Goederenrecht:
De kandidaat beschrijft het onderscheid tussen het goederenrecht en het
verbintenissenrecht.
Goederenrecht: hier gaat het over de relatie tussen de burger en een goed.
- Je bent een eigenaar van jou eigendom, het gaat over iets dat je kan vastpakken
zoals een boek.
Verbintenissenrecht: hier gaat het over twee of meerdere personen met betrekking tot hun
vermogen.
- Het gaat over de plichten dat de 1 heeft te opzichte van de ander
- Bijvoorbeeld ik koop een brood in de bakkerij, het gaat over de relatie tussen koper
en verkoper
De kandidaat stelt aan de hand van een voorbeeld vast of er sprake is van een
absoluut of een relatief recht.
Absoluut recht: dit zijn rechten die iemand heeft over een goed, ik heb een pen en ik mag
zelf bepalen of dit uitleen, verkoop enzovoort.
Dit zijn absolute rechten:
- eigendom
- erfdienstbaarheid
- erfpacht
- recht van opstal
- vruchtgebruik
- appartementsrecht
- pandrecht
- hypotheekrecht kenmerken van absolute rechten:
Relatief recht: dit gaat tussen meerdere personen, bijvoorbeeld een koop overeenkomst.
rechten die iemand heeft ten opzichte van een ander, bijvoorbeeld met de bakker, de bakker
heeft het zeggenschap over het brood dat hij verkoopt. Hij heeft dan de rechten om hem te
kunnen verkopen en deze heeft de koper niet.
- jantje koopt een brood bij de bakker. De bakker geeft een brood en jantje geeft het
geld.
- relatie tussen personen beschrijven met betrekking tot vermogen
Wat is het grote verschil tussen relatieve en absolute rechten?
- Relatief is verbintenissenrecht
- Absoluut is goederenrecht
- Denk bij het verschil aan goederen en verbintenissen recht
- Absoluut gaat meer over eigendom en relatief gaat meer over de juridische relatie
, De kandidaat onderbouwt voor een situatie van welk soort goed(eren) er sprake is (een
zaak, een vermogensrecht, een registergoed, een niet-registergoed, een roerende
zaak, een onroerende zaak.
Een zaak: je bent er de baas over en je kan het vastpakken, mijn laptop bijvoorbeeld, maar
een mens is geen zaak je kunt het wel vastpakken maar je bent er niet de baas over. Art. 3:2
BW
Vermogensrecht: dit is overdraagbaar. Jij krijgt deze auto en in ruil krijg ik een geld bedrag.
Art. 3:6 BW
Registergoed: dit zijn goederen die tijdens de overdracht moeten worden opgenomen in de
door daar bestemde registergoed. Art. 3:10 BW
Niet-registergoed: dit hoeft niet te worden opgenomen in het register.
Roerende zaak: dit kan bewegen, zoals een auto. Art. 3 lid 2 boek 3
Onroerende zaak: bijvoorbeeld een huis, het kan niet bewegen. Art. 3 lid 1 boek 3
De kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze voldoet aan de vereisten voor
overdracht.
Eisen:
- goede levering, bijvoorbeeld het over geven van een sleutel
- Geldige titel, bijvoorbeeld een koopovereenkomst
- Bevoegdheid om het uitvoeren, je moet wel de eigenaar zijn om iets te mogen
overdragen. Als je geen eigenaar bent dan is het niet van jou en dus geen geldige
overdracht.
Art. 3:84 BW
De kandidaat onderbouwt voor een situatie op welke wijze de levering van goederen
(roerende en onroerende zaken en vermogensrechten) plaatsvindt (leveringen van art.
3:115 BW worden niet getoetst).
Levering roerende zaken: vereisten: je moet de bezitter zijn. Art. 3:90 BW
Levering onroerende zaken: vereisten: tussen de partijen opgemaakte notariële akte, een
inschrijving tot de daar toe bestemde registers. Dit is dus een levering van bijvoorbeeld een
huis. Art. 3:89 BW
Vermogensrechten: rechten die op vermogen overdraagbaar zijn (je betaald dus geld voor
iets en dan krijg je het) art. 3:6 BW
Vorderingen aan toonder: je koopt een kaartje bij de bioscoop, en je laat deze zien
daardoor mag je naar binnen. Art 3:93 BW
Vordering op naam: deze worden geleverd door een ondertekende akte van cessie (hierbij
draag je iets over aan de ander zodat jij er onder uit bent, de vordering die ik heb draag ik
over aan de ander) en mededeling aan de schuldenaar (De naam van de gene is bekend
waarvan je nog iets moet krijgen) art. 3:94 BW
Vordering aan order: worden geleverd door middel van een endossement (je hebt op de
achterkant van een briefje geschreven dat als jij dood bent dat het geld mag worden betaald
aan order (iemand anders) en bezitsverschaffing. Art. 3:93 BW
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoukR19. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.