Zorgvragers hebben op veel gebieden ondersteuning en begeleiding nodig. In dit hoofdstuk leer je wat er met gedragsproblemen bedoeld wordt en hoe je dergelijk gedrag op tijd kunt herkennen en bespreekbaar maken. Ook leer je bij welke signalen je actie moet ondernemen.
Gedragsproblemen zijn problemen die de zorgvrager toont of juist niet toont in
het gedrag dat hij laat zien. Dit kunnen twee soorten problemen zijn:
- we spreken van gedragstekorten als de zorgvrager het gewenste gedrag
onvoldoende
toont en beheerst
- we spreken van ongewenst gedrag als het gedrag door de zorgvrager en zijn
omgeving als
onbevredigend wordt ervaren
5.2
Als team maak je afspraken over de benadering van de zorgvrager en de aanpak
van het gedrag. In de tweede plaats kun je elkaar, wanneer je samenwerkt,
ondersteunen in de omgang met de zorgvrager. Het is belangrijk om
gedragsproblemen binnen een multidisciplinair team te bespreken. Ook is het
belangrijk om bij de aanpak van bepaald gedrag met andere disciplines op één
lijn te zitten.
Als verzorgende richt je je niet alleen op de individuele zorgvrager, maar ook op
alle mensen om hem heen (cliëntsysteem). Om de zorgvrager te
ondersteunen in zijn gedrag heb je als verzorgende de volgende taken:
- je observeert veranderingen in het gedrag en de situatie van de zorgvrager en
denkt na
over het inzetten van vervolgstappen
- je geeft informatie over gezond gedrag
- je signaleert problemen bij gedragsverandering
- je herkent en bespreekt gedragsveranderingen
- je herkent mogelijk gevaarlijk gedrag voor de zorgvrager of de omgeving
- je bespreekt vermoedens en opgevangen signalen met collega’s,
leidinggevende of andere
deskundige
- je onderneemt bij bepaalde signalen actie
- je besteedt aandacht aan mantelzorg en vrijwilligers
5.3
Om gedragsproblemen te signaleren observeer je de zorgvrager gedurende een
kortere of langere tijd. Dit wordt gedaan door het observeren van de
gezondheids- bestaans en interactieproblemen van de zorgvrager
(belevingsgerichte zorg) of de elf gezondheidspatronen van Gordon en het
gebruik van Standaard Observatielijsten zoals:
- GIP
- BOP
- BPS
- EBIS-vragenlijst
- ADL-lijst
5.4
Gedragsproblemen kunnen door verschillende oorzaken ontstaan. Een aantal
, gedragsproblemen komt vaker voor bij bepaalde zorgvragersgroepen.
Gedragsproblemen bij kraamvrouwen
Rond de derde dag na de bevalling moet de kraamvrouw vaak erg huilen. Dit
noemt men wel: kraamvrouwtranen of de baby blues.
Als de emotionele onevenwichtigheid langer aanhoudt of het dagelijks
functioneren van de kraamvrouw verstoort, kan er sprake zijn van een post-
partum depressie. Vroeger werd dit een postnatale depressie genoemd. Een
kraambedpsychose is een ernstige vorm van een psychiatrisch probleem bij
kraamvrouwen. Dit verschijnsel treedt meestal in de kraamperiode op.
Gedragsproblemen bij chronisch zieken en lichamelijk gehandicapten
Veel gedragsproblemen bij chronisch zieken en lichamelijk gehandicapten
ontstaan door verwerkingsproblemen en hospitalisatie. Hospitalisatie is het
onnodig afhankelijk raken van gezondheidszorg. Door hospitalisatie kunnen
zorgvragers ongewenst gedrag vertonen:
- Claimend
- Agressief
- Initiatiefloosheid
Ander probleemgedrag dat vaker voorkomt bij chronisch zieken en lichamelijk is:
- Eufoor gedrag
- Wisselend emotioneel gedrag
Gedragsproblemen bij psychiatrische en psychogeriatrische zorgvragers
Gedragsproblemen bij psychiatrische zorgvragers en psychogeriatrische
zorgvragers zijn volgens een bepaalde methode ingedeeld. Deze methode wordt
de ICD-10 lijst of International Classification of Desiseases genoemd.
Psychiatrische stoornissen en ziektebeelden die je tegen kunt komen in je werk
zijn bijvoorbeeld:
- Bewustzijnsstoornissen
- Persoonlijkheidsaandoeningen
- Depressies
- Organische stoornissen (delier en dementie)
Dissociatie betekent afsplitsing. Bij dissociatie wordt een emotionele
gebeurtenis of herinnering afgesplitst. Er zijn drie vormen van geheugenverlies:
- amnesie: men weet niet meer wat men heeft meegemaakt
- depersonalisatie: men weet niet meer wie men is en waar men vandaan komt
- desoriëntatie: men weet niet meer waar men is
Dissociatie ontstaat als gevolg van een panische reactie op een emotionele
gebeurtenis.
Mensen met een persoonlijkheidsaandoeningen gaan meestal op een heel aparte
manier om met anderen en hebben ook een aparte kijk op de wereld.
Voorbeelden van persoonlijkheidsaandoeningen zijn:
- Zonderling en achterdochtig gedrag
- Veeleisend gedrag
- Neurotisch gedrag
Depressiviteit is een stemmingsstoornis. Bij een depressie gaat het om een
sterke verandering van de stemming over een langere periode. Kenmerken van
een depressie zijn:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudje92. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.