Inleiding Burgerlijk recht
Hoofdstukken personen-, familie- en erfrecht
Hoofdstuk 1 Personen- en familierecht
Persoonlijkheid begint bij de geboorte. Een ongeboren kind wordt als geboren aangemerkt, als dit in
het belang van het ongeboren kind is en het levend ter wereld komt. Het eerste kind van dezelfde
ouders bepaalt de achternaam van de rest. Om een achternaam te wijzigen moet de persoon een
verzoek indienen bij de koning. Er volgt een procedure, die bij algemene maatregel van bestuur, dus
ook door de regering, is vastgesteld in het Besluit Geslachtswijziging. Je kan de achternaam van de
partner overnemen, bij scheiding kan je de achternaam blijven houden, tot je opnieuw trouwt.
Woonplaats: bij de woonstede, woning waar iemand bestendig verblijft. Afgeleide woonplaats: bijv.
bij een minderjarige of een onder curatele gestelde geldt de woonplaats van degene die het gezag
over hem uitoefent. Sterfhuis: plaats waar iemand zijn laatste woonplaats heeft gehad.
Het huwelijk wordt alleen in burgerlijke betrekkingen beschouwd en niet in kerkelijke huwelijke (niet
geldig). Om te trouwen is het verplicht dat je meerderjarig bent. Stuiting: rechtsgeldig verzetten
tegen een bestaand huwelijk. Stuiting mag worden gedaan door: bloedverwanten in rechte lijn,
broers, zussen, voogden, curatoren van een der aanstaande echtgenoten, de reeds bestaande
echtgenoot, maar ook het OM als die op de hoogte is van huwelijksbeletselen. Ook mag het huwelijk
worden gestuit bij een schijnhuwelijk: alleen voor verkrijgen toelating Nederland trouwen.
- Materiële of inwendige vereisten huwelijk: vereisten die betrekkingen hebben op de persoon
die een huwelijk wil aangaan, bijv. minimumleeftijd. Wordt niet aan de vereisten voldaan dan
is er een huwelijksbeletsel. Huwelijksbeletselen: gestoorde geestvermogens, polygamie,
curatele zonder toestemming van curator/kantonrechter, te nauwe verwantschap.
- Formele/procedurele vereisten: aan de ambtenaar van de burgerlijke stand moet het
voornemen om te gaan trouwen kenbaar worden gemaakt door het verstrekken van
gegevens genoemd in art. 1:44 BW. Het huwelijk mag pas vanaf de veertiende dag na
bekendmaking worden voltrokken. Binnen een jaar na bekendmaking moet worden
getrouwd. Huwelijksvoltrekking ten overstaan van de ambtenaar en ten minste twee
getuigen. Het ja-woord doet het huwelijk tot stand komen, niet de akte.
Geregistreerd partnerschap:
- Tot stand zonder formele verklaring uit art. 1:67 BW. Ambtenaar maakt akte van registratie
op, met daarop handtekeningen van beide partners.
- Art. 1:68 BW ziet niet op het geregistreerd partnerschap.
- Kan beëindigd worden zonder tussenkomst van rechter, als beide partners het ermee eens
zijn en er geen kinderen in het spel zijn over wie ze gezamenlijk het gezag uitoefenen. In dat
geval moet het worden beëindigd door ontbinding op verzoek van (een van) beide partners.
- Scheiding van tafel en bed is niet mogelijk.
Beëindiging huwelijk:
- Dood
- Nieuwe huwelijk of geregistreerd partnerschap in geval van vermissing echtgenoot
- Echtscheiding: door uitspraak van de rechter op verzoek van (een van) beide partners. Beide
eens, dan kijkt de rechter alleen of dat echt zo is. Bij een eenzijdig verzoek moet de rechter
vaststellen dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Het moment van echtscheiding is het
moment van inschrijving van de rechterlijke beschikking in de registers van de burgerlijke
stand. Bij partneralimentatie wordt gekeken naar de behoefte/behoeftigheid van de
alimentatiegerechtigde en de draagkracht van de alimentatieplichtige. Alimentatieplicht
eindigt na twaalf jaar, tenzij de rechter een korter termijn heeft ingesteld. Als het huwelijk
, max. vijf jaar heeft geduurd en er geen kinderen zijn, is de alimentatieplicht gelijk aan het
aantal jaar huwelijk.
