Samenvatting J Wonen
Verbintenissenrecht
H1 Verbintenissenrecht: plaatsbepaling
1.1 Inleiding
Verbintenis = iets wat je volgens het recht verplicht bent om te doen of laten. Doen en laten noem je
een prestatie. Het is van belang dat de prestatie op geld waardeerbaar is.
Bij een verbintenis zijn twee partijen betrokken. De ene partij heeft recht op iets, waartoe de andere
partij verplicht is. Verbintenissen moeten worden nagekomen. Doe je dit niet, dan ben je
aansprakelijk voor de gevolgen.
“Een verbintenis is een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht is
tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft.”
Een verbintenissen ontstaan op twee manieren: uit de wet of uit overeenkomst.
1.2 Verbintenissen uit overeenkomst
Een overeenkomst is niets anders dan een afspraak tussen twee partijen. Een overeenkomst komt
tot stand door een aanbod en een aanvaarding. Uit het aanbod en de aanvaarding moet blijken dat
de wil van de twee partijen overeenstemt. Er moet dus sprake zijn van een wilsovereenstemming.
Tenietgaan van een verbintenis = Als een verbintenis wordt nagekomen, houdt het op met bestaan.
Rechtssubjecten = Dragers van rechten en plichten.
Schuldeiser = De partij die recht heeft op een prestatie.
Schuldenaar = De partij die de prestatie moet verrichten.
Tekortkoming in de nakoming:
Wanneer een verbintenis niet goed wordt nagekomen, noemen we dit wanprestatie. Wanprestatie is
een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Het verbintenissenrecht regelt wie er
aansprakelijk is voor de schade die lijdt door een tekortkoming in de nakoming.
De prestatie is het object van de verbintenis en kan bestaan uit een doen of nalaten. De prestaties
om iets te doen kunnen bestaan uit: betaling van een geldsom, levering van een goed of het
verrichten van een dienst, of een combinatie hiervan.
Een verbintenis kan ook een verplichting inhouden om iets te laten. De prestatie bestaat dan niet uit
een doen, maar uit een nalaten. Voorbeeld: Na je dienstverband mag je niet, gedurende een
bepaalde periode, bij een concurrerend bedrijf gaan werken. In dat geval ben je, na beëindiging van
je dienstverband, verplicht om iets te laten.
1.3 Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad
Figuur 1.4 Bron van de verbintenis: onrechtmatige daad
Plicht Recht
Verbintenis
Jij
Object/Prestatie: Betalen Eigenaar auto
Schuldenaar
schadevergoeding Schuldeiser
(Schade = kosten herstel)
Verschil tussen overeenkomst en uit de wet onrechtmatige daad:
Bij een overeenkomst tussen twee partijen ontstaat er doorgaans twee verbintenissen, terwijl bij een
onrechtmatige daad meer één verbintenis ontstaat.
,WA-verzekering = een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid.
Een WA-verzekering biedt geen dekking wanneer je expres met je fiets op de auto zou inrijden of de
vaas opzettelijk te pletter zou hebben gegooid. De verzekeraar bepaald in de algemene voorwaarden
van de verzekeringsovereenkomst dat alleen de schade wordt uitbetaalt als het onopzettelijk wordt
veroorzaakt.
Het opzettelijk veroorzaken van schade (vernielen) is strafbaar. Onopzettelijke vernieling is niet
strafbaar.
Bij een onrechtmatige daad speelt, anders dan bij een overeenkomst, de wil van de pleger van de
daad of die van de benadeelde geen rol. Het is de feitelijke handeling die, in combinatie met de
wettelijke bepaling, de verbintenis doet ontstaan.
1.4 Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
Rechtmatige daden zijn: onverschuldigde betaling, zaakwaarneming en ongerechtvaardigde
verrijking.
Onverschuldigde betaling:
Onverschuldigde betaling wil zeggen zonder rechtsgrond betaald. In geval van onverschuldigde
betaling ontstaat dus een verbintenis uit de wet zonder dat partijen dit van tevoren gewild hebben.
Dat betekent dat er een plicht is om het bedrag terug te betalen.
Ongerechtvaardigde verrijking:
Diegene die ongerechtvaardigd verrijkt ten koste van een ander, is verplicht de schade te vergoeden
tot het bedrag van zijn verrijking
Verrijking = Het rijker worden in materiële of immateriële zin.
Zaakwaarneming:
Zaakwaarneming betekent dat je een belang van iemand anders behartigt zonder dit van tevoren
met diegene afgesproken te hebben, dus zonder een overeenkomst.
Net zoals bij onrechtmatige daad speelt de wil bij rechtmatige daden geen rol. Het is ook in deze
gevallen de feitelijke handeling (of gebeurtenis), in combinatie met de wettelijke bepaling, die de
verbintenis doet ontstaan.
Figuur 1.5 Uitbreiding schema bronnen van verbintenissen
Bronnen van verbintenissen
Wet Overeenkomst
Rechtmatige daad:
- Zaakwaarneming
Onrechtmatige daad Overige verbintenissen uit de wet
- onverschuldigde betaling
- ongerechtvaardigde verrijking
,1.5 Verbintenissenrecht: onderdeel van het privaatrecht
De inhoud van het verbintenissenrecht is: het geeft onder andere de regels die gelden bij situaties
waarin schade ontstaat en de regels die gelden wanneer overeenkomsten gesloten worden.
