Sport, Beleid & Management 1 – samenvatting
1. Inleiding
2. Infrastructuur in de Nederlandse sport
3. Sportontwikkeling in Nederland
4. Achtergrond vrijwilligersmanagement
5. Vrijwilligersmanagement
1. Inleiding
Management is het op een systematische wijze doelstellingen bereiken
doormiddel van POLE (plannen, organiseren, leiden, evalueren).
Sportmanagement is de vertaling van management naar een specifieke
sportomgeving, ofwel managen van sportorganisaties.
Het is een proces om:
- Anderen in de gelegenheid te stellen sport in optimale
omstandigheden te beoefenen
- Anderen te laten genieten van sportprestaties
- Derden te helpen via sport hun doelstelling te bereiken
2. Infrastructuur in de Nederlandse sport
Organisaties binnen een sport:
Koepels:
- NOC*NSF
- NCSU
- NKS
- NCS
- NSA
Bonden: (Een bond zijn mensen met hetzelfde doel)
-
KNVB (5 grootste bonden) - Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (5
kleinste bonden)
- KNLTB
- KNGU - Nederlandse Drakenboot Federatie
- KNHB - Nederlandse Curling Bond
- NGF - Bob – en Sleebond Nederland
- Nederlandse Racquetball Associatie
Instituten:
- NISB
- Mullier Instituut
- Verwey-Jonker Instituut
- GGD
- RIVM
Overheid:
- Centrale overheid
o VWS
o OCW
- Provincies
o Sportservicebureau ’s
- Gemeenten
o Sportsupport
o Topsupport
, Als sportmanager kun je aan de slag in meerdere sectoren. Publieke sector:
gemeentes, sport en buurtwerk, je werkt voor lokale en regionale overheden,
doel is mensen met plezier laten sporten en bewegen. Georganiseerde
sportsector: verenigingen, stichtingen, je werkt samen met sportverenigingen en
–bonden, je houdt je vooral bezig met financiën, personeel en marktonderzoek.
Commerciële sportsector: bedrijven, het doel van je werk is winst maken, je werkt
klantgericht.
3. Sportontwikkeling in Nederland
Sport als doel: de activiteit zelf,
voldoening en plezier. Iets leidt tot
sporten. (bijv. sportaccommodaties
subsidiëren openen meer
sportclubs meer
sportbeoefening)
Sport als middel: realiseren van
anderen doelen. Sporten leidt tot
iets (bijv. sport verbeteren gezondheid)
Er zijn een aantal maatschappelijke waarden van sport; gezondheidswaarden,
sociale cohesie, onderwijs en opvoeding, vrede, tolerantie, nationale trots en
identiteit en duurzaamheid.
Verschil tussen topsport en breedte sport:
Topsport: internationaal op het hoogste seniorenniveau (EK, WK, OS)
binnen en een erkend topsportprogramma.
A-status: 1e 8 bij WK of OS, kwalificatie of nominatie voor OS / PS
B-status: voldoen aan prestatienorm bond en NOC*NSF, behoren tot
de mondiale top-16 op het WK of de OS
HP-status en extra: High Potentials, en andere uitzonderlijke gevallen
Breedtesport: alle sport die niet op top(sport)niveau wordt beoefend
Een organisatiestructuur is een schema hoe taken worden verdeeld, gegroepeerd
en gecoördineerd binnen een organisatie, dit met de reden om doelen en
subdoelen te bereiken
Een snel overzicht van de sportontwikkeling:
1895: 1e sportverslaggever bij Telegraaf
1950-1960; wederopbouw, eerste subsidies voor sport in 1955, sportnota
in 1958
1960-1970; ontwikkeling sportaccommodaties van 25 in 1965 naar 100 in
1968, ontwikkeling van recreatiesport, meer coördinatie van het
sportbeleid.
1970-1980; nieuwe nota sportbeleid in 1974, groei georganiseerde sport,
meer inkomsten door Lotto, eerste sport conferentie in Wenen 1973
1980-1990; sportstimulering specifieke doelgroepen, marktdenken,
opkomst van andere sporten
1994: nieuwe departement VWS in 1994
1995-heden; Sport als middel, o.m. integratie en gezondheid, groei van
inkomsten voor sport