- Ontbinding van huwelijk na scheiding tafel en bed: scheiding van tafel en bed vooral bij
mensen die om religieuze redenen hun huwelijk niet willen ontbinden. De voornaamst
juridische reden ligt in het huwelijksvermogensrecht: door het indienen van het verzoek tot
scheiding van tafel en bed wordt de huwelijksgemeenschap van rechtswege ontbonden. Als
een echtgenoot verzoek tot ontbinding indient, mag deze pas worden aanvaard als de
scheiding van tafel en bed ten minste drie jaar heeft geduurd.
Waar sprake is van bloedverwantschap leeft een familierechtelijke betrekking. Een man die wel een
kind verwekt, maar niet met de vrouw is getrouwd, is voor de wet geen bloedverwant zolang hij het
kind niet erkent. Ook de man die niet de verwekker is, maar wel getrouwd is met de vrouw, moet het
kind erkennen om bloedverwant te zijn. Aanverwantschap: tussen ene echtgenoot en bloedverwant
van de andere echtgenoot.
Mater semper certa est: de moeder is altijd zeker (geboortemoeder). Een vrouw kan ook door
huwelijk met de biologische moeder, door erkenning of krachtens een gerechtelijke vaststelling
moeder worden.
- Vaderschap/duomoederschap door huwelijk of geregistreerd partnerschap en ontkenning
daarvan: alleen ontkennen als je niet van de zwangerschap afwist. Ook de mand die een
daad met mogelijke verwekking van een kind veroorzaakt, mag niet ontkennen, bijv.
kunstmatige bevruchting.
- Vaderschap/duomoederschap door erkenning en vernietiging daarvan: als er een ouder is
bestaat de mogelijkheid tot erkenning. Materiële vereisten erkenning in art. 1:204 lid 1 BW
en formele vereisten erkenning in art. 1:203 BW. Verzoek tot vernietiging erkenning kan
worden ingediend art. 1:205 BW.
- Vaderschap/duomoederschap door gerechtelijke vaststelling: als een verwekker (de man die
de moeder heeft bevrucht door geslachtsgemeenschap) of een persoon die als levensgezel
van de moeder heeft ingestemd met de daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan
hebben gehad, niet bereid is het kind te erkennen of dit niet mogelijk is, staat de weg open
van gerechtelijke vaststelling van het ouderschap op verzoek van de moeder of het kind. Een
kind mag altijd een vaststelling indienen, een moeder heeft vijf jaar na de geboorte de tijd,
tenzij ze onbekend is met de identiteit/verblijfplaats van de verwekker. Vaststelling
ouderschap heeft terugwerkende kracht tot aan de geboorte.
Bij adoptie moet de rechter vaststellen dat het in het belang van het kind is. Twee personen kunnen
samen adopteren als ze al drie jaar voorafgaand aan het verzoek tot adoptie met elkaar hebben
samengeleefd. Als een persoon al ouder is en de ander wil adopteren, moeten ze ook eerst drie jaar
hebben samengeleefd (partneradoptie). Als het kind wordt geboren tussen de relatie is er geen
termijn. Een geadopteerde kan verzoeken de adoptie te herroepen: tussen 20 e en 25e levensjaar
indienen, in belang van kind.
Een minderjarige is onbekwaam zelfstandig onaantastbare rechtshandelingen te verrichten en
daardoor gebonden te worden, tenzij het gaat om rechtshandelingen de naar maatschappelijke
opvattingen normaal zijn voor die leeftijd. Gezag minderjarigen: ouderlijk gezag en voogdij.
Gezag hoort in de eerste plaats bij de ouder(s) te liggen, tenzij het in het belang van het kind is dat
niet de ouder, maar een voogd het gezag uitoefent.
- Ouderlijk gezag: klemcriterium: als kind verloren raakt tussen de ouders en niet weet wat hij
kan verwachten, bij gescheiden ouders.
- Ouderlijk gezag buiten huwelijk of geregistreerd partnerschap: als een moeder niet wil
meewerken dat de andere ouder ook gezag krijgt, staat een verzoek aan de rechtbank open.
Het verzoek voor gezamenlijk gezag wordt vaak alleen afgewezen als het waarschijnlijk is dat