Kennismaking Onderzoeksmethoden en Statistiek
(KOM)
Een samenvoeging van aantekeningen, college slides, werkgroep discussies en Grasple lessen.
- Main points cursushandleiding KOM:
Stel jezelf, of elkaar, vragen:
● Waar ging dit college of dit hoofdstuk uit het boek over?
● Hoe sluit dit aan op het vorige college of het vorige hoofdstuk?
● Met welke fase van de Theorie Data Cyclus(TDC) heeft dit te maken?
● Wat zijn de belangrijkste begrippen en hoe herken ik deze concepten in onderzoek
dat bijvoorbeeld in artikelen is beschreven?
● Dus neem afstand, verbind zaken met elkaar, vergelijk ze, benoem overeenkomsten
en verschillen. En niet onbelangrijk: schrijf begrippen zelf een keer op of spreek ze
een keer hardop uit.
- Leerdoelen:
Na afronding van de cursus ben je bekend met en kun je toepassen
• de Theorie DataCyclus
• de onderzoeksvraag als uitgangspunt voor onderzoek
• de belangrijkste wijzen van onderzoek doen in de sociale wetenschappen
• de consequenties van keuzes die onderzoekers maken bij de opzet van hun
onderzoek voor de resultaten van onderzoek
• de wijze waarop gerapporteerd wordt over sociaal wetenschappelijk onderzoek
Inhoudsopgave
Hoorcollege K1 3
Kwalitatief onderzoek 3
Hoorcollege K2 7
Hoorcollege K3 9
Hoorcollege C1 11
Correlationeel onderzoek 11
Hoorcollege C2 14
Hoorcollege C3 16
Experimenteel onderzoek 18
Hoorcollege E2 20
Hoorcollege E3 22
Hoorcollege I1 24
Integriteit 24
Responsiecollege 26
Begrippenlijst 27
1
,Kwalitatief onderzoek
Hoorcollege Intro
Als maker van een onderzoek ben je een producent. Als je de data van een
wetenschappelijk onderzoek gaat lezen, evalueren en interpreteren ben je een consument.
- Bronnen van informatie:
● Intuïtie; gevoel
● Ervaringen
● Autoriteit
● Wetenschap
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek:
1. Empirisch; gebaseerd op systematische waarnemingen.
2. Controleerbaar; a.d.h.v. onderzoeksopzet, bronnenlijst enz.
3. Probabilistisch (de mogelijkheid bestaat); het feit dat er een mogelijkheid bestaat dat
iets wel of niet zo is.
Drie soorten onderzoek als er gebruik gemaakt wordt van empirische methode:
1. Fundamenteel(basic)= het doel is vergroten van algemene kennis.
2. Toegepast(applied)= het gaat om een praktisch probleem, dit wordt
uitgevoerd in de ‘real-world context’.
3. Translational= onderzoekers gebruiken de kennis uit fundamentele en
toegepaste onderzoeken om toepassingen en ontwikkelen en te testen.
Onderzoeksontwerp
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
● Kwalitatief; vaak interviews/enquêtes. “Open vragen”.
● Kwantitatief; alles wat direct meetbaar is in al bestaande waarden.
Getalsmatig.
- Hoe worden de gegevens verzameld?
2
,Hoorcollege K1
Kwalitatief onderzoek
Voornaamste doelen van kwalitatief onderzoek:
● sociale fenomenen begrijpen vanuit hun natuurlijke context.
● empirische patronen vinden.
● startpunt voor theorievorming.
○ Niet via literatuur, maar zelf het veld in gaan.
○ Aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie.
De onderzoeker …
1. is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
2. heeft een contextuele benadering.
a. Het kan alle kanten op gaan.
3. zorgt ervoor dat het perspectief van de respondenten centraal staan.
4. probeert a.d.h.v. specifieke observaties..
a. de sociale werkelijkheid te beschrijven in al haar diversiteit.
b. naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande
theorieën aanpassen.
Meestal heb je op voorhand niet een theorie.
➢ Inductie= 1. Onderzoek ⇢ 2. Theorie.
○ Via specifieke observaties wordt gezocht naar algemeenheden die nieuwe
theorieën vormen of
bestaande theorieën
aanpassen.
○ Resultaat is een
voorlopige theorie.
➢ Deductie= 1. Theorie ⇢ 2.
Onderzoek.
○ Afleiden van specifieke
toetsbare verwachtingen
vanuit (voorlopige)
theorie.
○ Vergelijken van deze
verwachtingen met
empirische gegevens.
Theorie-data cyclus
Het SPICE-acroniem
↳ Elementen waaraan je een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek aan kunt
herkennen.
S = Setting, waar?
P = Perspective; wie?
I = Interest; in welke sociaal fenomeen zijn we geïnteresseerd?
(C) = Comparison; wordt er een vergelijking gemaakt?
E = Evaluation; welk resultaat?
3
, Het kwalitatieve interview
Vragen over:
● ideen
● motieven
● ervaringen
● (gedragingen)
met betrekking tot een sociaal fenomeen.
- De geïnterviewde is een..
● Informant, of
● Respondent
- Drie soorten interviews:
1. Ongestructureerd; de inhoud, volgorde en formulering van vragen
antwoordopties hangen af van het verloop van het interview.
2. Semi-gestructureerd; er is een topiclijst, maar de inhoud, volgorde en de
formulering van de vragen hangen af van het verloop van het interview.
3. Gestructureerd; alles wordt van tevoren vastgelegd.
● Grijs = Talmatig/survey
● Blauw = Kwalitatief interview
Steekproeven
In de meeste onderzoeken is de populatie (iedereen waarover je iets wilt zeggen) zo groot
dat het eigenlijk onmogelijk is om iedereen in de populatie te onderzoeken. Dus door een
deel van de populatie te onderzoeken kunnen onderzoekers begrijpen hoe het sociale
fenomeen waarin ze geïnteresseerd zijn werkt. Dat deel noem je een steekproef.
Twee verschillende steekrpoeven:
● De subjecten worden geheel willekeurig (op toevalsbasis) uit de populatie getrokken.
In dit geval spreken we van een aselecte steekproef.
● Er is geen sprake van willekeur of toevalsbasis; óf de onderzoekers óf de subjecten
maken deel uit van het selectieproces. In dit geval spreken we van een selecte
steekproef.
Bij een kwalitatief onderzoek is het doel om bepaalde kenmerken zo veel mogelijk in de
steekproef terug te laten komen. Dit zijn vaak kenmerken die voor het onderzoek relevant
zijn. Dat wil zeggen dat de onderzoeker de verschillende meningen/ervaringen etc. die in de
populatie bestaan ook in de steekproef terug ziet.
Daarom wordt er bij kwalitatief onderzoek vaak gebruik gemaakt van een selecte steekproef.
- Soorten selecte steekproeven:
1. Doelgerichte steekproef(purposive sample)
a. In kwalitatief onderzoek is de onderzoeker vaak opzoek naar een
selecte groep mensen die een specifieke bijdrage kunnen leveren aan
een beter begrip van hetgeen onderzocht wordt. De onderzoeker kan
bijvoorbeeld opzoek zijn naar mensen met een bepaald
opleidingsniveau of seksuele voorkeur, of naar mensen die een
specifieke mening of ervaring hebben.
b. In deze situaties kan de onderzoeker ervoor kiezen een doelgerichte
steekproef te gebruiken. De onderzoeker gaat dan op zoek naar juist
die mensen die aan deze specifieke voorwaarden voldoen.
c. Zoals gezegd is het bij kwalitatief onderzoek van belang om de in de
populatie bestaande verschillen tussen mensen die voor het
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Roos2125. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.