Een van de belangrijkste taken van het verbintenissenrecht is dat het oplossingen biedt in situaties
waarin partijen bij een overeenkomst een verschil van mening hebben.
Het verbintenissen recht is onderdeel van het privaatrecht. Het privaatrecht, ook burgerlijk recht of
civiel recht genaamd, is het recht dat de betrekkingen tussen burgers onderling regelt, alsmede de
verhouding van burgers tot hun vermogen. Onder burgers wordt in deze definitie ook bedrijven
verstaan.
“Privaatrecht is het recht dat de betrekkingen tussen (rechts)personen onderling regelt en de verhouding van
(rechts)personen tot hun vermogen.”
1.6 Privaatrecht: vermogensrecht en personenrecht
Het privaatrecht kan worden onderverdeeld in het vermogensrecht en het personenrecht. Het
personenrecht regelt in de eerste plaats wie er in het privaatrecht drager kunnen zijn van rechten en
plichten.
Het kan worden onderverdeeld in het personen- en familierecht en het rechtspersonenrecht. Het
personen- en familierecht bevat de regels die gelden voor natuurlijke personen. Het
rechtspersonenrecht bevat de regels die gelden voor rechtspersonen (bijvoorbeeld: naamloze
vennootschap (nv), een besloten vennootschap (bv), een stichting of vereniging).
Rechtspersonen kunnen, net zoals natuurlijke personen, eigenaar zijn van zaken, gebouwen kopen,
mensen in dienst nemen en huurovereenkomsten sluiten. Omdat de rechtspersoon niet kan
overlijden, biedt deze in het handelsverkeer meer continuïteit en daarmee meer zekerheid voor
klanten.
Omdat rechtspersonen juridische constructies zijn, moeten er wel altijd natuurlijke personen zijn die
namens de rechtspersoon handelen, ook wel vertegenwoordiger genoemd.
In het vermogensrecht staan alle regels omtrent vermogen centraal. Onder vermogen verstaan we:
alles wat een natuurlijk persoon (of rechtspersoon) bezit en op geld waardeerbaar is. Het
vermogensrecht bestaat uit goederenrecht en het verbintenissenrecht.
Het goederenrecht bepaalt in de eerste plaats waaruit een vermogen kan bestaan. Het
verbintenissenrecht geeft vervolgens aan hoe je je vermogen kunt verhandelen en bepaalt wat er
gebeurt als iemand schade toebrengt aan je vermogen, zoals in het geval van een onrechtmatige
daad.
Figuur 1.8 + 1.12 Uitbreiding schema indeling privaatrecht + Boeken van het BW
Privaatrecht
Personenrecht Vermogensrecht
Boek 1,2 en 4 Boek 3, 5 t/m 8
Verbintenissenrecht
Personen- en familierecht Rechtspersonenrecht Goederenrecht
Algmeen:
Boek 1 en 4 Boek 2 Boek 3 en 5
Boek 3 en 6
Overige verbintenissen:
Overeenkomstenrecht - onrechtmaige daad
Boek 7, 7A en 8 - rechtmaitge daad
(Vrijwel volledig uit Boek 6)
, “Een verbintenis is een vermogensrechtelijke relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij
verplicht is tot een prestatie, waarop de andere partij recht heeft.”
1.7 Overheid en privaatrecht
Figuur 1.11 Handelen door de overheid
Handelen door de overheid
Prubliekrechtelijk *Privaatrechtelijk
- Uitkeringen verstrekken - Kopen
- Paspoorten en rijbewijzen verstrekken - Huren
- Gevangisstraf opleggen - Arbeidsovereenkosmten sluiten
- Enzovoort... - Enzovoort...
*Privaatrechtelijk handelen door overheid
Gemeenten, provincies en uitkeringsinstanties hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen net als
burgers overeenkomsten sluiten.
1.8 Privaatrecht: wetgeving
Wetgeving op het gebied van het privaatrecht en bijbehorende afkortingen
Onder meer:
Burgerlijk Wetboek (BW)
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV)
Faillissementswet (FW)
1.9 Opbouw en structuur van het Burgerlijk Wetboek
Het Burgerlijk Wetboek bevat de belangrijkste regels van het privaatrecht en is door zijn grote
omvang verdeeld in negen boeken.
Boek 1: Personen- en familierecht
In dit rechtsgebied gaat het om rechten en plichten die op een individu betrekking hebben, zoals de
naam, de woonplaats, vermissing en overlijden (personenrecht). De meesten artikelen hebben betrekking
op het familierecht, waarin de relaties tussen mensen binnen en buiten het gezin worden geregeld.
Boek 2: Rechtspersonen
Hierin worden de organisatie- en ondernemingsvormen beschreven, die evenals personen kunnen
deelnemen aan het rechtsverkeer. Voorbeelden: Verenigingen, stichtingen, naamloze vennootschappen
(nv’s) en besloten vennootschappen (bv’s).
Boek 3: Vermogensrecht
Bevat algemene regels die zowel gelden voor het goederenrecht als voor het verbintenissenrecht.
Vermogensrecht: verbintenissenrecht en goederenrecht.
Boek 4: Erfrecht
De overgang van iemands vermogen na zijn dood op zijn erfgenamen.
Boek 5: Zakelijke rechten
Gaat over de rechten die iemand heeft op een zaak.
Boek 6: Verbintenissenrecht
Geeft algemene reels over verbintenissen. Er wordt beschreven dat verbintenissen zowel uit
overeenkomsten als uit de wet kunnen ontstaan.