BW)
Discrepantie wil en verklaring
• Wil is niet gelijk aan verklaring —> rechtshandeling is nietig
• Inhoud van verklaren berust op verspreking
• Inhoud wordt onjuist overgebracht
• Inhoud van de verklaring wordt door partijen verschillend opgevat (misverstand)
• HR Bunde/Erckens + criteria
• Verklaring richt zich op een verkleed persoon (dwaling)
• Rechtsgevolg —> nietige rechtshandeling
• Tenzij wederpartij een beroep kan doen op art. 3:35 BW —> gerechtvaardigd vertrouwen.
Geestelijke stoornis: art. 3:34 BW
• Bestaande geestelijke stoornis
• Verband tussen de stoornis en de verklaring
• Stoornis belette een redelijke waardering van de belangen
• De verklaring is onder invloed van de stoornis gedaan
• Nadeel dat het te voorzien was
• Gevolg rechtshandig is vernietigbaar (3:34 lid 2 BW)
• Eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling is nietig (3:34 lid 2 BW)
• Tenzij wederpartij een beroep kan doen op art. 3:35 BW —> gerechtvaardigd vertrouwen.
Wilsvertrouwensleer/gerechtvaardigd vertrouwen (3:35 BW)
Voorwaarden:
• Schijn gewekt
• Subjectief vertrouwen van de wederpartij
• Vertrouwen van jouw eigen persoon, meer een mening
• Objectief vertrouwen is wat een ander vindt, meer feitelijk
• Objectief (gerechtvaardigd) vertrouwen
• Bij twijfel of groot nadeel voor de ander: onderzoeksplicht. Anders ben je niet te goeder
trouw art. 3:11 BW —> geen beroep op 3:35 BW toegestaan
Soms geen beroep op 3:35 BW mogelijk:
• Niet te goeder trouw art. 3:11 BW
• Onderzoeksplicht (HR Hajziani)
• Een beroep op 3:35 BW is in strijd met de redelijkheid en billijkheid
• Geestelijke stoornis
• Geen nadeel tegenover ernstige gevolgen (HR Westho /Spronssen)
Compendium Hoofdstuk 4
Vertegenwoordiging
• De als vertegenwoordiger optredende persoon wordt geen partij bij de rechtshandeling, maar
‘valt ertussenuit’. Het is de vertegenwoordigde die bij de rechtshandeling partij wordt, nu de bij
wege van vertegenwoordiging verrichte handeling aan hem wordt toegerekend
• Middellijke vertegenwoordiging: de tussenpersoon verricht in eigen naam een rechtshandeling
voor rekening van een ander
ff
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ambertijdhof. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.