Samenvatting Handboek groepsdynamica
Een inleiding op theorie en praktijk
Jan Remmerswaal
9789024402328
11e herziene druk, 2e oplage: 2015
Inhoudsopgave
• 1 Groepsdynamica tussen psychologie en sociologie
• 2 Grondslagen van de groepsdynamica
• 3 Definitie van de groep en soorten groepen
• 4 Niveaus in groepen
• 5 Groepsvorming en groepsontwikkeling
• 6 Communicatie
• 7 Hoofdthema’s uit de systeem- en communicatietheorie
• 8 De Roos van Leary
• 9 Communicatie in groepen
• 10 Feedback in groepen
• 11 Groepsprocessen en groepsfenomenen
• 12 Leiderschap
• 13 Situationeel leiderschap
• 14 Teams
• 15 Grote groepen
,
,Hoofdstuk 1
Groepsdynamica = de studie van het gedrag van mensen in kleine groepen.
1.2 Enkele weerstanden tegen groepsdynamisch werken: Bestaan groepen
eigenlijk wel?
Individualistisch denken over leiderschap (leiderschap wordt gedefinieerd als
groepsverschijnsel)
Neiging tot narcisme (Het centraal stellen van jezelf als individu en je positie kan een
hindernis vormen voor groepsprocessen).
Gebrek aan aandacht voor de context (houdt aandacht voor de wisselwerking tussen
individu en groep. Zo vindt groepsdynamica plaats. Zie jezelf niet te veel als
individu).
Spanning tussen individu en groep (individu is bang zijn unieke individualiteit kwijt te
raken in een groep, dat gekenmerkt staat voor manipulatie).
Gevaar van kleine groepen (kleine groepen kunnen een samenzwering vormen tegen
het grotere geheel)
De kar van de visboer (bepaalde vormen van leven in groepen werden als zo
vanzelfsprekend beleefd da t men zich niet bewust was van wat een groep is).
1.3 De mogelijke brugfunctie van groepsdynamica
Toegenomen individualisering = niet alleen in de wetenschappen, maar ook in de
zelfervaring van mensen en in de letterkunde (studie van literatuur) zien we steeds vaker
een toenemende afstand tegenover medemens en tegenover zichzelf, waarbij het individu
zijn eigen ‘ik’ als afgesloten van anderen ervaart.
Ik cultuur = de nadruk ligt op het individu en zijn ontwikkeling en ontplooiing. Persoonlijk
geluk, zelfontplooiing en succes staan centraal. Wij cultuur = de opvoeding is hier sterk
groepsgericht en het kind leert zich gedragen naar de sociale situatie en de rollen die het in
zijn groep moet vervullen. Waarden als respect, plicht, eergevoel en beleefdheid staan
centraal. Hier domineert dus een ander mensbeeld en een andere kijk op de verbinding
tussen individu en maatschappij.
De zes dimensies van hofstede:
Culturen kunnen in verschillende aspecten van elkaar verschillen. Hofstede heeft een model
gemaakt met zes dimensies die bepalende kenmerken bevatten die een cultuur in meerdere
of mindere mate bezit.
Aan de hand van deze dimensies kunnen we culturen met elkaar vergelijken en krijg je een
goed inzicht in cultuur verschillen:
1. Machtsafstand: de mate waarin mensen binnen een cultuur verwachten en
accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is. NL scoort laag.
2. Individualisme versus collectivisme: een samenleving is individualistisch wanneer de
onderlinge banden tussen individuen los zijn, ieder wordt geacht te zorgen voor
zichzelf. NL scoort hoog.
3. Masculiniteit versus femininiteit: een masculiene samenleving hecht grote waarde
aan mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten. Duidelijke rolverdeling tussen mannen en
, vrouwen (Japan scoort hoog). Feminiene samenleving zijn bv Zweden en NL waar de
emotionele sekserollen elkaar overlappen.
4. Onzekerheidsvermijding: de mate waarin de leden van een cultuur zich bedreigd
voelen door onzekere of onbekende situaties. In zulke landen probeert men
onzekerheid te verminderen door regelgeving, formele procedures in rituelen, die
het leven voorspelbaar moeten maken. NL scoort gemiddeld.
5. Lange of korte termijngerichtheid: bij lange termijngerichtheid hoort het nastreven
van deugden die (ooit) in de toekomst beloond zullen worden. Daartegenover staat
de drang voor onmiddellijk resultaat. China en Japan scoren hoog, NL vrij laag.
6. Hedonisme versus soberheid: hedonisme staat voor een samenleving waarin
mensen uitbundig, vrolijk en gelukkig zijn en waarin ze zichzelf toestaan toe te geven
aan impulsen.
Daartegenover staan culturen waarin mensen ingetogen en sober zijn.
Mensbeeld van Elias: het beeld van de mens als een ‘open persoonlijkheid’ die voor de
duur van zijn leven fundamenteel op andere mensen is afgestemd en aangewezen, en die in
zijn verhouding tot andere mensen een bepaalde mate van relatieve autonomie bezit.
Mensen zijn altijd meer of minder van elkaar afhankelijk en op anderen betrokken.
1.5 de groep
Groepen zijn er in veel soorten, globaal ingedeeld: er zijn groepen die vooral onze sociaal-
emotionele behoeften bevredigen (sociaalemotionele groepen) en er zijn groepen die
vooral tegemoetkomen aan onze belangen en onze rationele behoeften (taakgerichte
beroepen).
Deze tweedeling komt voor uit de behoefte van het individu
- Taakgerichte groepen = deze groepen komen vooral aan onze rationele behoefte
tegemoet taakgroepen, werkgroepen, groepen in arbeidssituatie
- Sociaal-emotionele groepen = deze groepen komen vooral tegemoet aan onze
sociaal-emotionele behoeften Gezin, vriendengroep.
Er is ook een tweedeling die voortkomt vanuit de maatschappij: primaire en secundaire
groepen.
- Primaire groepen = deze groepen worden gekenmerkt door persoonlijke en intieme
relaties in directe contactsituaties
- Secundaire groepen = deze groepen worden gekenmerkt door koele, onpersoonlijke,
rationele en formele relaties.
Een groep is nooit bij elkaar geraapt, er is altijd een gemeenschappelijke factor. We zoeken
in groepen steun, kracht, veiligheid, saamhorigheid, gezamenlijk doel en we willen ergens
bij horen. Elke groep heeft zijn eigen groepscode, deze zijn belangrijk als je deelneemt aan
de groep.
Hoofdstuk 2
Er is dus een verschil tussen twee soorten groepen: taakgerichte- en sociaal-emotionele
groepen. Ditzelfde onderscheid herhaalt zich ook binnen elke groep.