1.1 De kandidaat onderbouwt of het betreffende orgaan (op centraal of decentraal
niveau) belast is met wetgeving, uitvoering (bestuur) of rechtspraak wetgevende
macht:
Wetgevende macht: Parlement en gemeenteraad en provinciale staten (en regering)
Uitvoerende macht: lokaal bestuur, politie, openbaar ministerie (en regering)
Rechtelijke macht: rechtspraak en de hogere raad
Centraal niveau: hierbij kan de beslissing maar gemaakt worden door een bepaalde
groepen of personen
Decentraal niveau: hierbij kan de beslissingsbevoegdheid worden verspreid onder
verschillende groepen/personen
3.2 De kandidaat besluit voor een wet/rechtsregel of deze behoort tot het algemene
bestuursrecht (Wet op de Raad van State, Wob, Wet Bibob, de Beroepswet, Wet
Nationale ombudsman
Algemeen bestuursrecht:
Hier vind je regels die gelden voor alle verschillende bestuurstaken zoals
- Vreemdelingenzaken en niet specifiek vreemdelingenrecht
- Geen specifieke dingen zoals milieurecht enzovoort
3.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie op basis van een algemeen principe
welke wettelijke regeling van toepassing is
Hoge regelgeving gaat voor lage regelgeving,
Bijzonder gaat voor algemeen
Nieuw gaat voor oud
5.1 De kandidaat past voor een eenvoudige situatie de centrale begrippen uit de Awb
toe
Bestuursorgaan: een orgaan dat krachtens publiek recht is ingesteld en een ander persoon
of ander college dat met enig openbaar gezag is bekleed
Belanghebbende: iemand die rechtstreeks betrokken is bij een besluit
Besluit: een schriftelijke beslissing gemaakt door een bestuursorgaan die krachtens
prubliekrechtelijk is ingesteld
, 1.2 De kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder de bestuurslaag rijk,
provincie of gemeente valt, dan wel een zelfstandig bestuursorgaan is.
De bestuursorganen van de volgende dik gedrukte koppen zijn:
Rijk:
- Ministers
- Regering
Provincie:
- Commessaris van de koning
- Gedeputeerde staten
- Provincionale staten
Gemeente:
- Burgemeester
- Het college van B&W
- Gemeenteraad
Zelfstandig bestuursorgaan:
- Duo
- UWV
2.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie op grond van welke wettelijke bepaling
een overheidsorgaan mag optreden (legaliteitsbeginsel).
Legaliteitsbeginsel wat is dat:
- Het beginsel dat elke bevoegdheid haar basisi moet vinden in de wet
- Het moet dus te vinden zijn in de wet
Specialiteitsbeginsel wat is dat:
- Dit houdt in dat de bestuursorgaan zijn bevoegdheid alleen mag gebruiken waarvoor
deze bestemd is.
3.3 De kandidaat stelt voor een situatie vast of er sprake is van attributie, delegatie of
mandaat.
Wat is attributie:
- Hierbij wordt de bevoegdheid rechtstreeks door de wet toegekend aan een
bestuursorgaan
Wat is delegatie:
- Hierbij draag je je bevoegdheid over aan een ander waarbij de ander dit nu ook
zelfstandig gaat uitvoeren
Wat is mandaat:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoukR19. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.